Pilootproject #3: Hoe kan de Provincie Antwerpen haar kunstcollectie ontsluiten?

Met de bouw van het nieuwe Provinciehuis in Antwerpen rees de vraag welke bestaande of nieuwe kunstwerken uit de provinciale collectie geïntegreerd kunnen worden in het gebouw of in de onmiddellijke omgeving. Dat inspireerde de dienst Cultuur tot een nieuwe kunstopdracht: drie kunstenaars of curatoren werden als bemiddelaars aangesteld om vanuit verschillende perspectieven de mogelijkheden van de bestaande kunstcollectie van de Provincie Antwerpen te onderzoeken.

We proberen hier content te tonen van YouTube.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op YouTube

Kunst in Opdracht: provinciehuis Antwerpen, Nico Dockx en Sarah De Wilde
Antwerpen, Provinciehuis (c) Niels Donckers

Opdrachtsituatie

De Provincie Antwerpen bouwt in hartje Antwerpen een nieuw Provinciehuis naar een ontwerp van Xaveer De Geyter Architects. Het huis is opgevat als een paviljoen in een nieuw park met een publiek karakter. Met de sloop van het oude gebouw is een groot deel van de kunstcollectie zijn vertrouwde habitat kwijt, terwijl er niet meteen duidelijkheid is over een nieuw onderkomen.

Zijn er andere manieren denkbaar om met een collectie om te gaan dan de klassieke vormen van bewaring en (re)presentatie? En welke effecten hebben die alternatieven op hoe een collectie wordt gewaardeerd en hoe werken daaruit worden gelezen?

Pilootkarakter

‘Case’ in een debat omtrent publieke ontsluiting en waardering van publieke collecties; onderzoek van de rol van kunst, niet als resultaat maar als aanjager van collectiebeleid.

De vraag die in dit pilootproject aan de orde is, houdt verband met de Provinciale kunstcollectie in zoverre deze ook de representatie is van het publiek domein waar deze publieke overheid zich kenbaar maakt. Met het besluit van de Vlaamse Regering om de bevoegdheid Cultuur van de provincies te schrappen en het verder inkrimpen van de fysieke openbare ruimte waarover deze overheid kan beschikken, handelt het zoeken van een bestemming voor deze Provinciale kunstcollectie meer dan ooit over de culturele waarde en betekenis van het publieke domein voor deze opdrachtgever.

Dit vraagt om een verschuiving van de focus van dit pilootproject naar de kwalificatie van ‘het publieke’, eerder dan de heterogene Provinciale kunstverzameling zelf. Met ‘openbaarheid’ als aanleiding voor een nieuwe kunstopdracht verruimt het ambitiekader van het kunstproject. Het ontwikkelen van een visie die de representatieve functie en publieke functie, en de ontsluiting en visibiliteit van een heterogene kunstcollectie bevraagt en herformuleert, wordt daarbij de uitdaging voor een artistiek project.

De collectie als zelfportret. De collectie – als beeld bij en/of van die evolutie – toont de politieke en publieke verantwoordelijkheid van de overheidsinstelling. Deze heeft een openbaar statuut, dat wil zeggen dat gecollectioneerd wordt met een publiek voor ogen. Een collectie is in dit opzicht een collectie van beslissingen van een organisatie en bijgevolg ook de weerspiegeling van een culturele beeldtaal of een politieke oriëntatie. Hoe de beslissingen werden genomen, hoe deze beslissingen zich verhouden ten opzichte van het beeld dat de organisatie of bestuurlijke instelling van zichzelf heeft, komen we via de collectie te weten. We kunnen aan de collectie en haar structuur met andere woorden aflezen hoe een openbare instelling over zichzelf denkt en welke publieke verantwoordelijkheden ze opneemt met betrekking tot identiteitsvorming, representatie en geschiedschrijving.”

uit “Een kunstcollectie, een hybride vorm, een identiteit”, reflectietekst van Pieternel Vermoortel in de publicatie over de pilootprojecten ‘Meer dan object’.

Gerealiseerde kunstenaarsvoorstellen

Voor het pilootproject rond de collectie van de Provincie Antwerpen werd in verschillende fases, en met de inbreng van beeldend kunstenaars, curatoren en medewerkers van de Provincie, nagedacht over de integratie van de erg diverse, meer dan 2300 objecten tellende verzameling die de Provincie in de loop der jaren samenbracht. Een centrale plek in het project was voorbehouden voor het nieuwe Provinciehuis, dat als toekomstig onderdak en toonplek voor de verzameling een concrete vorm kan geven aan een vernieuwd collectiebeleid. Tegelijk werd nagedacht over nieuwe manieren om de collectie ook buiten die muren te laten leven.

Realisatie 1: (On)begane grond

Dit project vond plaats naar aanleiding van de ‘eerstesteenlegging’ van het nieuwe Antwerpse Provinciehuis (in werkelijkheid werd hier niet de eerste steen gevierd maar wel het eerste raam) op 10 september 2015. Bij die gelegenheid vroegen Nico Dockx en Sara Weyns drie kunstenaars van wie werk is opgenomen in de kunstcollectie van de Provincie Anwerpen – Charif Benhelima, Joris Ghekiere en Steve Van den Bosch – om op hun beurt elk een kunstenaar uit te nodigen. Zij vroegen Sarah De Wilde, Tomo Savić-Gecan en Helmut Stallaerts om samen met hen een werk te realiseren op de funderingsmuur van de ondergrondse parking.

Deze zes kunstenaars creëerden op een week tijd een 20 meter lang kunstwerk op de muur. Het werk was slechts twee weken zichtbaar voor het publiek en verdween vervolgens onder de grond, als ‘archeologische vondsten voor de toekomst’, aldus Nico Dockx. De werken zijn wél uitgebreid gedocumenteerd en worden opgenomen in de kunstwerkencatalogus van de Provincie Antwerpen.

Schilder Joris Ghekiere enkele maanden later zijn schildering nogmaals aan op de binnenzijde van dezelfde muur. Het spiegelbeeld van het woord TOMORROW, aangebracht op een muur van de parkeergarage, herinnert niet enkel aan het ondergrondse project maar ook aan de kunstenaar zelf, die op 2 december 2016 overleed.

Realisatie 2: Posterproject Collectie van/voor

Onder de titel ‘Collectie van/voor’ creëerde de Nederlandse kunstenaar Willem Oorebeek in samenwerking met grafisch vormgever Amina Saâdi een nieuw werk op basis van het schilderij ‘Lucienne’ door Pieter Rottie en de bijbehorende tekst uit de overzichtscatalogus van de collectie. Die nogal academische beschrijving werd bovenop het herschaalde meisjesportret gedrukt.

Het resultaat werd van midden december 2016 tot midden januari 2017 als poster verspreid in het Antwerpse straatbeeld, als een alternatief antwoord op de vraag hoe een collectiestuk een nieuw, ander, publiek leven kan gaan leiden.

Het werk Collectie van/voor maakt deel uit van het onderzoeksproject Verzamelde perspectieven, gecureerd door Pieternel Vermoortel.

Realisatie 3: installatie van Nico Dockx

Nico Dockx deed een hele reeks voorstellen om het openbaar karakter van de collectie aan te kaarten, bloot te leggen en nieuw leven in te blazen. De opdrachtgever koos uiteindelijk voor een voorstel dat zal worden uitgevoerd op het gelijkvloers van het gebouw, waar de voor het publiek vrij toegankelijke hal is gevestigd.

Het gaat om een vierhoekige structuur die is opgebouwd uit verticaal georiënteerde houten balken. De module heeft niet echt een binnen- of buitenkant, en doet tegelijk dienst als centraal depot en als een variabele tentoonstellingsplek. Door zijn toegankelijkheid nodigt deze vorm ook uit om collectiestukken uit het archief te nemen en te laten circuleren in het gebouw of daarbuiten.

Wie & waar?

Opdrachtgever

Provincie Antwerpen

Projectteam

Walter Rycquart, departementshoofd Cultuur
Marcel De Cock, diensthoofd Bibliotheken en Kunsten
Bob Daems, adviseur Beeldende Kunst
Daniël Verheyen, programmamanager nieuw Provinciehuis, Stafdienst Logistiek
Lisa Wauters, secretariaat Stafdienst Logistiek

Bemiddelaars

Sara Weyns, Middelheimmuseum
Nico Dockx, kunstenaar-curator
Pieternel Vermoortel, curator en criticus

Kunstbudget

€ 160.000 (€ 120.000 opdrachtgever + € 40.000 Pilootprojecten)

Je leest: Pilootproject #3: Hoe kan de Provincie Antwerpen haar kunstcollectie ontsluiten?