Spelers in de hedendaagse beeldende kunsten (vanaf 2006)

URSULA SCHULZ-DORNBURG (c) Fondation A Stichting

In het tweede deel van deze veldschets komen de gesubsidieerde spelers met en zonder collectie aan bod, net als private spelers (zowel profit als non-profit initiatieven).
Verder hebben we aandacht voor een groeiende verweving van kunst met de samenleving via inclusief werken, participatie en wisselwerking met andere sectoren.
Sinds 2006 biedt het Kunstendecreet een kader voor gelijkwaardige ondersteuning van kunstenaars en organisaties in verschillende disciplines. Vanaf 2006 kunnen ook beeldende kunstorganisaties meerjarige werkingssubsidies ontvangen. We eindigen met drie uitdagingen waarvoor het veld vandaag staat.
Meer weten over hoe het beeldende kunstenveld in Vlaanderen en Brussel tot stand is gekomen? Lees dan zeker deze schets die een historisch overzicht biedt van 1950 tot 2006.

1. Een waaier van beeldende kunstorganisaties

Presentatieplekken

Net als in de twintigste eeuw zijn individuele curatoren en/of kunstliefhebbers ook de jongste vijftien jaar de drijvende krachten gebleken achter de oprichting van nieuwe beeldende kunstorganisaties, zoals Extra City (2004) en LLS 387 (2007, nu LLS Paleis) in Antwerpen, Netwerk Aalst (2005), WARP (2006) in Sint-Niklaas en WIELS (2008) en Hangar Photo Art Center (2016) in Brussel. 

Daarnaast hebben ook steden of regio’s nieuwe organisaties voor beeldende kunst opgericht, zoals De Centrale voor hedendaagse kunst (2006) in Brussel, de kunsthalwerking van M Leuven (2009), Kunsthal Gent (2018) en de hedendaagse beeldende kunstwerking van het Hof van Busleyden (2018) in Mechelen, waartoe nu ook De Garage behoort.

De Stad Brugge voorziet tegen 2024 de opening van de nieuwe tentoonstellingshal Brusk en de Stad Kortrijk plant een nieuw museum in de Groeningeabdij met aandacht voor oude en hedendaagse kunst en lokale geschiedenis. Het Brussels Gewest heeft in 2017 dan weer KANAL-Centre Pompidou geopend: een multidisciplinaire kunstorganisatie die voor beeldende kunst kan putten uit de collectie van het Centre Pompidou in Parijs. 

Ook aan kunsthogescholen en universiteiten zijn er tentoonstellingsruimtes ontstaan, zoals KIOSK (2006) aan KASK in Gent, KRIEG (2017) aan PXL-MAD School of Arts in Hasselt, en Pilar Huis (2019) voor kunst en wetenschap aan de VUB in Brussel. De Sint-Lukasgalerie (LUCA Brussel) werd al in 1980 opgericht.

Fondation Thalie

Daarnaast telt het landschap verschillende presentatie-instellingen die ondersteund worden door verzamelaars en private actoren, met als belangrijkste kunstorganisaties La Loge in Brussel (2012) en Emergent in Veurne (2013). Andere initiatieven die de voorbije decennia werden opgericht, zijn Zebrastraat in Gent, Liebaert Projects in Kortrijk en de Villa Empain, Fondation A Stichting, Fondation Thalie, Fondation CAB, La Verrière e.a. in Brussel.

Veel beeldende kunstorganisaties in Vlaanderen zijn dus nog jong, maar ze hebben vandaag hun plaats naast beeldende kunstorganisaties die al vóór 2000 opengingen, zoals Croxhapox, Etablissement d’en Face, Argos, iMAL, Be-Part, MDD, CIAP, Z33 of NICC.

Daarnaast zetten ook enkele multidisciplinaire kunstencentra in op de productie en presentatie van hedendaagse beeldende kunst, zoals deSingel, Beursschouwburg, KAAP en STUK. Als federale instelling presenteert BOZAR dan weer vaak gevestigd talent in de hedendaagse beeldende kunst, en ontvangt het ook elke twee jaar de Belgian Art Prize. 

Presentatie-instellingen hebben — in tegenstelling tot musea — geen eigen collectie. Ze doen ook meer dan presenteren alleen: vaak ondersteunen ze ook de productie van nieuw werk voor ze het exposeren, en sommige tentoonstellingen zijn gekoppeld aan een residentie van een kunstenaar of curator. 

Projectruimtes

Deels als reactie op de beperkte (tentoonstellings)kansen binnen publieke instellingen is er ook heel wat privaat, non-profit initiatief van kunstenaars, curatoren en andere kunstwerkers. Zij continueren daarmee een jarenlange traditie van projectruimtes en kunstenaarsinitiatieven van voor de eeuwwisseling, van Etablissement d’en Face in Brussel tot Club Moral in Antwerpen.

Vandaag spreiden deze initiatieven zich over heel Vlaanderen en Brussel: A.VE.NU.DE.JET.TE – Institut de Carton, Ballon Rouge Collective, cAsstL, De Nor, Deborah Bowmann, l’Edition Populaire, Garage Cosmos, In de Ruimte, Croxhapox, Tick Tack, Out of Sight, Island, seconDRoom, Social Harmony, Sorry… Sommige plekken zijn artistieke projecten op zich, zoals Troebel Neyntje in Antwerpen. Samen bieden ze een diverse waaier aan kleinschalige initiatieven die door hun oprichters heel persoonlijk worden ingevuld en waarvoor verschillende benamingen in zwang zijn: off spaces, kunstenaarsinitiatieven of projectruimtes.

Idris Sevenans van Troebel Neyntje (c) Sofie Joye

Hun functie gaat verder dan louter presentatiekansen bieden: ze geven ruimte om te experimenteren, om bij te leren onder peers en om bruggen te slaan met lokale gemeenschappen. Ze moeten dan ook gezien worden als een belangrijke schakel in de talentontwikkeling van kunstenaars en andere professionals. 

Ofwel bezit of huurt de stichter van de projectruimte de plek, ofwel wordt gebruik gemaakt van tijdelijk leegstaande ruimtes. Sommige initiatieven draaien volledig op vrijwilligerswerk, andere financieren hun activiteiten met de verkoop van werken. Af en toe is er ondersteuning van een lokale of zelfs van de Vlaamse overheid.

Sommige projectruimtes groeien door naar kunstorganisatie, andere hebben een onregelmatig of kortstondig karakter. Soms bundelen projectruimtes de krachten, zoals De Biënnale van België: een initiatief van ‘In de Ruimte’ dat telkens een selectie projectruimtes, kunstenaarscollectieven en kunstenaars bij elkaar brengt.

Kunstfestivals, biënnales en triënnales

Naast vaste presentatieplekken zijn er terugkerende evenementen zoals kunstfestivals, biënnales en triënnales. Ze presenteren kunst in cultuurinstellingen, in andere ruimtes of in de publieke ruimte in de vorm van een parcours.

Het Kunstenfestival Watou is een van de oudste jaarlijkse festivals en brengt in Poperinge beeldende kunst in dialoog met poëzie. Beaufort, een initiatief van Westtoer, is een driejaarlijks kunstproject dat zich uitstrekt over de hele Belgische kustlijn. Met kunstinterventies in de open ruimte, met de zee als thema, wordt kunst verbonden met toerisme en de stedelijke ontwikkeling van de kust. Sinds de eerste editie van Beaufort in 2003 zijn vele kunstwerken blijven staan: samen vormen ze een permanent beeldenpark. 

De Triënnale in Brugge, opnieuw opgestart in 2015, verbindt kunst en architectuur met de historische binnenstad en met de stad van vandaag en morgen. Het is een initiatief van de Stad Brugge in samenwerking met Brugge Plus, Brugse musea en het lokale cultuurcentrum. De Stadstriënnale Hasselt-Genk is dan weer een multidisciplinair kunstenfestival dat Genk en Hasselt verbindt rond één bepaald thema en waaraan diverse kunstinstellingen deelnemen. Sinds 2018 organiseert de stad Kortijk om de drie jaar een stadsfestival om beeldende kunst bij een groter publiek te brengen.

Triënnale Brugge

Sinds 2003 wordt in Mechelen de Contour biënnale voor hedendaagse kunst georganiseerd, momenteel door Kunstencentrum Nona. Voor elke editie wordt een toonaangevend buitenlands curator aangesteld om hedendaagse kunst in en met de stad te brengen.

Kunstcentrum Warp in Sint-Niklaas organiseert elke drie jaar ‘Coup de Ville’, een kunstenparcours door de stad met ingrepen van beeldend kunstenaars rond één thema. Antwerp Photo is een internationale fotobiënnale die toont wat er leeft binnen de wereld van de fotografie. Nog tijdens de zomer organiseren het Roger Raveel Museum, het Museum van Deinze en de Leiestreek (mudel) en Museum MDD samen de biënnale van de schilderkunst. Sinds 1997 organiseert BOEM vzw Kunst & Zwalm, een tweejaarlijks kunst-event in Zwalm en omgeving.

Het Courtisane festival in Gent focust op audiovisuele kunst (experimentele film en video) en geeft vorm aan een cross-over tussen beeldende kunst en film. ARTEFACT is het jaarlijkse kunstenfestival van STUK met focus op (beeld)cultuur, actualiteit en maatschappelijke uitdagingen.

Nog in Leuven zetten STUK en M Leuven op het performancefestival Playground in op de cross-over tussen beeldende en podiumkunsten. Interdisciplinariteit, lokale inbedding, thematische inspiratie, publieke ruimte en samenwerking tussen meerdere partners typeren dus meerdere festivals, biënnales en triënnales. Ze bieden de hedendaagse beeldende kunst vaak extra zichtbaarheid bij een breder publiek. 

Hedendaagse beeldende kunst en musea

Musea voor moderne en hedendaagse kunst — zoals M HKA, Fotomuseum en Middelheimmuseum in Antwerpen, Mu.ZEE in Oostende, S.M.A.K. en de Vrienden v/h S.M.A.K. in Gent — verzamelen en conserveren hedendaagse beeldende kunst en stellen die collectie geregeld tentoon, naast tentoonstellingen van werk dat (nog) niet tot hun collectie behoort. 

Argos, Centrum oor audiovisuele kunst in Brussel, is de belangrijkste instelling voor de archivering, conservering en ontsluiting van Belgische kunstwerken op video. 

Sommige musea profileren zich als transhistorisch, omdat hun collectie oude en hedendaagse kunst overspant, zoals de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten in Brussel en het Groeningemuseum in Brugge. 

Museum Dhondt-Dhaenens (MDD), M Leuven, Roger Raveel Museum en Hof van Busleyden in Mechelen fungeren niet vanuit een actief aankoopbeleid voor hedendaagse kunst, maar ontplooien een kunsthalwerking die soms aansluiting zoekt met de permanente collectie van oude en/of moderne kunst. M Leuven beheert ook de CERA-collectie en put eruit voor zijn tentoonstellingen. Dat geldt ook voor het Museum van Elsene en het Museum van de Leiestreek in Deinze. 

Ook musea rond oude kunst (KMSKA, MSK), rond stadsgeschiedenis (MAS, STAM) of andere musea (Design Museum Gent, MIMA, Kazerne Dossin, ModeMuseum, Museum dr. Guislain) gaan regelmatig de dialoog aan met hedendaagse kunst. 

In 2016 opende het MIMA museum voor hedendaagse kunst in Brussel, dat nieuwe publieken wil aantrekken door een jonge generatie kunstenaars te belichten die de artistieke genres overschrijdt. Nog in Brussel opende in 2018 ook KANAL – Centre Pompidou, dat na zijn verbouwing zal kunnen putten uit de collectie van het Centre Pompidou. 

Mima

Een relatief recente ontwikkeling is dat sommige steden en het Brussels Gewest hun aandacht en interesse voor hedendaagse beeldende kunst vertalen in een actief aankoopbeleid, meestal rond kunstenaars die op hun grondgebied wonen en werken. Het Brussels Gewest stelt daarvoor een aankoopbudget ter beschikking van KANAL – Centre Pompidou. Het Antwerpse stadsbestuur startte een aankoopbeleid dat beheerd wordt door MUHKA. En Stad Leuven participeert in M-LIFE voor de aankoop van opkomend talent in samenwerking met M Leuven en Cera Foundation tijdens de Corona crisis.

Tenslotte bevragen ook Vlaamse musea hun waarderingskaders waarmee ze kunst verwerven en hun collecties betekenis geven. Kan de westerse kunsthistorische blik geopend worden naar andere culturele en historische waarderingskaders? Middelheimmuseum en Mu.ZEE herlezen hun site en collecties vanuit het koloniale verleden, op zoek naar een inclusieve manier van werken met collecties, kunstenaars en publieken. Het M HKA stelt deze vragen over waardering aan de hand van de tentoonstelling Monoculture.

Private musea

Niet alleen publieke collecties organiseren een tentoonstellingsaanbod. Ook verschillende private verzamelaars stellen hun werken open voor het publiek.

Verzamelaars zoals Frédéric de Goldschmidt, Annick en Anton Herbert, Geert Verbeke en Carla Verbeke-Lens, Charles Riva, Walter Vanhaerents, Mark Vanmoerkerke, Hugo Voeten (†), Alain Servais of de familie Deweer doen dat in eigen presentatieplekken en doorgaans met werken uit hun persoonlijke verzameling.

Sommige verzamelaars stellen hun eigen initiatief dan weer ten dienste van kunstenaars of zelfs van andere verzamelaars, zoals Été 78 of de Verbeke Foundation

Verbeke Foundation

Tijdschriften, publicaties en kunstenaarsboeken

Sinds meerdere decennia spelen kunsttijdschriften en publicaties een belangrijke rol in de discoursvorming en het publieke debat rond hedendaagse beeldende kunst. Tijdschriften als De Witte Raaf (1986) en HART magazine (2006) brengen vandaag recensies en verdiepende stukken rond kunst, TheArtCouch is een wekelijks online magazine en ook Rekto:Verso en Etcetera publiceren regelmatig stukken rond beeldende kunst.

Niet-periodieke publicaties rond specifieke oeuvres of tentoonstellingen worden meestal uitgegeven door de kunstinstellingen zelf, al dan niet in samenwerking met een uitgever uit binnen- en buitenland, zoals Mercatorfonds, Lannoo, Imschoot uitgevers, Hannibal Books, MER., Borgerhoff&Lamberigts, Art Paper Editions, Posture Editions.

More Publishers

Vlaanderen heeft bijvoorbeeld een sterke traditie in kunstenaarsboeken, waarbij het boek het kunstwerk zelf is. Ze worden uitgegeven door de kunstenaars zelf, al dan niet in beperkte oplage, of zij gaan daarvoor een samenwerking aan met een van de bovenvermelde uitgeverijen of met gespecialiseerde uitgevers als Gagarin, Gevaert Editions, Triangle Books, RIOT, Theophile’s Papers, MOREpublishers, MER.Paper Kunsthalle, From Me To You publications …

Beeldende kunst en samenleving: van ‘bereiken’ naar ‘samen maken en ontmoeten’

Net als andere kunstdisciplines treedt ook beeldende kunst op verschillende manieren actief in dialoog met de samenleving. Zo zetten kunstorganisaties meer in op publiekswerking en ontwikkelen ze meer oog voor diverse publieken om iedereen toegang te geven tot kunst.

Rasa brengt kinderen en jongeren in contact met hedendaagse kunst door reizende tentoonstellingen rond een thema op maat van hun leefwereld. Kunstinstellingen streven naar een actieve dialoog met diverse bewoners via specifieke projecten waar ook kunstenaars bij betrokken worden, zoals de gemeenschappelijke tuin of het parkfestival SuperVliegSuperMouche bij Wiels, de creatieve dialoog tussen activisten, kunstenaars en lokale bewoners in ‘de fabriek’ van Netwerk Aalst, de ontmoeting buiten de schooltijd tussen verschillende jongeren, culturen en kunstenaars in Boslabs van Het Bos, of de subjectieve rondleidingen door de tentoonstellingen van Argos met mensen uit verschillende culturele velden die de werken interpreteren vanuit hun perspectief. 

Nieuwe kunstinitiatieven draaien die relatie tussen kunst en publiek radicaal om: kunst en zelfs hele organisaties verankeren zich op diverse plekken in de stad, waardoor het creatie- en ontmoetingsproces vanzelf allerlei vragen gaat oproepen rond kunst in de samenleving. Per definitie werken deze initiatieven inclusief en gaan ze zorgzaam om met kunstenaars, bewoners, ruimte en materiaal. Denk aan het creatief platform The Constant Now dat focust op diversiteit. Denk aan Toestand in de Brusselse Kanaalzone of De Koer in het midden van de Brugse Poort te Gent. Of aan platformen als Cinemaximiliaan Globe Aroma of Post Collective voor kunstenaars en kunstliefhebbers met een achtergrond als nieuwkomer.

Globe Aroma

Wit.h in Kortrijk maakt artistieke projecten met mensen met een verstandelijke beperking, en KAOS en De Loods brengen kunst in de psychiatrische instelling. De klassieke verhoudingen tussen centrum en periferie, tussen wat kunst is en wat niet, tussen norm en uitzondering… worden omgekeerd of ten minste in vraag gesteld: van ‘beperking’ of ‘outsider’ naar inclusief en cultureel validisme. 

Beeldende kunst gaat ook relaties aan met andere sectoren, zoals onderwijs, de bedrijfswereld, zorg, wetenschap en innovatie… of met omgevingen als de publieke (stedelijke) ruimte, natuur en bos. Kunst treedt buiten de muren van het atelier of de tentoonstellingsruimte. De dialoog met sectoren met andere finaliteiten voelt vruchtbaar voor beide partijen. In Limburg wordt een traject opgestart rond kunst, architectuur en landschap langs fietspaden, in Gent gaan kunstenaars aan de slag met arbeiders van de groendienst rond gerecycleerd afval, een kunstenaar werkt met de NASA samen om via nanotechnologie een nieuwe kleur te ontwikkelen, of kunstenaars werken langdurig in de zorg. Net in die cross-sectorale dialoog hebben verschillende organisaties zich gespecialiseerd: Arteconomy, Gluon (kunst, wetenschap en educatie), iDROPS (sociale innovatie), De Nieuwe opdrachtgevers, het Platform Kunst in Opdracht

Deze organisaties kunnen we ook benaderen vanuit subdisciplines of thema’s: 

  • Hedendaagse schilderkunst en beeldhouwkunst komen aan bod in instellingen als BOZAR en WIELS in Brussel en M Leuven, in de musea voor moderne en hedendaagse kunst M HKA, S.M.A.K. en Mu.ZEE, of in kleinere musea waaronder MDD in Deurle of het Roger Raveelmuseum in Machelen-aan-de-Leie. 
  • Experimentele praktijken en/of maatschappelijke thema’s als stedelijkheid, duurzaamheid en dekolonisatie komen aan bod bij organisaties als Netwerk Aalst, KIOSK in Gent, LLS Paleis in Antwerpen, Kunsthal Gent, Extra City in Antwerpen, La Loge, Wiels en de CENTRALE voor hedendaagse kunst in Brussel en Contour Biennale in Mechelen. 
  • Enkele instellingen schenken aandacht aan audiovisuele en beeldende kunst, zoals Argos en Beursschouwburg in Brussel, STUK in Leuven, Contour Biennale in Mechelen en Courtisane in Gent. 
  • Fotografie komt aan bod in het Fotomuseum in Antwerpen, bij Bozar, Wiels, Stichting A en Hangar in Brussel, en in M Leuven.
  • STUK, M Leuven en Kaaitheater in Brussel zetten dan weer in op performance als cross-over tussen beeldende en podiumkunsten. 
  • Geluidskunst komt doorgaans meer specifiek aan bod in iMAL, de CENTRALE voor hedendaagse kunst in Brussel, Z33 in Hasselt en STUK en Artefact festival in Leuven. 
  • Daarnaast zet Z33 ook in op de cross-over tussen design, architectuur en beeldende kunst. 
  • Het Frans Masereel Centrum in Kasterlee is dan weer een expertisecentrum voor hedendaagse grafische kunst.
  • Kunst en wetenschap, media en technologie komen aan bod bij Constant vzw, GLUON en iMAL te Brussel, en in werkplaatsen zoals Werktank en Overtoon.

2. Kunstenaars als drijvende kracht

Beeldend kunstenaars in Vlaanderen en Brussel houden er uiteenlopende praktijken op na, gaande van schilderkunst, beeldhouwkunst en fotografie tot video, installatie, performance, geluidskunst, kunst in de publieke ruimte of participatief werk. Zij werken vaak alleen, in een omgeving met steeds wisselende professionele partners.

Ondanks de beperkte steun van de overheid hebben zij voor zichzelf een praktijk en een omkadering weten uit te bouwen en te professionaliseren. Kunstenaars met voldoende inkomsten kunnen een studio uitbouwen om met verschillende experts en assistenten samen te werken als een soort productie-eenheid in hun dienst.

Dat is bijvoorbeeld het geval bij Berlinde De Bruyckere, David Claerbout, Joëlle Tuerlinckx, Hans Op de Beeck of Dirk Braeckman, om maar enkele namen te noemen. Daarnaast stellen we vast dat kunstenaars tijdens het voorbije decennium meer samenwerken, en ruimte en middelen delen.

Atelierwerkingen

Enkele organisaties bieden betaalbare werkruimte voor kunstenaars aan: Cas-Co (Leuven), De Tank (Brugge), Nucleo (Gent), Studio Start/AAIR (Antwerpen), Vonk (Hasselt en Genk). Level Five is een recent initiatief in Brussel opgestart voor en door kunstenaars. Ze onderhandelen met de lokale overheid en met private spelers rond het tijdelijk gebruik van leegstaande ruimtes en streven naar langetermijnperspectief door de aankoop of langdurig gebruik via erfpacht.

Naast fysieke ruimte bieden ze kunstenaars een vruchtbare biotoop om onderling kennis te delen en samen activiteiten op te zetten als open studio’s, studio visits, tentoonstellingen en projecten. Deze organisaties worden daarvoor ondersteund door hun lokale overheid. Enkele atelierinitiatieven hebben zich verenigd in de vereniging UFO.

De Tank

Kunstenaarsinitiatieven 

Steeds meer kunstenaars bundelen de krachten en zetten samen initiatieven op. Zo delen ze atelierruimte door tijdelijk gebruik van leegstand of door samen te huren of te kopen. Vaak organiseren ze er kleine tentoonstellingen en lezingen. Ook zetten ze zelf presentatieruimtes op ook wel ‘projectruimtes’ genoemd. Daar tonen ze niet alleen eigen werk, maar ook dat van andere kunstenaars die zij belangrijk vinden (zie ook ‘projectruimtes’). 

Om artistieke, zakelijke en promotionele kennis te delen zetten kunstenaars organisaties op. Een van de pioniers daarin is het productie- en distributieplatform Auguste Orts, opgericht in 2006 door Herman Asselberghs, Sven Augustijnen, Manon de Boer en Anouk de Clercq. Algauw werd hun initiatief gevolgd door andere nieuwe gedeelde structuren van kunstenaars: Overtoon, Werktank, Jubilee, Escautville, Elephy, Messidor

Overtoon

Een nieuwe generatie kunstenaars zorgt voor nieuwe platformen en collectieven, die naast zakelijke kennis ook een agenda hebben rond de manier van (samen)werken en hoe ze als kunstenaars in de samenleving staan. Ze hebben aandacht voor thema’s als zorg, fair practice, inclusie en andere maatschappelijke vraagstukken. Denk aan Astrid Collectief, Permanent, Werktitel, collectief Faire-Part, het onderzoeksproject Greyzone Zebra, The Constant Now …

Residenties en werkplaatsen

Het aanbod aan residenties en werkplaatsen in Vlaanderen en Brussel heeft zich in de jaren 2000 sterk uitgebreid en geprofessionaliseerd, mede dankzij het Kunstendecreet. De klemtoon van residenties ligt op het artistieke proces en op experiment. Ze kunnen uiteindelijk leiden tot een publieke tentoonstelling, maar dat hoeft niet.

Residentieplekken bieden kunstenaars tijd en ruimte om hun praktijk te bevragen en te ontwikkelen tijdens een tijdelijk verblijf, soms in combinatie met een activiteitenprogramma of met mogelijkheden om werk te produceren. Door in een andere stad of in een ander land te verblijven of door residenten uit binnen- en buitenland te ontmoeten, breiden kunstenaars hun internationale netwerken uit.

Voorbeelden van organisaties met een residentiewerking voor beeldende kunst in Vlaanderen en Brussel zijn AAIR, Be-Part, WIELS, FLACC, Frans Masereel Centrum, Overtoon, Kunsthal Gent, CAS-CO i.s.m. M Leuven, KAOS, KAAP, Woning Van Wassenhove, Villa Empain, Timelab, Samenschool, Residentie Heyvaert of de Verbeke Foundation

Werkplaatsen worden meestal in één adem genoemd met residentieplekken, mede omdat sommige organisaties beide werkingen combineren. Werkplaatsen bieden infrastructuur, apparaten en/of materiaal waarin en waarmee kunstenaars concreet aan de slag kunnen. De kunstenaar krijgt feedback en productionele ondersteuning en soms ook organisatorisch advies. Voorbeelden zijn FLACC, het Glazen Huis, Frans Masereel Centrum, iMAL, Constant of Gluon. 

Deze residentieplekken en werkplaatsen staan open voor kunstenaars uit binnen- en buitenland, waardoor er vruchtbare wisselwerkingen ontstaan tussen professionals uit verschillende landen. 

Ook steeds meer beeldende kunstorganisaties bieden korte residenties aan, om met kunstenaars nauwere relaties aan te gaan. Denk aan Beursschouwburg, De Warande, Netwerk Aalst of Z33. Zo ondersteunen ze kunstenaars bij de ontwikkeling van een nieuw project.  

Hoger kunstonderwijs

Ook het hoger kunstonderwijs speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van praktijk en oeuvre. Vergelijkbaar met residentieplekken — maar dan voor een langere periode — geeft de postgraduaatsopleiding van het HISK aan professionele kunstenaars voor twee jaar de kans om zich te verdiepen in hun artistieke praktijk en hun netwerk uit te breiden.

In samenwerking met UGent en S.M.A.K. biedt KASK met ‘Curatorial Studies’ ook de enige postgraduaatopleiding voor curatoren in Vlaanderen aan. 

Andere opties voor artistiek onderzoek zijn een ‘onderzoek in de kunsten’ of een ‘doctoraat in de kunsten’ aan een van de Schools of Arts in Vlaanderen en Brussel. Een verschil is wel dat daarbij concrete uitkomsten verwacht worden: academische publicaties en een finaal werkstuk van het niveau van een doctoraalscriptie. 

Atelier van Emmanuel Vander Auwera tijdens HISK Open Studios 2015 (c) Laure Cottin

Subsidies voor kunstenaars

Rechtstreekse steun aan kunstenaars is cruciaal voor de ontwikkeling van talent en de realisatie van projecten. Het Kunstendecreet voorziet projectsubsidies, beurzen, kunstenaarstoelagen, tussenkomsten voor buitenlandse publieke presentatiemomenten en (internationale) residenties. Wie single screen audiovisueel werk maakt, kan terecht bij het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF).

Kunstenaarsbeurzen vormen een belangrijk overheidsinstrument voor de ontwikkeling van het oeuvre en de loopbaan van individuele kunstenaars. Complementair aan de beurzen kunnen kunstenaars zich kandidaat stellen voor een verblijf in een buitenlandse kunstenaarsresidentie waarmee de Vlaamse overheid een samenwerkingsakkoord heeft gesloten. Dat zijn: Residency Unlimited in New York, AIR Berlin Alexanderplatz, Jan Van Eyck Academie in Maastricht, Ujazdowski Castle Centre for Contemporary Art in Warschau, Cité Internationale des Arts in Parijs, Isola Comacina, Academia Belgica in Rome en Le 18 in Marrakesh. Daarnaast biedt de overheid ook residenties mediakunst en digitale cultuur aan in EMPAC, Medialab Prado en FutureLabs Ars Electronica.

De toekenning van projectsubsidies en beurzen voor beeldende kunst is niet stabiel over de jaren heen. Een bedrag van ongeveer 1,5 miljoen in 2008 daalt in 2010 naar 1 miljoen. In 2013 kent het een piek van 2 miljoen, om in 2015 opnieuw te dalen naar 1,1 miljoen en 1,3 miljoen in 2017. Bovendien daalt het aandeel beeldende kunst binnen het totale bedrag voor goedgekeurde projecten en beurzen van 28% in 2006 naar 14% in 2017. Ook het aantal toegekende projecten en beurzen beeldende kunst halveert: van 174 in 2006 naar 86 in 2017. 

De (meer bescheiden) tussenkomsten voor buitenlandse publieke presentatiemomenten schommelen evenzeer, maar het jaarlijks toegekende bedrag stijgt wel van ongeveer 70.000 euro in 2006 naar ongeveer 170.000 euro in 2017. Ook het aandeel beeldende kunst in de toegekende bedragen neemt toe: van 12% in 2006 naar 23% in 2017.

Rol van de curator

De curator vormt voor kunstenaars een inhoudelijk klankbord en een schakel tussen kunstenaar en publiek. Curatoren stellen tentoonstellingen samen en reflecteren over kunst in lezingen, teksten en publicaties. Zo zijn het dikwijls schrijvers. Ook hun rol in de internationalisering en canonisering van bepaalde oeuvres valt niet te onderschatten. 

Curatoren werken contractueel voor (publieke en private) instellingen of op freelancebasis. De freelancers nemen vaak zelf het initiatief voor tentoonstellingen of worden door kunstenaars, verzamelaars, kunsthallen, musea, biënnales, stadsfestivals… gevraagd om tentoonstellingen te cureren. Ze volgen een eigen artistieke agenda en profileren zich door een bepaalde aanpak, een specifiek thematisch onderzoeksgebied of door diepgaande relaties met bepaalde kunstenaars. 

Het freelancestatuut van veel curatoren weerspiegelt zeker niet altijd een eigen keuze voor onafhankelijkheid, maar is het gevolg van het beperkte aantal beeldende kunstorganisaties in Vlaanderen. Curatoren gaan daarom projectmatig aan de slag binnen de groeiende waaier aan festivals, kunstparcours en biënnales.

Komplot

Daarnaast zetten freelance curatoren ook eigen collectieven op — zoals Komplot of meeR — of richten ze mee projectruimtes op met andere curatoren, schrijvers en kunstenaars.

Tenslotte kunnen onafhankelijke curatoren ook zelf projectsubsidies aanvragen, maar voor een ontwikkelingsbeurs komen ze vooralsnog niet in aanmerking — ook al zijn onderzoek en ontwikkeling voor een curator even essentieel als voor een kunstenaar.

De functie van curator splitst zich de jongste jaren meer en meer uit tussen productie van nieuw eigen werk (dossiers schrijven, partners zoeken) en de promotie en vertegenwoordiging van kunstenaars. Die tweede categorie van agenten of vertegenwoordigers heeft een ruim netwerk aan contacten maar wel geen galerieruimte, wat hen doet verschillen van promotiegaleries als Tallieu Art Office, A touch of art, Berserk Art Agency, arp:, …

Internationalisering

Kunstenaars bouwen internationale netwerken uit door prospectie, door (buitenlandse) residenties en werkplaatsen, door samen te werken met curatoren en kunstorganisaties met internationale netwerken en via galeries en verzamelaars.

Daarnaast worden er meer solotentoonstellingen van Belgische kunstenaars samengesteld door Vlaamse kunstorganisaties die internationaal reizen. Zo krijgen belangrijke oeuvres van oudere kunstenaars die in het buitenland lange tijd  onder de radar zijn gebleven, eindelijk internationale waardering.

Tegelijk verblijven er meer en meer buitenlandse kunstenaars en curatoren in onze steden, vestigen Vlaamse kunstenaars zich tijdelijk in een ander land of hebben ze een studio in twee landen. 

Kunstenaarsarchief en nalatenschap 

Ook na het overlijden van de kunstenaar blijven zijn of haar kunstwerken circuleren, en breekt het oeuvre in sommige gevallen pas later door. Daarom zijn een overzicht van die werken en een goed archief onontbeerlijk. De verantwoordelijk voor de artistieke nalatenschap komt bij erfgenamen te liggen, die zich laten bijstaan door de overheid, kunst- en erfgoedinstellingen, academische spelers en verzamelaars. Cruciaal zijn daarom een goed stappenplan en een duidelijke omschrijving van de rol van alle betrokkenen, van privaat tot publiek. 

Het afgelopen decennium zijn er in Brussel en Vlaanderen enkele nalatenschappen of ‘Estates’ gesticht rond het oeuvre van recent overleden kunstenaars, zoals Bernd Lohaus of Philippe Vandenberg. Zij zorgen voor de inventaris, het archief, de bewaring, de promotie en de (inter)nationale spreiding van het werk.

Om de kennis rond kunst(enaars)archieven en estates te bundelen en te ontsluiten, werd in 2017 — op vraag van de sector — het Centrum voor Kunstarchieven Vlaanderen (CKV) opgericht binnen het M HKA in Antwerpen. Het CKV maakt ook deel uit van TRACKS, een online toolbox met richtlijnen voor kunstenaars en kunstenorganisaties om zorg te dragen voor het eigen archief en/of de collectie(s).

3. De (inter)nationale kunstmarkt 

Wereldwijd onderging de kunstmarkt het afgelopen decennium een schaalvergroting om werkelijk mondiaal te opereren, mede onder invloed van de enorme kapitalen die nu ook beleggen in hedendaagse kunst. Ook in Brussel en Vlaanderen hebben galeries als Zeno X of Xavier Hufkens die schaalvergroting ingezet.

Ze vertegenwoordigen meer kunstenaars, hebben hun ruimtes uitgebreid en doen steeds meer kunstbeurzen op verschillende continenten aan. Toch zijn de Belgische galeries geen machtige wereldspelers: ze blijven veeleer trouw aan hun engagement tegenover kunstenaars en de sector. 

Opmerkelijk is bijvoorbeeld dat de Belgische galeries – zelfs de zeer grote – hun vestiging in België behouden en geen bijhuizen openen. Zo openden er slechts enkele dépendances in het buitenland: tot enkele jaren terug Jan Mot in Mexico City en sinds kort Baronian Xippas in Parijs en Genève door de fusie van de Brusselse galerie Baronian met het Parijse Xippas. 

Baronian Xippas

België telt uiteenlopende galeriemodellen: van zeer groot tot middelgroot en klein/alternatief. Vooral de middelgrote galeries hebben het erg moeilijk. De belangen van het merendeel van de (grotere) galeries in Brussel en Vlaanderen worden behartigd door de Belgische Unie voor Promotiegaleries (BUP). Kleinere of alternatieve galeriemodellen maken doorgaans geen deel uit van de BUP.

De euforie rond Brussel als nieuw verklaarde kunstmetropool zorgde recent voor een geografische herschikking van de galeries tussen Antwerpen en Brussel, maar die beweging heeft zich vandaag gestabiliseerd. Brussel is nu de belangrijkste galeriestad en oefent een aantrekkingskracht uit op buitenlandse galeries als Barbara Gladstone (New York), Mendes Wood (Sao Paulo), Almine Rech (Parijs), Daniel Templon (Parijs), Natalie Obadia (Parijs), Michel Rein (Parijs), Dvir Gallery (Tel Aviv), Bernier / Eliades (Athene), CLEARING (New York) …

Antwerpen heeft zich volledig hersteld en trekt nieuwe galeries aan, heeft Art Antwerp en het Antwerp Art Weekend. Ook Gent behoudt zijn aanbod aan galeries en Knokke kent vooral tijdens de zomer en de weekends een bruisende galeriescene.

Qua beeldende kunstbeurzen kent België een sterke continuïteit. Ondanks de aanwezigheid van verschillende beurzen is Art Brussels veruit de belangrijkste en ook de oudste. Zo vierde Art Brussels in 2018 zijn 36e verjaardag en een 50-jarig bestaan. Het bereik van de beurs is vooral lokaal, met aantrekking van de buurlanden en de Angelsaksische landen. Het lijkt daarin op de kunstbeurzen van Keulen, Wenen of Madrid.

In 2011 vond in Brussel ook de eerste editie plaats van de off-beurs Poppositions, een curatorial event dat een platform biedt aan zowel galeries met een projectspace-profiel als aan kleinere kunstorganisaties. In 2016 kreeg Art Brussels concurrentie toen de New Yorkse kunstbeurs Independent tijdens Art Brussels neerstreek in de hoofdstad en een alternatief bood. Toch bleek het grote potentieel voor Independent aan verzamelaars in België veeleer een mythe: het verhoopte volume aan transacties bleef beperkt en de laatste Brusselse editie van Independent vond plaats in 2018.

De situatie van de kunstmarkt heeft uiteraard ook zijn weerslag op kunstenaars. Onderzoek geeft aan dat intussen 50% van de Brusselse en Vlaamse beeldend kunstenaars een galerie heeft. Een klein deel van hen wordt vertegenwoordigd door mondiale spelers in binnen- en buitenland, waardoor ze toegang hebben tot mondiale kunstnetwerken. De meeste kunstenaars met een galerie worden echter vertegenwoordigd door een middelgrote of kleine galerie met een bereik in eigen land en de buurlanden. 

Hoewel de private sector een belangrijke rol kan spelen binnen het beeldende kunstveld en voor de publieke actoren, heerst er in Vlaanderen en Brussel veel wantrouwen tegenover galeries, verzamelaars en veilinghuizen. Ondanks inspanningen van enkele musea en kunsthallen om verzamelaars te betrekken bij hun werking, blijven vooral individuele relaties op basis van vertrouwen de dienst uitmaken – veeleer dan een structurele verhouding tussen publieke en private sector zoals in Duitsland, Zwitserland en de Angelsaksische landen. 

2. Uitdagingen in de hedendaagse beeldende kunst

In de Landschapstekening Kunsten (2019) worden meerdere specifieke kwesties vermeld voor het Vlaamse veld van de hedendaagse beeldende kunst. We vatten ze hier kort samen. De volledige analyse is online te vinden.

  • De sociaal-economische positie van de beeldend kunstenaar (en van curatoren en andere kunstwerkers) verbeteren.
  • De lokale rol van hedendaagse beeldende kunsten versterken, in relatie tot de groeiende interesse en rol van lokale overheden voor de beeldende kunst en het groeiende belang van beeldende kunst voor lokale gemeenschappen en in de publieke ruimte.
  • Duurzaam werken in een internationale omgeving, in relatie tot de toenemende internationalisering en culturele diversiteit in Vlaanderen en de nood aan duurzaamheid, eerlijk en inclusief werken in de mondiale wereld van de beeldende kunst.
Je leest: Spelers in de hedendaagse beeldende kunsten (vanaf 2006)