Er beweegt wat in het Oekraïense kunstenveld

Polina Karpova, Absentee, 2019, image courtesy of the Biennale

Van 17 tot 22 september nam een groep culturele professionals uit België en Oostenrijk deel aan het bezoekersprogramma The New Scene of Ukraine. Laura Amann (curator en architect), Kathrin Heinrich (kunsthistorica en schrijver), Maaike Leyn (kunstenaar en curator) en Alicja Melzacka (curator) brachten drie dagen door in Charkov (Kharkiv), gevolgd door vier dagen in Kiev.

Curator en kunstenaar Maaike Leyn brengt verslag uit van het bezoek aan de Biennale of Young Art in Charkov, de tweede grootste stad van Oekraïne.

De Belgisch-Oostenrijkse delegatie in Oekraïne: Laura Amann (curator en architect), Kathrin Heinrich (kunsthistorica en schrijver), Mariia Volchonok (curator in Charkov), Alicja Melzacka (curator) en Maaike Leyn (kunstenaar en curator).

Eindelijk oog voor hedendaagse kunst

Eind jaren negentig schreef een kunstenaar in Kiev een programma uit voor een biënnale van jonge kunst. Maar het document kwam terecht in een archief van het ministerie van cultuur, en er werd nooit iets mee gedaan. 

Tot een paar jaar geleden. Na de Maidan-revolutie waait er een nieuwe wind door het ministerie van cultuur, met een team dat in tegenstelling tot de voorgaande generatie wel interesse heeft voor hedendaagse kunst. Deze ambtenaren herontdekken het document en zien er het belang van in. Het wordt de basis voor een Oekraïense biënnale van jonge kunst, die telkens op een andere locatie georganiseerd moet worden. Twee jaar geleden vond de biënnale plaats in Kiev, dit jaar in Charkov. Waar de biënnale binnen twee jaar naartoe trekt, is nog niet duidelijk. 

Een jong team van curatoren wordt aangesteld om de biënnale vorm te geven. Zij ontwikkelen een concept waarbij Oekraïense kunstenaars tussen 16 en 35 een voorstel kunnen indienen om deel te nemen aan de biënnale. Resultaat: 400 applicaties, waarvan er uiteindelijk 45 projecten werden geselecteerd. 

Dat het ministerie van cultuur hedendaagse kunst op deze manier ondersteunt, is nieuw voor Oekraïne. Bovendien zijn er inhoudelijk geen restricties, de kunstenaars en curatoren zijn helemaal vrij in wat ze tonen. Vormelijk zijn er wel restricties, het document uit de jaren negentig moet naar de letter uitgevoerd worden. Als de curatoren graag een kunstenaar uitnodigen van 36, dan moeten ze inventief zijn door hem te laten samenwerken met een jongere kunstenaar of door een parallel programma te creëren waarbinnen ook oudere kunstenaars kunnen deelnemen. 

Dat het ministerie van cultuur hedendaagse kunst op deze manier ondersteunt, is nieuw voor Oekraïne. Bovendien zijn er inhoudelijk geen restricties, de kunstenaars en curatoren zijn helemaal vrij in wat ze tonen.

De kunstenaar als tuinier van zijn eigen culturele praktijk

De titel van deze editie van de biënnale is Looks like I’m entering our garden. Alles in de Oekraïense maatschappij verandert dermate snel dat mensen het gevoel hebben de grip op de situatie kwijt te zijn. Het lijkt onmogelijk zelf iets te veranderen aan de slechte economische toestand waarin het land verkeert, de corruptie of het conflict in het oosten van het land. Wat je wel kan doen, is er voor zorgen dat je eigen kleine tuin in orde is. Ook in een tuin heb je niet alles

onder controle en moet je de dingen op je af laten komen zoals ze zich voordoen, toch biedt een tuin enige houvast waar je zelf vat op hebt. Een tuin is beheersbaar, maar vraagt enige zorg en inspanning. Het thema hoeft niet letterlijk ingevuld te worden, maar is eerder een metafoor die ruimte laat voor interpretatie. De kunstenaar als tuinier van zijn eigen culturele praktijk.

De biënnale palmt een 15-tal plekken in de stad in met expo’s en activiteiten. Maar de hoofdlocatie is het oude deel van Hotel Kharkiv op het plein van de vrijheid, het centrale plein van de stad. Het hotel werd in de jaren dertig gebouwd door de architect Janovickij. Hij had oorspronkelijk een constructivistisch gebouw voor ogen, maar werd door het regine gedwongen om het in Stalinistische stijl af te werken. Tijdens de tweede wereldoorlog kwam de stad onder gezag van Nazi-Duitsland, en werden in Hotel Kharkiv mensen vastgehouden en terechtgesteld. Ondertussen is het gebouw grotendeels in onbruik geraakt, maar de eigenaar heeft plannen om het te renoveren.

Het werk van de kunstenaar Yehor Antsygin vormt de introductie op de tentoonstelling van de biënnale. Zijn schilderij met een Oekraïens landschap vanuit de trein en een nazistische typografie verwijst naar de bezetting van het hotel en de stad tijdens WOII. De tekst “The fact that you have lived there for all your life doesn’t mean anything” zijn de woorden van de bezetter. Het werk op de biënnale van Charkov is een reproductie. Het originele werk hing samen met werk van Moskouse, Oekraïense en Europese activisten-kunstenaars op een anti-militaristische expo in Moskou, maar de hele tentoonstelling werd door de politie ontruimd.

Het thema van de oorlog komt in een aantal werken terug, maar steeds op een vrij subtiele manier. Waar radicalisme voor oudere generaties soms een doel op zich is, gaat de jongere generatie hier subtieler mee om. 

Yehor Antsyhin, The fact that you have lived there for all your life doesn’t mean anything. Image courtesy of the biennial (c) Andriy Yarigin

De biënnale blaast Hotel Kharkiv tijdelijk nieuw leven in. Een parcours gevormd door houten planken leidt het jonge, hippe volk doorheen het gebouw. De bezoekers zijn uitgelaten en nemen tal van selfies langs het parcours. Het is een opwindende gebeurtenis in deze wat slaperige stad.

Veel jonge, creatieve mensen zijn reeds vertrokken naar Kiev of het buitenland waar meer te beleven valt en de jobs beter betaald zijn. Charkov mag dan wel een stad zijn die groter is dan Antwerpen, in deze stad is bijna geen enkele galerij voor hedendaagse kunst. Dat dit groots evenement hier plaatsvindt, is dan ook zonder meer vreemd en bijzonder.

Hotel Kharkiv met zijn afbrokkelende muren, zijn grote zuilen, zijn constructivistische indeling en stalinistische decoraties heeft eigenlijk geen kunstwerken nodig om tot de verbeelding te spreken. Vraag is of er kunstwerken bestaan die de dialoog kunnen aangaan met zo’n gebouw. Ik heb het gevoel dat de meeste kunstenaars zich deze vraag niet stellen. Hoewel het trashy karakter van de installaties bijdraagt tot de sfeer, zijn veel werken wat rommelig geïnstalleerd. 

Dat er ondanks beperkte financiële middelen toch mogelijkheden zijn om de confrontatie met de ruimte aan te gaan, bewijst Anton Sayenko. Met een minimalistische architecturale ingreep gemaakt uit hout en karton creëert Anton Sayenko een witte, draaiende cirkel. Achter de cirkel bevindt zich behangpapier met een berglandschap en rivier. Ten tijde van de Perestrojka was zo’n behangpapier populair en in het hotel moest het de kamer met pleisterwerk in een Stalinistische empirestijl opvrolijken. Door de beweging van de cirkel tegenover het behangpapier op de achtergrond, wordt het moeilijker om het behang te zien. Dit zorgt ervoor dat je nieuwsgierig wordt naar de achterliggende bergen. Door het beeld van het behang te versluieren, krijgt het net meer aandacht. De cirkel maakt de link tussen het nu, het constructivisme van de architect Janovickij, de stalinistische decoratie, en het behangpapier uit de late jaren tachtig.

Een ander architecturaal werk dat me boeit, is The circulation van Yaryna Shumska: een arena gevormd door ladders, waarvan er in het midden één lijkt te verdwijnen in de grond. Bij het werk hoort ook een video met een performance van Shumska. In haar werk probeert ze op subtiele wijze een sfeer te suggereren van ongemak. Het is een meditatief werk dat de ruimte exploreert. 

EtchingRoom #1 (Anna Khodkova & Kristina Yarosh), Untitled, 2018-2019. Image courtesy of the Biennale

Een ontdekking is het grafisch werk The prison van de Etching room 1 (Anna Khodkova en Kristina Yarosh), een zwarte, beschilderde ruimte met grote cyrillische letters en etsen die wat doen denken aan oude kranten die geafficheerd zijn aan een muur. Op de etsen zie je naïef getekende gevangenen en bewakers opgesloten tussen hoge muren, prikkeldraad of omgekeerd: de boeven lopen vrij rond op straat en de militie kijkt toe. Alle mannetjes zijn gelijkaardig, maar krijgen willekeurig een andere rol toebedeeld: die van gevangene die wil ontsnappen, die van boef die vrij op straat mag rondlopen, of die van bewaker. Het lot bepaalt op subjectieve wijze welk uniform je draagt. The prison is een weerspiegeling van een post-Sovjet-stad waarin bewoners zich onzeker en onveilig voelen. 

Niet alleen in Hotel Kharkiv is werk te zien, ook in het Yermilov-centrum staan zo’n vijftien werken van de biënnale opgesteld. Het centrum – vernoemd naar Vasily Yermilov, een avant-garde kunstenaar uit de jaren twintig – is een van de weinige plekken voor hedendaagse kunst in de stad. Er worden niet alleen tentoonstellingen georganiseerd, maar er is ook plaats voor literatuur, theater en muziek. 

Verder zijn er ook afzonderlijke werken verspreid over de stad, in boeiende plekken zoals het architectuurinstituut, de botanische tuin, het kunstmuseum, de stadsgalerij, het literatuurmuseum, de Derzhprom en andere.  

Op het moment van de opening is het werk dat opgesteld zal worden in het Derzhprom gebouw nog niet klaar. Maar dit huis van de staatsindustrie (1926-1928) is op zichzelf ook indrukwekkend, nooit eerder zag ik een constructivistisch gebouw van deze omvang. Het is opgebouwd uit drie clusters van beton- en glastorens die onderling verbonden zijn. Geïnspireerd door het Amerikaans modernisme uit die tijd was dit het eerste betonnen hoogbouwcomplex van Europa. Met zijn monumentale omvang domineert het nog steeds het stadszicht van Charkov en geeft het op dramatische wijze vorm aan het utopisch socialisme van het begin van de twintigste eeuw.

Derzhprom Building (c) Adam Jones

Surrealistische decors als inspiratie

In de jaren ‘20 en het begin van de jaren ‘30 hadden futuristische architecten vrij spel. De stad telt honderd voorbeelden van art-nouveau en modernisme. Maar sinds de tweede wereldoorlog is heel wat vernietigd of met weinig respect gerenoveerd. Door een gebrek aan visie en regelgeving was kitsch de laatste decennia de dominante stijl, zoals je ook kan merken in het pas vernieuwde stadspark met zijn lounge-muziek en apentoren. De toren is als een taart versierd met musicerende apen, met op de ronddraaiende top een aap met een microfoon. Het park is even kitscherig als een pretpark, maar is een populaire plek voor de locals om rond te flaneren tijdens het weekend.  

Dit soort van surrealistische decors, die eigen zijn aan een ongecontroleerd kapitalisme, inspireren ook de kunstenaars, zoals de jonge fotografe Polina Karpova. Zij zwerft er graag rond om bevreemdende foto’s te maken. Ze brengt ons naar locaties waar normaal geen toeristen komen: van een tuinhuis dat een miniatuurmuseum voor lucifers herbergt – het hek rond het tuinhuis is gemaakt van reuzegrote lucifers, tot een picknicktafel gemaakt met de benen van een Lenin-standbeeld als tafelpoten, of de Eiffeltoren van Charkov op de French Boulevard. De foto’s van deze jonge fotografe passen in de traditie van de school van Charkov, met fotografen zoals Boris MikhailovSergey Bratkov of de groep Selo. In 2020 opent in Charkov het fotografiemuseum Moksop, dat het werk van deze school zal archiveren en presenteren.

Ook de jonge kunstenaar Vitaly Kokhan is teleurgesteld in de ongecontroleerde nieuwbouw die de stad terroriseert. Als tegenreactie op de grootschalige nieuwbouw die in eerste instantie moet imponeren, plaatst hij tijdens de kunstbiënnale kleine bakstenen muurtjes in de botanische tuin. Zijn Sculpture of small architectural forms is een minimalistische ingreep waarop mensen kunnen bekomen van de drukke bouwwerven rondom de botanische tuin, pauzeren en genieten van de prachtige notenbomen die de muurtjes omringen. De muurtjes doen me denken aan de fundamenten van een kerk. Het zijn nostalgische herinneringen aan architecturale elementen die gebruikt werden in het verleden.

Ook de sculpturen Ghosti van Andrii Khir, opgesteld in de tuin van het observatorium, lijken op straatmeubilair en nodigen uit om op te gaan zitten. Maar dat is niet de bedoeling: het zijn geen gastheren, ze zijn te gast. Het woord “ghosti” betekent “gasten” en tegelijk “geesten”. Zijn ijzeren staketsels zijn bezielde voorwerpen en voelen zich te gast in het observatorium.

Formalistische opsmuk of echte vernieuwing?

Er hangt duidelijk een frisse wind in de stad. En de overheid gaat mee in dit verhaal, neemt in het geval van de biënnale zelfs het initiatief en zorgt voor logistieke ondersteuning. De biënnale voor jonge kunst, het fotografiemuseum in wording, de eerste gay-pride van Charkov (in dezelfde week als de biënnale), trendy geklede creatievelingen en hippe restaurantjes met heerlijk eten contrasteren met andere lagen van de realiteit: de grauwe armoede van de gepensioneerden, de traditionele waarden van conservatieve gelovigen, de lelijkheid van de smakeloze commerce, de economische malaise, en niet te vergeten natuurlijk de oorlog. 

Op het plein van de vrijheid waar de biënnale grotendeels plaatsvindt, staat een tent met Oekraïense vlaggen. Hier kan je spullen, voedsel of geld binnenbrengen om de soldaten te steunen. Rond de tent hangt een fotoreportage met informatie over de activiteiten aan het front. Sinds 2014 verloren al meer dan 13000 mensen het leven in dit conflict met Rusland dat nog geen 200 kilometer verderop woedt.  

Is deze vernieuwing alleen een louter formalistische opsmuk, of is er effectief beweging? Liia Dostlieva’s stelt zichzelf ook deze vraag met het werk I love when canaries are singing. In het verleden namen mijnwerkers kanaries mee naar de mijn. Als er methaan aanwezig was, stierven de gevoelige vogels meteen, wat de mijnwerkers waarschuwde dat ze moesten vluchtten. In een living-achtig decor hangt Dostlieva kanaries aan een waslijn. In de bijhorende tekst stelt ze zichzelf de vraag: 

Can contemporary Ukrainian art take over the role of the miner’s canary, or does it rather serve as an attractive and safe ornament of the interior? Is society ready to notice and respond to such warnings?

Bezochte organisaties

Lees ook het verslag van Alicja Melzacka.

Dit bezoekersprogramma werd georganiseerd door IZOLYATSIA (Kiev) en de II Biennale of Young Art (Charkov), in samenwerking met Kunstenpunt en BLOCKFREI,

Je leest: Er beweegt wat in het Oekraïense kunstenveld