Een terugblik op digitalisering in de Landschapstekening

De thema’s uit de sectorontmoetingen over digitalisering, zoals gevisualiseerd inde Landschapstekening.

Enkele maanden geleden verwerkte Tom Ruette – hoofd informatiebeheer, onderzoek en kennisontsluiting van Kunstenpunt – de input vanuit de sector voor onze Landschapstekening Kunsten 2019 omtrent digitalisering. Hij schreef er toen al een blogtekst over. Maar hoe kijkt hij nu, enkele weken na publicatie, terug naar de tekst van toen?

De thema’s uit de sectorontmoetingen over digitalisering, zoals gevisualiseerd in de Landschapstekening.

Tom destilleerde 7 thema’s uit de input van de sectormomenten:

  1. Digitale distributie en digitale verkoop, bv. artlead.net
  2. Digitalisering achter-de-schermen in de werking van een (kunsten)organisatie, bv. yesplan.be
  3. Overweldigende impact op de hele keten
  4. Kritische metareflectie
  5. Data, rapportering, bureaucratie, dashboards en inzichten
  6. Publiek bereiken met digitale promotie
  7. Wijzigende verdienmodellen

De zeven thema’s staan voor hem nog steeds overeind, en ze vatten uiteindelijk ook maar gewoon de input van de sectormoment samen. De drie uitdagingen daarentegen waren een persoonlijke analyse:

  1. Verharding van de aandachtseconomie. De democratisering van de productie, de distributie én de promotie zorgt voor een groter aanbod — iets dat we uiteraard toejuichen, er is nooit te veel kunst! — waarin het moeilijker navigeren valt. De strijdt om de aandacht van het publiek wordt daardoor moeilijker, temeer omdat dat publiek ook potentieel meteen globaal is.
  2. Een dubbele waardekloof. De eerste waardekloof is het feit dat veel van de gecreëerde (financiële) waarde blijft hangen bij de technologieaanbieders. Vele “kleintjes” tellen voor technologieaanbieders op tot een substantiële hoeveelheid, terwijl voor de individuele “kleintjes” er geen accumulerend effect is. De tweede waardekloof is dat kunstenaars of kunstenorganisaties die beter kunnen omgaan met de digitale mogelijkheden zich beter kunnen “verkopen”, waardoor digitale skills ontwikkelen een essentieel onderdeel zijn van professionalisering.
  3. Digitale maturiteit. Een citaat:

“In een context waar er enerzijds een quasi-ongelimiteerd aanbod is van digitale technologie die oplossingen belooft voor allerhande problemen en waar anderzijds technologische spelers monopolies van bedenkelijke grootte kunnen uitbouwen, is de keuze voor technologie niet altijd evne makkelijk en onschuldig. Maar het ontbreekt aan een breed gedragen visie over hoe zulke keuzes gemaakt kunnen worden. Integendeel, onder het mom van ‘innovatie’ wordt de kunstensector aangespoord om mee voorop te lopen bij zich snel afwisselende technologische evoluties. Maar digitale maturiteit is net bewust, welvoerwegen en soms traag beslissen wanneer welke technologie rijp is om op in te zetten, met een realistische inschatting van de inspanning — financiële investeringen, benodigde opleidingen, potentiële tijdelijke terugval in productiviteit, langetermijneffecten, etc. — die het kost om een digitaliseringstraject te doorlopen.”

Die drie uitdagingen lijken me nog steeds relevant in deze snel veranderende digitale tijden.

Het memorandum van VIAA, publiq en Cultuurconnect bevestigt dit eigenlijk. In dat memorandum worden er vier pijlers van digitale transformatie aangehaald:

  1. Digitale innovatie: sluit aan bij mijn punt van digitale maturiteit. De roep voor innovatie moet gepaard gaan met een authentieke appreciatie van de toegevoegde waarde van de innovatie. De kunstensector is niet de technologische sector, en moet dus zeker niet kost wat kost technologische innovatie in het vaandel voeren, maar net artistieke innovatie.
  2. Digitale content: sluit aan bij mijn punt van de aandachtseconomie. Digitale content belandt de facto in de al goed gevulde aandachtsmarkt, en moet daarom kampen voor zichtbaarheid.
  3. Digitale competentie: sluit aan bij de tweede waardekloof. Als digitale skills cruciaal zijn in een professionele context, dan moeten we sterk inzetten op een level playing field. We willen voorop lopen qua digitalisering, maar mogen daarbij niet vergeten ook breed op te leiden. Innovatie gaat daarom hand in hand met een inclusief competentiebeleid.
  4. Digitale infrastructuur: sluit aan bij de eerste waardekloof. We willen een digitale infrastructuur die de (financiële) waarde van kunst evenredig verdeelt, en niet een winner-takes-all markt voedt. Het ontwikkelen en in gebruik nemen van een digitale infrastructuur moet daarom een hele bewust en doordachte keuze worden.