Kroniek Publiek: Kunst in vele handen

Seppe Baeyens - Birds (c) Pierre Gondard

Wat is inspraak, hoe kan die eruitzien en hoe organiseer je dat?
 
In een eerder artikel uit onze Kroniek Publiek-reeks hadden we het over een streven naar meer inclusiviteit, democratisering en representatie bij kunstorganisaties. Vaak gaat dat gepaard met een groeiende aandacht voor het delen van macht en het faciliteren van inspraak, collectiviteit en verbinding met een bredere gemeenschap. 
 
Bij die experimenten met verschillende vormen van inspraak wenden kunstorganisaties zich ook tot hun publiek als ideale partner in crime. Kaaitheater verwoordt die beweging met de vraag How to be many?, VIERNULVIER met het motto Nothing for everyone, something for everybody
 
In dit artikel zoomen we in op verschillende vormen van (publieks)inspraak in artistiek werk via co-creatie, op vlak van governance en in het bestuursorgaan, in het programma en in het faciliteren van vrije ruimte.

Co-creatie 

Inspraak van het publiek als deelnemer in een co-creatief proces is eigen aan artistiek participatief werk en kent een lange geschiedenis. Van het Duitse Der Lindberghflug van Bertolt Brecht, Kurt Weill en Paul Hindemith (een radio-opera uit 1929 waarbij de luisteraar de hoofdzanglijn binnen het muziekstuk voor diens rekening moest nemen) over The Theatre of The Oppressed van August Boal (jaren ‘70) tot meer hedendaags werk zoals Invited of Birds van Seppe Baeyens, waarbij de toeschouwer verleid wordt om al dansend mee vorm te geven aan de artistieke creatie. 

We proberen hier content te tonen van YouTube.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op YouTube

Voor dat deel van het kunstenveld dat inzet op participatie ligt het actief engageren van het publiek voor de hand, maar de manieren waarop variëren sterk. Enerzijds kan je het publiek laten deelnemen aan de uitvoering in een relatief afgelijnde rol (zoals de voorbeelden hierboven), anderzijds kan je het publiek al vanaf de eerste repetitie in het artistieke creatieproces betrekken.

Tussen die uitersten ligt nog een amalgaam van mogelijke vormen waarin het publiek actief deelneemt of meewerkt aan de artistieke creatie. Belangrijk bij elk van die scenario’s is het opzetten van een zorgzame context die het mogelijk maakt om niet-professionelen in creatie en betekenisproductie te betrekken.

A seat at the table?

Inspraak stopt niet bij het deelnemen aan de uitvoering van een artistiek werk. De laatste jaren zien we ook inspraak en meerstemmigheid opduiken bij de inhoudelijke keuzes en het beleid van kunstorganisaties: algemene vergaderingen die groter en breder worden dan voorheen, informele netwerken die mee reflecteren over de organisatie … 

Onder de noemer good governance experimenteren verschillende werkingen met het delen van de macht of geven ze het publiek op bestuursniveau inspraak in het beleid van hun organisatie. Dat publiek kan zowel bestaan uit geïnteresseerde bezoekers als uit betrokkenen en geëngageerde mensen met een specifieke expertise. 

Aanleidingen voor een organisatie om de bestuursraad te vernieuwen of uit te breiden zijn bijvoorbeeld de voorbereiding van een aanvraag voor werkingssubsidies, een interne crisis, een directiewissel of de wens om inclusiever te worden. Om niet alleen the usual suspects daarvoor te engageren, maar een bredere gemeenschap en nieuwe stemmen de kans te geven om zich aan te melden, werkten o.a. Beursschouwburg en Kunstenpunt met een open oproep voor hun bestuursraad. 

Sommige organisaties zetten organen op die – parallel aan het bestuur – een meer adviserende rol opnemen. In 2021-2022 lanceerde VIERNULVIER een open call om een Young Board samen te stellen: een groep jonge mensen van diverse pluimage die mee nadachten over hoe een organisatie bestuurd dient te worden. 

De Young Board kreeg inzage in het programma, maar ook in de financiën, verzekeringen, operationele kwesties … Al snel doken in het experiment fundamentele vragen op zoals: tot waar gaat de adviserende rol? Heeft de Young Board de bevoegdheid om te bepalen welke onderwerpen belangrijk zijn ? In welke mate laat je de Young Board wegen op de besluitvorming? Tot waar geef je inzage in gevoelige documenten? In een gesprek tussen de algemene leiding, het bestuur, de interne trekkers en de Young Board werd onderzocht hoe ver een kunstinstelling als VIERNULVIER kon gaan bij het geven van inspraak. 

Met die opgedane ervaring vervelt het initiatief nu tot Jong Panel waarvoor momenteel een nieuwe open oproep loopt. Het Jong Panel wordt een groep jonge mensen die – net als een bestuursorgaan – de werking begeleidt, uitdaagt, bekritiseert en aanmoedigt. Ze stimuleert de dialoog en kritische reflectie bij VIERNULVIER en haar verdere ontwikkeling als Vlaamse kunstinstelling. 

Leden van het Jong Panel worden uitgenodigd om in gesprek te gaan met het bestuur en het personeel van VIERNULVIER (operationeel, bestuursmatig, sociaal en artistiek). Deze adviesgesprekken gaan gepaard met bijeenkomsten over de interne en externe werking, culturele en artistieke evenementen bij de organisatie en bijeenkomsten van het bestuursorgaan en algemene personeelsvergaderingen. Een mooie leerkans voor wie meer wil weten of het reilen en zeilen achter de schermen van zo’n kunstinstelling en een manier voor VIERNULVIER om jonge en/of ondergerepresenteerde stemmen een stem te geven binnen de werking. Het Jong Panel heeft eerder een adviserende rol, zonder evenwel de juridische slagkracht en verantwoordelijkheid te hebben die een zitje in de bestuursraad inhoudt. 

Zo’n bredere vorm van inspraak kan voor spanning zorgen. Franky Devos, coördinator van VIERNULVIER: “Het is een aanpak die nieuwe en andere competenties binnenbrengt, maar die ook voor spanningen zorgen. Mensen die nog in die omslag zitten van een vorige organisatiestructuur kunnen zich niet altijd meteen verhouden tot zo’n brede vorm van inspraak.”

Het open huis Zinnema programmeert bottom-up en probeert zoveel mogelijk in te gaan op vragen van niet- professionele kunstenaars uit Brussel en haar rand. Toen bleek dat heel wat aanvragen voor samenwerkingen zich wilden toeleggen op dekolonisering, startte Zinnema in 2016 met I have a dream: een think tank die zich buigt over bepaalde topics rond de Afrikaanse geschiedenis en in gesprek ging met het (toen nog) witte team over de insteek van het seizoen, de selectie van projecten, communicatie … De groep kreeg ook inzicht in de budgetten. 

Dit medezeggenschap zorgde voor confronterende gesprekken zowel binnen de think tank zelf als met het team van Zinnema: heeft de groep inspraak over het programma en kunnen ze mee de lijn uitzetten? De praktijkervaring leerde Zinnema dat een goede moderatie van dergelijke gesprekken niet altijd volstaat, maar dat mensen aan tafel zich ook bewust moeten zijn van machtsdynamieken en die vervolgens moeten ontmantelen om vooruit te komen.

Een gedeeld artistiek oog

Inspraak organiseert zich niet enkel op een bestuursniveau, maar kan ook in andere lagen van de organisatie interessant zijn: een programmator of curator die een deel van de programmatie uit handen geeft aan een publiek, een publieksbemiddelaar die samen met het publiek nadenkt hoe het programma toegankelijker te maken ….

Cultuurcentrum 30CC onderzocht met ondersteuning van het CERA Impulsfonds hoe het nieuwe perspectieven kan binnenbrengen in zijn programmatie. De ambitie bestond erin om een model op maat te ontwikkelen voor het co-programmeren met bepaalde doelgroepen en burgers. “Op deze manier willen we een andere blik binnenbrengen in onze werking en meer ruimte bieden aan experiment. We willen de relatie tussen het cultuurcentrum en het publiek versterken en de dialoog met de kunstenaars stimuleren.”

Het onderzoek resulteerde in De Curatoren: 30CC geeft inspraak aan o.a. Leuvense buurthuizen, de studentengemeenschap van de KU Leuven en een groep jonge klassieke muzikanten. Zij stellen elk via hun eigen werkwijze en vanuit hun eigen leefwereld een programma samen uit het grote artistieke aanbod. Als publiek kan je je door hen laten leiden en je – samen met hen en met de kunstenaars – verdiepen in een maatschappelijk onderwerp, bijvoorbeeld via voor- of nagesprekken. Het methodologisch kader achter deze manier van participatief programmeren wordt uitgebreid besproken in de publicatie Als burgers programmeren

We proberen hier content te tonen van YouTube.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op YouTube

In 2017 startte Netwerk Aalst hun weg naar een meer meerstemmige programmatie onder de noemer Netwerk Fabriek. Het kunstencentrum onderzocht hoe het buurtbewoners uit verschillende doelgroepen kon betrekken bij het programma. Aanvankelijk werd Netwerk Fabriek naast de artistieke curatoriële lijn georganiseerd, maar gaandeweg evolueerde het naar een los-vaste groep van een tiental Aalstenaars die zich nu ook mee buigen over het programma. Ze krijgen een geijkt budget om vanuit de noden van de groep initiatieven op te zetten binnen Netwerk Aalst, parallel of in samenwerking met kunstenaars die er resideren. 

De groep komt op regelmatige tijdstippen samen (tegen een vergoeding) en heeft een levendige whatsappgroep. Dit alles wordt gefaciliteerd door Charlotte Geeraert, de coördinator ‘coprogramma’ van Netwerk Aalst. “We gaan actief op zoek naar meerstemmigheid in de groep via ons eigen netwerk, via samenwerkingen met organisaties in en buiten Aalst, en natuurlijk via de netwerken van de mensen uit de groep zelf. We werken niet met open oproepen, omdat de verspreiding via onze communicatiekanalen enkel die mensen bereikt die ons al kennen en we net niet the usual suspects willen bereiken.” 

Enterfestival BXL – Kunst in vele handen was als participatief festival zijn tijd vooruit wanneer het in 2018 besloot om de programmatie in handen te geven van het publiek. Vanuit de vraag ‘hoe leg je kunst in handen van vele mensen?’ ontwikkelden de initiatiefnemers een methode om samen met wijkbewoners tot een artistiek programma te komen. Er werd een open call uitgeschreven waarbij participatieve projecten zich kandidaat konden stellen om op het festival getoond te worden. Er dienden 200 potentiële projecten in, die in eerste instantie beoordeeld werden door een divers samengestelde jury van mensen uit de kunsten en uit de rand. 

De 100 projecten die door de eerste selectieronde raakten, kwamen op tafel te liggen bij een bewonersgroep die daaruit een artistiek programma samenstelde voor hun wijk. In totaal waren er vier bewonersgroepen voor de wijken Laken, Haren, Woluwe en Centrum. Om mensen te vinden voor de bewonersgroep werden straatacties per wijk georganiseerd: van breien in Laken tot badges maken in Woluwe. 

Er werd actief gezocht naar ondervertegenwoordigde stemmen in het geïnstitutionaliseerde veld van de Brussels kunsten. De festivalcoördinatoren faciliteren het gesprek en nemen zelf de eindverantwoordelijkheid op: “We komen met een doos en we vragen om die doos vorm en inhoud te geven. We betrekken zoveel mogelijk mensen, maar wij blijven verantwoordelijkheid nemen. We schuiven die niet af,” stelt Ewout D’Hoore die als theatermaker één van de vier bewonersgroepen begeleidde.

ENTER Festival BXL – (c) Sulaiman Jaffa

Het TheaterFestival werkt dit jaar naast de vaste jury ook met een wijkjury per stad. Die vullen een deel van het programma in. “De wijkjury bestaat uit 10 à 12 onbevangen stadsbewoners van verschillende leeftijden en culturele achtergronden die niet eerder of nauwelijks met theater in contact kwamen.” Samen met een wijkbuddy die hen gidst zullen ze per jaar 10 voorstellingen bezoeken in hun stad. Aan het einde van het theaterseizoen kiezen ze hun favoriet: De Keuze van de Wijkjury, die tijdens het festival geprogrammeerd wordt. 

Vrij in te vullen

Toestand, de organisatie die via tijdelijk gebruik van leegstaande panden een laagdrempelige en inclusieve sociaal-culturele dynamiek wil genereren in Brussel, gaat met hun Foliekes Foundation nog een stap verder. Deze pot van momenteel 20.000 euro ontstond uit prijzengeld en winst van feesten. “Iets waar niet enkel de organisatoren, maar de volledige community achter Toestand in investeerden en dus komt dat geld die community ook toe”, duidt coördinator Bie Vancraeynest. 

Het is een pot waar iedereen binnen de Toestand-community aanspraak op maakt: vrijwilligers, partners en teamleden. Na een mislukt experiment met open calls en het pitchen van voorstellen bij de Algemene Vergadering besloot Toestand het radicaal anders aan te pakken: geen criteria, anything goes. Je doet een uitgave, brengt het betaalbewijs binnen en krijgt het bedrag terugbetaald. 

“We gaan ervan uit dat wat je kan voorschieten, nooit buitensporige bedragen zijn. Op deze manier financieren we ‘foliekes’, uitgaven waarvoor je op weinig andere plaatsen terecht kan, zoals materiaal om een stick-and-poke tattoo workshop op poten te zetten, 1001 blikjes bier die werden uitgedeeld op de dag dat de horeca weer open ging na een lange lockdown of een generator voor betogers.” Bedoeling is om zo ‘foliekes’ waar anders geen geld voor beschikbaar is toch mogelijk te maken. “Wanneer de pot leeg is, bekijken we waarvoor de middelen zijn ingezet en of het opzet gewerkt heeft.” 

Goede afspraken maken goede vrienden

Wat is inspraak, hoe kan die eruitzien en hoe organiseer je die? En ook, inspraak waarin precies? Kan je publiek effectief de koers van je organisatie, een deel van je programmatie, …. bepalen en in welke mate? Algemene leidingen, programmatoren en kunstenaars breken zich vaak het hoofd over hoe je die inspraak zo inclusief en democratisch mogelijk kan organiseren, zeker wanneer er een juridische eindverantwoordelijkheid bij een persoon of bestuursleden ligt.

De manieren van werken verschillen danig, afhankelijk van de context en de noden van het publiek en de organisatie. Alles open ter discussie op tafel leggen kan ook verlammend werken. Een goed afsprakenkader dat op voorhand is doorgesproken met alle deelnemers helpt, net als transparantie over de verwachtingen of de mogelijkheid tot vergoeding. Het is dus belangrijk om eerst een richting te bepalen alvorens een meerstemmig debat rond (een deel van) je werking te organiseren.

Je leest: Kroniek Publiek: Kunst in vele handen