Samenwerken

Voor heel wat kunstenorganisaties is samenwerken als een tweede natuur. De Landschapstekening Kunsten 2019 geeft aan dat, zeker voor bepaalde disciplines, door een doorgezette trend van functionele specialisering, er een dens netwerk van spelers is ontstaan dat artistieke ontwikkeling, creatie, tonen, participatie en kritiek mogelijk maakt. In dat netwerk zitten individuele kunstenaars, projectorganisaties, publieke instanties, maar ook kunstenorganisaties met werkingssubsidies. Dit web van instituten is, luidens de Landschapstekening Kunsten 2019, een sterkte van het Vlaamse kunstenveld.

Doorheen dat web is er een wisselwerking met privaat initiatief, dat soms wel, soms niet vanuit een marktlogica werkt. Daarnaast zijn er ook samenwerkingen met andere domeinen of sectoren dan de kunsten. Voor de hand liggend is daar onderwijs of welzijn, maar er zijn ook mogelijkheden met de erfgoedsector, de technologiesector, milieu, enzovoort. De kunstensector opereert niet in een vacuüm, maar is een partner voor zowat alle domeinen in de maatschappij.

Op die manier ontstaat er een groot weefsel, dat artistiek initiatief mogelijk maakt. Kunstenorganisaties met werkingssubsidies spelen daarin een belangrijke rol. Zij zijn langdurig gefinancierde organisaties van een hoog professionaliteitsgehalte, en kunnen daardoor als stabiele knooppunten fungeren in het weefwerk. Engagementen en intenties voor samenwerkingen maken daardoor vaak een deel uit van een aanvraag voor werkingsmiddelen.

Een langdurig engagement vanuit een structureel gesubsidieerde kunstenorganisatie is een enorme kans voor andere organisaties of kunstenaars. Het geeft perspectief en een termijn waarbinnen stappen kunnen gezet worden. De samenwerking kan inhoudelijk en/of omkaderend zijn. Belangrijk is dat een samenwerking in alle richtingen werkt, wederzijds is. Bij een samenwerking plaatst men zich in een spanningsveld van verwachtingen, bv. tussen markt, gemeenschap en overheid. Het is goed als die (eventueel conflicterende) verwachtingen helder zijn.

Een potentiële bron van conflict kan ook de manier waarop een partnerschap tot stand gekomen is zijn. Omdat samenwerkingen met of engagementen van een structureel gesubsidieerde kunstenorganisatie een versnellend effect kunnen hebben, zijn ze erg gegeerd. Maar er is natuurlijk een limiet op de aard en hoeveelheid aan engagementen die een kunstenorganisatie kan aangaan. Het is daarom belangrijk om een heldere manier van kiezen, van selecteren te hebben, zowel bij de beoordelaars van subsidies als bij de organisaties. Die manier kan gebaseerd zijn op een bepaalde visie op kwaliteiten, risico, of (voor organisaties met tienjarige ondersteuning) landschapsversterking. De Landschapstekening haalde aan dat inclusief werken een wissel op de toekomst kan zijn.

Samenwerken is een cruciaal onderdeel van hoe kunstenorganisaties, kunstenaars en kunstwerkers werken. Welke soorten van engagementen worden er gemaakt? Hoe wederkerig is de samenwerking? Welke afspraken worden er gemaakt om verwachtingen te balanceren? Hoe komen samenwerkingen tot stand? Is er oog voor exclusie, en wordt er geprobeerd om buiten de eigen netwerken te treden? Hoe toekomstgericht zijn de partnerschappen?