The making of FRANK, onze geïntegreerde kunstendatabank-in-ontwikkeling.

Frontpagina van Frank (1/8/2018)

Begin augustus kwam de databank van Kunstenpunt online, een tool om het kunstenveld in Vlaanderen en Brussel in kaart te brengen.

Què?

Frank is de naam van een tool waarmee Kunstenpunt drie doelstellingen probeert in te lossen:

  1. Overzicht
  2. Oriëntatie
  3. Representatie

Met die doelstellingen voor ogen is Frank een afgeleide van de ontzagwekkende databank van Kunstenpunt. Ik schreef eerder al over de databank van Kunstenpunt, maar ik herhaal het graag: de databank wordt gebruikt om de kunsten in Vlaanderen en Brussel zo te documenteren dat de verzamelde gegevens kunnen gebruikt worden voor onderzoeksdoeleinden en praktijkondersteuning. Het is in het kader van de “praktijkondersteuning” dat Frank ontstaan is, namelijk om de gegevens zo te presenteren dat ze ook onmiddellijk een nuttige dienst bieden aan het kunstenveld. Het beeld dat we gebruikt hebben bij de start van het denken over zo een dienst was de Gouden Gids: “Moet je iets of iemand vinden in de kunstensector in Vlaanderen en Brussel? Vraag het aan Frank!”

Overzicht

Toen ik (nu ongeveer dag op dag) twee jaar geleden begon bij Kunstenpunt had ik geen idee. Geen idee over welke organisaties er allemaal in het Kunstendecreet zitten, welke organisaties buiten het gesubsidieerde veld actief zijn, wie de belangrijkste makers zijn in de verschillende disciplines, … Het was ook moeilijk om die kennis — die al mijn collega’s gewoon paraat hadden — ergens in te studeren. Een helder overzicht van “de sector” was moeilijk te krijgen.

Daarin is zeker heel wat verbetering gekomen, niet in het minst met de fantastische “let me be your guides” van Kunstenpunt. Die zijn fantastisch omdat ze doorgaans een lijstjesoverzicht combineren met een gedegen kwalitatieve analyse van het veld. Maar daardoor zijn ze na een paar jaar ook een beetje gedateerd. Frank biedt ons de mogelijkheid om vrij eenvoudig dynamische “lijstjes” te maken van organisaties of makers, waarmee we kunnen inspelen op verandering in het veld. Wat we wel verliezen is uiteraard de kwalitatieve insteek die bijdraagt tot oriëntatie (zie hieronder).

Oriëntatie

Inderdaad, oriëntatie is wat de “let me be your guides” echt goed doen: ze combineren een overzicht van belangrijke spelers met een analyse van hoe “het” werkt. Dat kan je niet zomaar vervangen met een lijstje.

Wat wel werkt is dat zo een lijstje wel vaak iets tastbaar is dat we willen meegeven aan artiesten die langskomen en vragen voor oriëntatie. Bijvoorbeeld, na een conversatie blijkt dat een beeldend kunstenaar er goed aan zou doen om een gesprek aan te knopen met een off-space. Wel, Frank biedt nu een overzicht van projectruimtes in Vlaanderen en Brussel.

Maar Frank kan je ook bereiken zonder dat initiële gesprek. Daarom zetten we in om bij elk lijstje een verwijzing te plaatsen naar een relevante kwalitatieve tekst én de contactgegevens van de meeste relevante aanspreekpersoon binnen Kunstenpunt. Zo is Frank niet alleen een website, maar ook een tool om kunstenaars tot een gesprek bij Kunstenpunt te overhalen.

Representatie

Waarbij de overzichtslijstjes (met kwalitatieve referentie(s) en contactpersoon) inzetten op een gecureerde selectie is het maar logisch dat de opgelijste organisaties of makers ook kort gerepresenteerd worden.

Hoe die representatie eruit moet zien is een hele discussie (zie hieronder). Daar som ik zowel enkele conceptuele als technische moeilijkheden opgesomt. De vraag is uiteraard hoe ver je gaat in representatie, zeker nu vandaag iedereen — ja, kom, zo goed als iedereen — een eigen website heeft en actief is op sociale media. Je wil daarom een “fiche” maken die een goeie eerste indruk geeft, maar meteen doorverwijst naar de eigen zelfrepresentatie.

Een grijsharige, blanke man

Bij de eerste gesprekken met de ontwikkelaar kwam ook de naam van de tool ter sprake. We hadden al gedacht aan dingen als “gids” en zo, maar dat klonk zo saai. En ook een beetje pretentieus. Een tijdlang hebben we het over “datagids” gehad, maar dat slaat eigenlijk de bal mis.

Op een bepaald moment werd gesuggereerd om met een eigennaam aan de slag te gaan. Dat is persoonlijk, antropomorfistisch en een beetje grappig. Eigenlijk meer als werktitel kwamen we met Frank: Frank is (sorry hoor) een beetje een saaie naam, en de eerste gesprekken over de databank en gids waren vooral technisch, en dus inherent een beetje saai, dus dat leek een goeie match.

Maar het gevaar van werktitels is dat ze blijven bestaan. En zo ook voor Frank. Een kleine rondvraag bij collega’s gaf aan dat de meningen gesplitst zijn. Er zijn een aantal collega’s die het niet ok vinden, een aantal die het niet erg vinden, een een aantal die het leuk vinden.

Ook kwam de (terechte) reflex: “moet dat weer een blanke grijsharige man zijn?” We hebben dan overwogen om een naam te zoeken die mogelijk zou kunnen wijzen op een “diverse achtergrond”, maar we hebben dat laten varen.

Selectie

Nu dat het ding een naam heeft, stuiten we op de inhoudelijke problemen. En die zijn niet mis. We lichten er twee uit: selectie (hier) en weergave (hieronder).

Het eerste probleem is inherent aan het maken van overzichten: wie selecteer je? Hier zit je met het probleem dat je moet balanceren: liefst zo volledig mogelijk, maar dat is niet haalbaar qua tijdsinvestering, en als je pretendeert om volledig te zijn, is er steeds wel iemand die je gemist hebt. Een onmogelijke opdracht dus, en vandaar dat je op zoek gaat naar selectiecriteria die je in staat stellen om een heldere en waardevolle afbakening te maken.

Voor beeldende kunst zijn er een aantal geldende selectiecriteria. Die zijn weliswaar mogelijk restrictief, maar hebben toch altijd tot een kwalitatieve selectie geleid. Regelmatig worden die selectiecriteria — terecht — aangevallen, en worden we geconfronteerd met de beperkingen ervan. Zo stuiten we nu op de observatie dat vele nieuwe kunstenaars weliswaar geen “sterke link met de Vlaamse scene” kunnen aantonen aan de hand van hun tentoonstellingen-CV, maar dat ze wel een indrukwekkende en vaak internationale lijst aan samenwerkingen, residenties, uitnodigingen enzovoort kunnen voorleggen. We nemen dat soort observaties ter harte, maar kunnen niet al te licht over een wijziging in selectiestrategie heengaan. Het is hier zaak om de balans te vinden tussen meebewegen met de dynamiek van het veld, en toch een lichte vorm van conservatisme aan de dag leggen, zodat de selectie hoogwaardig blijft.

Voor podiumkunst geldt vandaag het selectiecriteria dat enkel producties in de databank komen waaraan een gesubsidieerde partner heeft meegewerkt. Dat bestrijkt zeker wel een belangrijk deel van de podiumkunsten in Vlaanderen en Brussel, maar mist ook een (mogelijk groeiende) portie van “professionele” podiumproducties waarvan geen enkele partner gesubsidieerd werd binnen het Kunstendecreet. Hier zijn we erg waakzaam, zeker na de “Ubi Sunt” observatie van collega Joris. Maar hoe maak je dan een andere betekenisvollere afbakening?

En ook bij muziek werken we met een selectie: enkel fysieke releases op geperste CD of vinyl komen in aanmerking. Maar wat dan met de vele digitale releases? Zien we daarmee geen belangrijke “professionele” releases over het hoofd? Dat zou wel eens kunnen, zeker op vlak van dance muziek. We houden daarom ons oor aan de grond bij Bandcamp en volgen de digitale innovaties op de voet. Tegelijk stellen we wel vast dat het maken van fysieke platen niet noodzakelijk achteruit gaat; de verkoop mindert wel.

Dus ja, selectie van wie of wat er in Frank verschijnt gebeurt er zeker. Dat is moeilijk. We proberen gedegen, ietwat conservatieve selectiecriteria te gebruiken, en tegelijk de dynamiek in het veld wel te volgen. Dat laatste gebeurt ook zeker in het meer kwalitatieve werk, waar Kunstenpunt experten echt wel in uitblinken. Daarom proberen we boven elke oplijsting een referentie te zetten naar een kwalitatief stuk waarin de dynamiek van het veld (en dus mogelijk nieuwe spelers die nog niet in onze overzichten verschijnen door de selectiecriteria) wel tot z’n recht komt.

De Generieke Weergave

Het tweede probleem dat we hebben is uiteraard dat we een generieke weergave willen die voor alle artiesten, organisaties en activiteiten gelijkloopt. We genereren namelijk alle pagina’s van artiesten, organisaties en activiteiten vanuit de Kunstenpunt databank, en we kunnen niet voor idiosyncratische weergaven zorgen op het niveau van het individu. We zijn daarom op zoek gegaan naar een generieke weergave die bestaat uit een aantal blokken:

  • het eerste blok is een naamgeving en een ondertitel, die bestaat uit locatie-en tijdsgegevens.
  • het tweede blok voorziet in visueel materiaal, bv. bij kunstenaars, organisaties of tentoonstellingen kan werk of een omgevingsbeeld getoond worden.
  • het derde blok zijn oplijstingen van relaties. Bijvoorbeeld, kunstenaars zijn gerelateerd aan tentoonstellingen, of tentoonstellingen zijn gerelateerd aan tentoonstellingsruimtes (en kunstenaars)
  • Het laatste blok bestaat uit contextualiserende informatie. Bijvoorbeeld een beschrijving, of contactinformatie.

Maar daarmee eindigt het probleem niet. Onze databank is “schottenloos”, waardoor één kunstenaar die beeldend werk tentoonstelt, platen maakt als muzikant, en tegelijk het geluidsconcept van een theaterstuk verzint, gelinkt is aan verschillende types van activiteiten. Maar mogelijk identificeert die artiest zich vooral als beeldend kunstenaar en wil niet gezien worden als muzikant of theatermaker. Hoe zorgen we er dan voor dat de relaties met tentoonstellingen eerst getoond worden, en dat eventueel zijn of haar rol bij podiumproducties niet getoond worden (op vraag van de artiest)? En hoe zorg je ervoor dat dit een haalbare administratie wordt, als je inziet dat we het hier over duizenden personen en organisaties hebben?

Project manage this

Deze eerste twee inhoudelijke problemen worden op de voet gevolgd door een organisatorisch probleem: hoe “manage” je een project als Frank, meer specifiek de ontwikkeling ervan.

Frank is een IT project, en het nieuws werd de afgelopen dagen (in de komkommertijd) wel even gedomineerd door de miserie die dure IT projecten met zich mee brengen. Hoewel we voor Frank onze portie tegenslag gehad hebben, kunnen we toch zeker niet van een brokkenparcours spreken. Wel heeft het allemaal lang (veel te lang) geduurd:

  • augustus 2016: ik begin bij Kunstenpunt, met 1 van de opdrachten: de integratie van de databanken rond beeldende kunst, podiumkunst en muziek.
  • december 2016: oplossing geconcipieerd in de vorm van “fysieke” integratie van de beeldende kunst en podiumkunsten databank (omdat die integratie al helemaal voorbereid was door mijn voorganger), maar een “virtuele” integratie van de muziekdatabank aan de hand van een API.
  • voorjaar 2017: de toenmalige IT partner probeert de BK en podiumkunsten databanken te integreren, maar dit gaat moeizaam; ze krijgen ook door mij een Swagger API specificatie toegeleverd die ze moeten implementeren.
  • zomer 2017: de toenmalige IT partner levert een API op waarbij de endpoints geen resultaat terugleveren die valideren tegen de JSON schemas die in de Swagger Spec zitten.
  • zomer 2017: contact opgenomen met mr henry om op basis van de API output een frontend te bouwen (dat zal Frank worden); uiteraard lukt dit niet omdat de API output niet valideert.
  • najaar 2017: de toenmalige IT partner beweert dat het testen van API output tegenover json schemas een luxe is die een klant toch echt wel niet kan verwachten. Mijn bullshitalarm — dat al een tijdje aan het blinken was — slaat door: ik vecht de laatste factuur aan en geef aan dat we met deze IT partner niet meer willen werken.
  • begin 2018: het ontwikkelen van de API wordt nu aan mr henry opgedragen. Zij kunnen dan tegelijk de API en de frontend ontwikkelen. Dit werkt meteen heel veel beter.
  • juli 2018: Frank is alive! Beeldende kunst wordt nu gerepresenteerd.
  • najaar 2018: podiumkunst en muziek concipiëren voor Frank, budget 2019 plannen.

De belangrijkste vertraging is ontstaan door de eerste onbetrouwbare IT partner (ondertussen doet die ook geen webapplicaties meer, hoorden we van een bevriende organisatie die helaas ook met die IT partner gewerkt had). Eenmaal we overschakelden naar mr henry was het hele zaakje op 6 maanden opgeleverd.

Vraag het aan Frank

Los daarvan is er ook de moeilijkheid om überhaupt te communiceren over een overzichtswebsite.

En dan tot slot: hoe communiceer je hierover? Frank is nog zeker niet foutloos, er is nog veel werk aan, en de complexiteit achter de schermen is (terecht) onzichtbaar voor de eindgebruiker. Je zit dus op een moeilijke wip: enerzijds kan ik niet wachten om Frank te tonen (dit is een werk dat al een lange periode in beslag neemt, en het wordt tijd om met resultaat te komen), maar anderzijds gaat iemand die dit voor het eerst ziet meteen de tekortkomingen zien.

Je hebt er zo nog een paar: 

Nuttige websites, maar worden ze veel gebruikt?

We geloven dat de overzichten die we maken nuttig kunnen zijn — welke beeldend kunstenaar is niet geïnteresseerd in een overzicht van promotiegaleries — maar hoe zorg je ervoor dat die overzichten ook geconsulteerd worden? Dat lijkt een enorme communicatieve uitdaging. Het beschrijven van het ontwikkelingstraject is één van de manieren om een beetje ruchtbaarheid te geven aan Frank.

Je leest: The making of FRANK, onze geïntegreerde kunstendatabank-in-ontwikkeling.