Zorgzame kunstwerelden: over de rol van een steunpunt en NICC

Op welke manier kan een steunpunt beeldend kunstenaars helpen? Naar aanleiding van het 25-jarige bestaan van NICC blikken we terug op drie sleutelmomenten. Ze tonen een evolutie naar meer samenwerking en meerstemmigheid.
 
Deze schets kan context bieden om het gesprek gaande te houden met kunstenaars over hoe zij ondersteund willen worden, met het oog op de uitdagingen waarmee kunst en samenleving worden geconfronteerd.

Een steunpunt voor beeldende kunst: het was een van de eisen van beeldend kunstenaars bij de oprichting van NICC (Nieuw Internationaal Cultureel Centrum) in 1998. In december 2001 was het zover: de Vlaamse Overheid richtte IBK (Initiatief Beeldende Kunsten) op. In 2007 fuseerde het met IAK (Initiatief Audiovisuele Kunsten) tot BAM, het steunpunt voor Beeldende, Audiovisuele en Mediakunst. Op zijn beurt ging BAM in 2015 op in Kunstenpunt, het huidige steunpunt voor beeldende kunsten, podiumkunsten en klassieke muziek.

De steunpunten ontstonden in een tijd waarin publieke kunstorganisaties en musea volop ontwikkelen en professionaliseren, o.a. onder impuls van het Kunstendecreet en Erfgoeddecreet. Daarnaast begonnen kunstenaars en freelance curatoren steeds meer op te komen voor hun positie. De traditie in de sector was er een van individueel werken, met weinig samenhorigheid of ervaring met collectieve actie. Vaak werd er hiërarchisch gewerkt, waarbij de kunstenaars en kunstwerkers zich onderaan de ladder bevinden.

Er zat bij het ontstaan van het steunpunt voor beeldende kunsten dus best wat spanning op de invulling van die rol: ondersteun je de uitbouw van een veld binnen die tradities of werk je aan verandering, waarbij alle spelers een gelijkwaardige stem hebben en waar zorgzaam met elkaar wordt gewerkt?

Terugblikkend op de voorbije jaren zien we enkele ijkpunten in de manier waarop het steunpunt zijn rol heeft ingevuld die de trends in kunst en samenleving weerspiegelen. Er komt meer plaats voor interactie en meer aandacht voor gemeenschapsvorming en meerstemmigheid. De nieuwe aanpak vervangt de vorige niet, maar bouwt er op verder en verrijkt de ondersteuning.

The occupation of ICC, 1998 (This picture is an orphan work within the NICC; if you are the author (or know the author), please contact NICC).

1. In kaart brengen en (internationaal) zichtbaar maken

Bij de opstart focust het steunpunt voor beeldende kunst op het in kaart brengen van het veld, op (internationale) zichtbaarheid en op het verschaffen van informatie.

Het in kaart brengen van de spelers, hun onderlinge relaties, de ontbrekende schakels en mogelijke pistes is belangrijk voor de uitbouw van een werkveld. Dat gebeurde met twee veldanalyses: Een omgeving voor actuele kunst (Pascal Gielen, 2003) en Frisse lucht, lange adem (BAM, 2011).

Er volgden onderzoeken [1] rond specifieke noden in erfgoed (de archivering van videokunst, collecties en archieven in beeldende kunst, collectievorming en aankoopbeleid en nalatenschappen), beeldende kunst in cultuurcentra, publieksbemiddeling, kunst in publieke ruimte, de hybride kunstenaar, digitale cultuur en mediakunst.

Er was aandacht voor de (internationale) zichtbaarheid van kunstenaars. Dit gebeurde in de vorm van de databank beeldende kunst, internationale bezoekersprogramma’s voor buitenlandse curatoren [2] en promotieactiviteiten [3] in het buitenland tijdens festivals, biënnales, platforms en kunstbeurzen (meestal in samenwerking met het Departement Cultuur en/of de Diplomatieke Vertegenwoordigingen van Vlaanderen).

Alle nuttige informatie voor kunstenaars werd gedeeld via de website, infosessies, gastlessen in kunsthogescholen en de publicatie Tips voor jonge kunstenaars (2005).

Het waren noodzakelijke activiteiten die ook vandaag nog worden voortgezet, maar in de opstart verliepen die in één richting – van steunpunt naar sector – en op afstand. Dit resoneert met de traditie van publieke dienstverlening van de jaren 2000 in cultuur en andere domeinen: experten verzamelen kennis en informatie en bieden die aan voor een ‘gemiddelde’ afnemer. Ze doen dit zonder rekening te houden met de context en de mogelijke achterliggende noden.

Het steunpunt voor beeldende kunst had geen aanspreekpunt, noch een vraaggestuurde advieswerking. De eerstelijnshulp, waar nood aan was bij kunstenaars, werd opgestart binnen de NICC-werkgroep Sociaal statuut, die ijverde voor het kunstenaarsstatuut (gestemd in 2002). Juristen-vrijwilligers gaven juridische eerstelijnshulp, die later door verschillende steunpunten werd opengetrokken naar zakelijk en juridisch advies voor alle kunstdisciplines: de Helpdesk Kunsten werd opgericht in 2003, in 2004 overgenomen door het Kunstenloket (het huidige Cultuurloket).

Het steunpunt ontwikkelt gaandeweg een complementair aanbod aan informatie en advies omtrent veldoriëntatie, internationaal werken, subsidies en mogelijkheden tot samenwerken. 

2. Pionieren om te veranderen

Vervolgens neemt de wisselwerking tussen steunpunt en sector toe. Maatschappelijke kwesties – zoals culturele diversiteit, dekoloniseren, ecologische duurzaamheid, fair practice … – vragen andere praktijken en manieren van werken. Het steunpunt gaat in de sector op zoek naar inspirerende voorbeelden die daarop een mogelijk antwoord bieden, omschrijft aan de hand daarvan de kwestie en puurt mogelijke pistes voor al wie daarrond aan de slag wil. Vervolgens komen peers samen om elkaar te inspireren en te stimuleren, worden er intensieve leertrajecten opgestart of tools ontworpen die veranderingstrajecten kunnen begeleiden.

We denken aan projecten als:

  • Tracks. Artistieke praktijk in een diverse samenleving (2007): geen theoretisch onderzoek maar leren van good practices.
  • Jonge Sla(2012): een bundeling van tips en goede praktijken voor een betere omgang met mobiliteit, energie en materialen in de kunstensector. 
  • Diepstedelijke Grond (2017): brengt nieuwe bottom-up initiatieven, actief op het snijvlak van activisme, burgerschap en kunst, in kaart en stimuleert de onderlinge dialoog over hun werking en rol in het stedelijk weefsel. 
  • (Re)framing the International (2017): bundelt inzichten over duurzaam internationaal werken, gebaseerd op interviews met vernieuwers. Op een conferentie konden kunstenaars en curatoren hun ideeën, besognes en toekomstwensen voorstellen. 
Werksessies en gespreksrondes met kunstenaars en kunstwerkers tijdens het Symposium (Re)Framing The International 2018.

Er ontstaat meer ruimte voor interactie tussen steunpunt en sector, bijvoorbeeld bij het opzetten van programma’s rond informatie en sectorondersteuning. Er is aandacht voor internationale uitwisseling met bijvoorbeeld Nederland, Frankrijk, Ierland en Noordrijn-Westfalen. Het steunpunt brengt spelers samen in focusgroepen en werkgroepen, zoals de werkgroep Beeldende kunst en cultuurhuizen, de sectordag Fotografie of het Platform Audiovisuele en Mediakunst PAM, en stimuleert de deelname van kunstenaars via een ‘bring an artist’-beleid. 

Rond 2020 (mede onder invloed van COVID) wordt de advieswerking van Kunstenpunt – die complementair is aan Cultuurloket – laagdrempeliger, toegankelijker en meer geënt op vragen van kunstwerkers met diverse profielen en achtergronden.

Het ontdekken en zichtbaar maken van nieuwe trends en inspirerende experimenten, waarmee van onderuit noodzakelijke veranderingsprocessen op gang worden getrokken, is een tendens in meerdere maatschappelijke domeinen. Het is van belang om aandacht te hebben voor wat men ‘weak signals’ en ‘early adopters’ noemt, en deze te begrijpen in bredere maatschappelijke evoluties en vraagstukken.

3. Samen aan de slag

Bij een volgend ijkpunt gaat het steunpunt verandering actief stimuleren. Het vertrekpunt blijft kennis en onderzoek waaruit de noodzaak aan ondersteuning en transitie blijkt, maar de thema’s en processen groeien vanuit de sector zelf en het steunpunt faciliteert ze als een collectief proces. Enkele voorbeelden:

  • Het onderzoek Loont passie? (2016) naar de sociaal-economische positie van kunstenaars was de aanleiding voor de open oproep Do It Together rond ideeën die de positie van kunstenaars konden verbeteren. Ideeën werden publiek gepitcht en besproken, verkend in publieke workshops, verder uitgewerkt en waar mogelijk gebundeld. Een selectie werd ook daadwerkelijk gerealiseerd met inhoudelijke en financiële ondersteuning vanuit het steunpunt. 
  • Er bleek een grote nood gebleken aan een afsprakenkader rond de verloning van beeldend kunstenaars en curatoren. Dit werd opgepikt door NICC, SOTA, oKo, Cultuurloket en Kunstenpunt. Samen met een test- en feedbackgroep van dertig kunstenaars en curatoren werden een richtlijn en een looncalculator uitgewerkt. 
  • In 2018 werden veertig kunstenaars en kunstwerkers uit Europa en zijn buitengrenzen uitgenodigd om gedurende drie jaar nieuwe voorstellen uit te werken rond ‘bestuur, sociaal weefsel, solidariteit, burgerschap en trans-post-nationaal’. Dit gebeurde in het licht van het Europees samenwerkingsproject RESHAPE.
  • In 2021 werden de uitdagingen in de kunsten die aangescherpt werden door COVID-19 gebundeld in een reeks oproepen rond vier thema’s, in het kader van het project A Fair New World?!: zorgzaam, duurzaam internationaal, verantwoordelijk digitaal en meerstemmig werken.

Vandaag maakt het steunpunt dus meer ruimte voor ideeën uit de sector, en creëert het een context om die verder te ontwikkelen, onderling te verbinden en te verspreiden. Het kan gaan over grote meerjarige trajecten, maar evengoed over kleinere groepen die concrete kwesties zelfsturend aanpakken en van elkaar leren.

Het eenrichtingsverkeer heeft plaatsgemaakt voor meerrichtingsverkeer: tussen kunstenaars/sector en steunpunt, en tussen kunstenaars/sector onderling. 

Deze aanpak wordt ook gehandhaafd in andere onderdelen van de steunpuntwerking. Een divers palet aan makers geeft feedback over ‘informatie en advies’ en informeert ons over hun noden. Er is aandacht voor uitwisseling onder peers, er wordt gewerkt met open oproepen …

Deze werkwijze gaat niet enkel over luisteren naar wat er uit het veld komt dat wij bedienen, maar ook over aandacht hebben voor onverwachte en uitgesloten stemmen. Het veronderstelt plaats maken, witte vlekken en (al dan niet subtiele) uitsluitingsmechanismen onderkennen. Uit de bubbel treden van jargon en abstract taalgebruik. Toegankelijk zijn voor professionals ongeacht leeftijd, culturele achtergrond, genderidentiteit, sociaal-economische positie en diverse vaardigheden. Het betekent niet dat de hele werking van het steunpunt van onderuit en horizontaal verloopt, het gaat eerder over een combinatie en een wisselwerking.

Deze nieuwe manier van werken strookt met het collectief en artist-centered werken in de kunsten, het delen van ruimte of materiaal, het werken in coöperatieven, gemeenschappen en burgerplatformen in de samenleving.

Naar een zorgzaam kunstenveld

We sluiten af met een perspectief voor kunstenaars: hoe verbeelden kunstenaars zelf hun toekomst? En welke rol kan NICC hierin spelen?

Vele kunstenaars dromen van een eerlijk, duurzaam, solidair, inclusief en meerstemmig kunstenveld. De voorbije twintig jaar heeft elke wereldbrede crisis (financiële crisis, migratie, grensoverschrijdend gedrag, Black Lives Matter, gezondheidscrisis, energiecrisis …) ons bewust gemaakt van een kunstwereld die niet altijd functioneert zoals vele kunstenaars dat zouden willen. Tegelijk hebben deze crisissen ons aangemoedigd om op een andere en zorgzame manier te werken. Thema per thema. Die crisissen komen vandaag samen en transitiethema’s zijn met elkaar verbonden. Er is gewoon geen terugkeer naar “het normaal” mogelijk. 

Hoe breng je die aandachtspunten samen in een kunstpraktijk zonder dat het je blokkeert? Maak je correcties binnen de bestaande manieren van werken of gooi je het om? Hoe doe je dat niet alleen? Hoe allianties aangaan met de samenleving die voor dezelfde vraagstukken staat? Hoe kom je uit de verkokering zonder die verbeeldingskracht en geëngageerde of kritische autonomie van kunst op te geven?

Op kunstenaars gerichte netwerken, organisaties en initiatieven – kortom zorgzame kunstwerelden – die zich verbinden met de samenleving bestaan al. Denk maar aan:

  • Decoratelier Brussel: verbindt inclusief en duurzaam werken met de context van hun plek in Molenbeek. Hun zomerfestival Making Time nodigt makers uit om hun individuele werk te transformeren tot een platform voor diverse en nieuwe publieken en neemt daarvoor de nodige tijd. 
  • I Build My Language With Rocks: een choreografisch project van Paula Almirón en Wouter De Raeve over de grootschalige stadsplannen in de Brusselse Noordwijk en de lokale bewegingen van bewoners en passanten in de buurt. Ze gebruiken het gelijkvloers van het Harmoniegebouw in de wijk voor o.a. danslessen, filmvertoningen, moerassessies, bewonersvergaderingen en een pop-uprestaurant.
  • Silence Radio: een wervelende compagnie van horende en dove dansers, acteurs, schrijvers, muzikanten en beeldend kunstenaars, die in Asse een ontwikkelingsplek heeft opgericht voor onderzoek en artistieke creatie tussen de horende en de dove wereld.
  • The Constant Now: ijvert voor meer diversiteit binnen kunstenaarsgemeenschap, organisaties en publiek via coachingstrajecten en tentoonstellingen.
  • De cursus Open Design binnen KASK voor vluchtelingen, asielzoekers en ‘sans-papiers’ introduceert deelnemers in peer-to-peertechnologie, open source, en commoning als vorm van opleiding en emancipatie. 
  • Bij’ De Vieze Gasten: levert via kunst en cultuur een bijdrage aan de buurt, stad en samenleving op een ecologisch duurzame en solidaire wijze.
  • Globe Aroma: een artistieke werk- en ontmoetingsplaats voor kunstenaars en kunstliefhebbers met een achtergrond als nieuwkomer, deelt zijn gebouw met een initiatief voor taalvorming, en werkt samen met Community Land Trust om er ook sociale woningen in onder te brengen.
  • De Ambulanten: een kunstenaarsinitiatief dat meeleeft met ouderen in zorginstellingen en van daaruit artistieke interventies initieert. Hun ervaringen en reflecties delen ze via een toolbox for care.
  • bodies of knowledge (BOK): een plek die gecreëerd wordt door kunstenaar Sarah Vanhee, waar stemmen en kennis uit verschillende delen van de samenleving worden gedeeld om een rechtvaardiger en meer humane samenleving te voeden. 
  • Ciel Grommen: kunstenaar die nieuwe verhalen voorstelt over samenwonen door intensief veldwerk met een transdisciplinair netwerk van mensen en instellingen in ‘echte’ werelden zoals seizoenarbeid, een asielcentrum, de parking van een Aldi…
  • Het Solidarity Art Economy Manifesto van kunstenaar Caroline Woolard stelt een nieuwe en solidaire economie voor om tot zorgzame relaties te komen onder kunstenaars, met de samenleving en met de planeet. Vanuit kunstenaars en zorgzaam werkende gemeenschappen kan een economie groeien die niet uitput en uitsluit, maar verbindt. Het haalt zijn inspiratie uit de solidaire economie die in de jaren 1990 opkwam in het Zuiden als economia solidária (en haar inspiratie op haar beurt haalde uit inheemse culturen), waarmee economische praktijken en modellen worden beschreven die waarden als democratie, mutualisme, samenwerking, ecologische duurzaamheid, rechtvaardigheid en wederkerigheid bevorderen. 

Wat kunnen beeldend kunstenaars van deze voorbeelden leren? Ze hebben de sleutel in handen om hun toekomst zelf te verbeelden. En daar NICC kan een belangrijke rol in spelen.

Voetnoten

[1] Onderzoek – ook rond kunstenaars – wordt vanaf 2014 gebundeld in de Landschapstekening Kunsten.

[2] Jaarlijks worden een dertigtal curatoren uitgenodigd – individueel of in kleine groepen – om Vlaamse kunstenaars, kunstprofessionals en kunstorganisaties te ontmoeten tijdens een bezoek van gemiddeld drie dagen.

[3] Promotie voor Vlaamse beeldende kunst in het kader van festivals en platformen zoals Venice Biennial, Salon Suisse, Visual Arts Flanders 2012, LOOP Barcelona, Manifesta, Art Brussels, Art Cologne, Moscow Biennale, FIAC, Frankfurter Buchmesse, International Association of Curators of Contemporary Art, Les Rencontres de la photographie d’Arles, Biennale Chroniques …