Geluidskunst in Vlaanderen: een groeiende discipline

Sinds de jaren 1990 groeit geluidskunst in Vlaanderen via nationale en internationale impulsen uit tot een dynamische scene met eigen makers, organisaties en productieplatformen. Tijdens het voorbije decennium krijgt de discipline ook volwaardige erkenning binnen het Vlaamse kunstenlandschap.

In vergelijking met andere Europese landen en regio’s bestaat het Vlaamse veld uit een rijk ecosysteem met een veelheid aan organisaties en kunstenaars die op uiteenlopende vlakken actief zijn rond het medium geluid. Met vandaag Brussel als motor laten zij een zeer jonge en internationale scene resoneren.

Deze tekst bekijkt de geluidskunst met een ruime blik en geeft inzicht in de organisaties en kunstenaars in het veld van de discipline in Vlaanderen. We gaan daarbij ook dieper in op raakvlakken en overlappingen met andere disciplines. Je leest hoe het veld gegroeid is en hoe het medium geluid vandaag de brug maakt tussen publiek, kunst en de steeds snellere veranderingen op technologisch, maatschappelijk en/of ecologisch vlak.

We proberen hier content te tonen van Vimeo.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op Vimeo

Geluidskunst in Vlaanderen: een groeiende discipline · Bekijk in de videozone

Geluidskunst, een definitie

Een definitie als instrument

Geluidskunst is een hybride, autonome kunstvorm die zich tussen verscheidene andere kunstdisciplines en sectoren bevindt, en die geluid centraal stelt in heel uiteenlopende vormen.

Van klankinstallaties in openlucht en spatiale speaker-opstellingen tot installatiekunst, podcasts, luistersessies, soundwalks, participatieve performance, interdisciplinaire creaties, experimentele muziek, performatieve concerten, audiovisueel werk, virtual reality of game omgevingen … 

Een eenduidige definitie geven voor hét geluidskunstwerk is onmogelijk. [1] Dat heeft onder meer te maken met de ontstaansgeschiedenis van het veld: het is niet gegroeid vanuit één specifieke fascinatie voor geluid binnen een bepaalde discipline, maar ontwikkelde zich vanuit muziek, beeldende en audiovisuele kunsten, en dat op verschillende plaatsen in de wereld. 

Geluidskunst is een vrij recent begrip dat vanaf de jaren 2000 met terugwerkende kracht een verzamelnaam is gaan vormen voor iets dat al veel langer bestond; iets dat verband houdt met de geschiedenis van muziek en kunst zelf: het zoeken naar nieuwe klanken, vormen, objecten, technologische media en ruimtes, die buiten het orkest of de galerij ruimte liggen. 

De ­makers zijn meestal artiesten met erg uiteenlopende achtergronden: muzikanten, architecten, radiomakers, sound designers, multimediakunstenaars, wetenschappers, antropologen, archivisten … Vaak zijn ze bv. muzikant én geluidskunstenaar, of architect én geluidskunstenaar.

Samen met de nog jonge uitvindingen in de geluids- en mediatechnologie (vaak in het zog van politieke en economische ontwikkelingen) [2] geven zij vorm aan dit culturele veld “dat vaak diffuus en onduidelijk lijkt” [3].  

Laura Maes, onderzoeker aan de UGent en geluidskunstenaar, formuleert enkele eigenschappen die het hybride veld typeren. Denk aan het werken met verschillende geluidsbronnen en materialen: elektronisch, elektro-akoestisch en/of akoestisch. Zoals bijvoorbeeld in het werk Polyhedra (2018) van kunstenaar Floris Vanhoof: een installatie bestaande uit een luidsprekerorkest van 50 verschillende geometrische vormen met ingebouwde speakers. 

We proberen hier content te tonen van Vimeo.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op Vimeo

Typerend is ook dat geluidskunstenaars vaak site specifiek werken, buiten de concertzaal of galerieruimte, en zich laten inspireren door de ecologische omgeving: de publieke ruimte in steden of open ruimte zoals landschappen, rivieren, zee en bos of leegstaande gebouwen. De inhoudelijke, akoestische of technische eigenschappen van de ruimte of het werk zelf zijn bepalend voor de ervaring

De afstand die gewoonlijk wordt bewaard tussen de toeschouwer en het kunstwerk of de uitvoerder(s) in zowel musea als concertzalen is hierbij grotendeels verdwenen. De bezoeker kan vaak rond of in het geluidskunstwerk lopen of wordt zelfs aangemoedigd om het geluid met het hele lichaam te ervaren. [4]

Geluidskunst breekt op deze manier met de muzikale praktijk als gecentreerd rond de compositie, en creëert expliciet een kader of context rondom de productie en perceptie van klank.

In België schreef kunstenaar, docente en onderzoeker Esther Venrooy in 2016 het essay On the Process of Becoming Silent and Listening: een uitgangspunt voor een dialoog over het waarnemen (kijken, luisteren, voelen) van een ruimte. In dit essay gaat ze niet zozeer in op de tastbare dingen die een ruimte of omgeving vormen, maar beschrijft zij het waarnemen van een ruimte door middel van verstilling en luisteren. [5]

Een werk dat hiermee speelt is de site specifieke installatie Bruit Blanc (2012) van het Brusselse kunstenaarduo VOID Collective [6] . De installatie is een esthetische reflectie op de bestaande discipline van de geluidsarcheologie: een poging om alle geluiden te lezen die elk oppervlak in de loop van zijn geschiedenis heeft geabsorbeerd, uitgaande van het idee dat geluid sporen nalaat van zijn interactie met elk materiaal door een natuurlijk fenomeen van geluidserosie. Al deze geluiden schetsen een beeld van de akoestische geschiedenis van de plek.

VOID – Bruit Blanc

Krachtlijnen in de internationale geluidskunstscene

Het nieuwe hybride veld van geluidskunst kreeg belangrijke impulsen vanuit historische en hedendaagse bewegingen zoals fluxus, Musique Concrète, elektronische muziek, land art, de ethnographic turn, radiokunst, transdisciplinaire en participatieve kunsten. 

Enkele grote internationale stromingen zijn: field recording, op installatie en/of technologie gebaseerde geluidskunst, soundscapes en akoestische ecologie, geluidssculpturen of -objecten, geluid als akoestisch / relationeel / fysisch fenomeen, geluidswandelingen, elektro-akoestische compositie, performatief geluid (akoesmatisch) of geluid als sociaal middel.

Vandaag zien we ook interessante tussenvormen tussen elektronische clubmuziek en geluidskunst met hybride vormen van sampling, computermuziek en noise. 

De ontwikkeling van de kunstvorm gaat hand in hand met de evolutie van nieuwe media. Nog nooit was het luisteren naar opgenomen geluid (recorded sound) zo tegenwoordig in het dagelijkse leven als vandaag. Denk maar aan de opkomst van de hoofdtelefoon, draagbare speakers en recorders, de opnamekwaliteit van smartphones, podcasts, de democratisering van de toegang tot muziek via online platformen … 

In een wereld die lange tijd gefocust was op het visuele vindt het luisteren zijn opmars. Een groeiende en heel diverse groep kunstenaars implementeert deze nieuwe vormen van en bewustzijn rond luisteren en de steeds veranderende akoestische omgeving in hun artistieke praktijk.

Luisteren naar / als revolutie

De eerste ideeën gaan terug naar het Italiaanse futurisme en het manifest L’arte dei rumori (1913) dat componist en instrumentenbouwer Luigi Russolo schreef als reactie op het lawaai en geluid van de 19e eeuwse industriële revolutie. Als gevolg van de sterk veranderde soundscape van zijn leefwereld, brengt hij het luisteren naar lawaai of ruis van de achter- naar de voorgrond, als een compositorisch materiaal, wars van tonaliteit.

Om deze geluiden hoorbaar te maken ontwikkelde hij de intonarumori, een reeks instrumenten die als voorlopers beschouwd kunnen worden van latere geluidskunstwerken. 

By Luigi Russolo – first published in The Art of Noise by Luigi Russolo, 1913, Public Domain.

In 1948 zorgde radiomaker Pierre Schaeffer in Frankrijk met Musique Concrète voor een definitieve doorbraak van opgenomen geluid als muzikaal materiaal.

Gelijktijdig ontwikkelde de Amerikaanse componist John Cage een focus op het luisteren en de definitie van wat muziek is. Met zijn werk 4’33” initieert hij in 1952 het idee dat elk geluid muziek kan zijn en dat zelfs luisteren naar de stilte een muzikale ervaring is. 

Een hele generatie bestudeerde dit luisteren (zoals o.a. La Monte Young en Eliane Radigue). Componiste en accordeoniste Pauline Oliveros formaliseerde vervolgens de kunst van het luisteren, meer specifiek het deep listening, een baanbrekende filosofie en praktijk die de aandacht voor elkaar via het luisteren centraal stelt. Een jongere generatie kunstenaars en componisten wordt nog altijd, het lijkt soms alsmaar meer, door Oliveros’ ideëen, werk en mentorschap gevoed. [7]

In Canada gaat componist en field recordist Murray Schafer verder aan de slag met dit luisteren. Hij boetseert met opgenomen geluiden soundscapes of klanklandschappen (Paysages Sonores) en lanceert met The World Soundscape Project een internationale praktijk rond akoestische ecologie en geluid in relatie tot de omgeving.

Zijn assistente Hildegarde Westerkamp onderzoekt de relatie tussen wandelen en geluid, en geeft vorm aan de eerste ideeën rond de praktijk van Soundwalking

Door de jaren heen veranderde het luistergedrag en ontvoogde geluid zich van zijn dienstbare rol in bijvoorbeeld film en theater naar een medium dat op zichzelf staat. Veel van deze vroege vormen en experimenten werden nadien met terugwerkende kracht benoemd als geluidskunst. Overheen een periode van circa 60 jaar evolueerde geluidskunst van een niche naar een dynamische discipline vandaag. De relatie tussen geluid, ruimte en materialiteit ontwikkelt zich tegelijkertijd ook verder in de architectuur, beeldende-, installatie- en mediakunst.

Deze veldschets geeft slechts een heel beperkte inleiding in het ontstaan van geluidskunst. Ook bijvoorbeeld Alvin Lucier, Sonic Arts Union, Halim El-Dabh en Karlheinz Stockhausen zorgden voor belangrijke ontwikkelingen, maar hier uitgebreider op ingaan, valt buiten het opzet van deze tekst. In verschillende naslagwerken kan je dieper op de geschiedenis ingaan. [8]

Geluidskunst in Vlaanderen

Pioniers 

De tendensen op internationaal terrein resoneren ook in Vlaanderen. Enkele componisten en kunstenaars spelen een trekkersrol in de vroege ontwikkelingen binnen de elektronische, spatiale en later ook de akoesmatische muziek. 

Zo was er de componist Karel Goeyvaerts (1923-1993) die in 1953 met Nummer 5 met zuivere tonen één van de eerste elektronische composities ter wereld maakte. Het werk is opgebouwd uit een mathematische constructie van zuivere sinustonen en ademt een puurheid uit door haar abstracte klankenstructuur. [9]

Een tweede belangrijk ankerpunt was het Philipspaviljoen op de wereldtentoonstelling Expo 58 in Brussel, een evenement dat vele (Belgische) componisten inspireerde. De ruimte voor spatiale elektronische muziek werd ontworpen door architecten Le Corbusier en Iannis Xenakis (ook componist). Je kon er Edgar Varèse’s elektronische muziekcompositie Poème électronique ervaren door 425 luidsprekers met diaprojecties op de muren.

In Gent werd in 1963 het Instituut voor Psycho Akoestiek en Elektronische Muziek(IPEM) opgericht als een samenwerking tussen de openbare omroep (toenmalige BRT, nu VRT) en de Rijksuniversiteit Gent. Het instituut had een tweeledige opdracht: enerzijds het verzorgen van producties voor radio en televisie, en anderzijds innovatief onderzoek voeren naar geluidstechnologie en elektronische muziek. 

Onder leiding van componisten als Louis De Meester (1904-1987) [10], Karel Goeyvaerts en Lucien Goethals (1931-2006) groeide het IPEM op internationaal vlak uit tot een productiestudio waar componisten en muzikanten kennis konden maken met de nieuwste technologieën, met aan de basis de praktijk van field recording. Met de opkomst van digitale media werd het lab vanaf 1987 ingericht als universitair onderzoekslab. 

Steeds opererend op de snijlijn tussen kunst en wetenschap was het IPEM lange tijd een van de weinige plekken in België waar geluidskunstenaars terecht konden. Later experimenteren ze er ook met nieuwe technologieën, zoals virtual en augmented reality, biofeedback, interactie, immersie, 3D sound rendering en motion tracking. Vandaag is het IPEM – en meer specifiek haar Art-Science-Interaction Lab (ASIL) met o.a. van Guy Van Belle – nog steeds een belangrijke plek waar kunst, technologie en wetenschap elkaar vinden.

Joris de Laet werkte in de jaren ‘70 samen met Lucien Goethals bij IPEM en in 1973 start hij de Studio voor Experimentele Muziek (SEM), waar hij componisten, muzikanten en geluidskunstenaars samenbracht om met klank en compositie te experimenteren.

Ook Godfried-Willem Raes en Monique Darge bezochten IPEM als jonge muzikanten en richtten in de jaren ‘70 Stichting Logos op. Het is het eerste Vlaamse onderzoeks- en productiecentrum voor klankkunst en experimentele muziek met een focus op technologie, robotica en avant-garde muziek. Samen met enkele drijvende krachten zoals Guy de Bièvre en Laura Maes creëerden ze doorheen de jaren het robotorkest (1980-…) en mobiele installaties zoals de Pneumafonen (1981-…), ​​een interactieve collectie van pneumatisch aangedreven geluidssculpturen. 


Pneumafoon is een collectie van pneumatisch aangedreven geluidssculpturen. Fluiten, enkelrieten, lippen, tongen, dubbelrieten, mirlitons, waterorgels, blaasmembranen en zo meer vormen de individuele stem van elke pneumafoon. Door op de gele kussens te zitten, liggen, rollen of wippen wordt de lucht in deze kussen in beweging gebracht. Slangen transporteren deze lucht naar de pneumafonen, één pneumafoon per kussen. Afhankelijk van de gemaakte beweging op het kussen verandert de luchttoevoer en dus ook de klank. Pneumafoon maakt beweging tast- en hoorbaar.

Componist en kunstenaar Baudouin Oosterlynck was één van de eersten die eind jaren ‘70 objecten maakte die geluid als fenomeen tastbaar maakten. Het zijn sculpturen waar je als toeschouwer mee kan rondwandelen en die – als een extensie van het eigen gehoor – klanken opvangen en versterken, zoals bijvoorbeeld het frequentiespectrum van de stilte. Oosterlynck wilde zo het gedrag van geluid binnen een plaats en afhankelijk van het lichaam en de positie van de luisteraar onderzoeken. [11]

Componiste Annette Vande Gorne (1946), studente van Pierre Schaeffer in het Conservatorium van Parijs, startte in 1984 in Brussel met het eerste festival voor elektroakoestische muziek: L’espace du son, met centraal de Belgische variant van het acousmonium (een systeem met luidsprekers van verschillende grootte en vorm, voor het eerst ontworpen door Francois Bayle in 1974). [12] Vandaag is het acousmonium deel van de onderzoeksgroep Influx – Musiques & Recherches en nog steeds terug te vinden op festivals zoals Ecotone, waar een jonge generatie kunstenaars zoals o.a. de elektroakoestische componiste Caroline Profanter ermee aan de slag gaan. 

Akoesmatische muziek focust op het luisteren zelf, zonder afleiding van de bron van het geluid. Deze muziek ontstond sinds de tweede helft van de twintigste eeuw – net zoals cinema – in studio’s, met geluidsopnames en transformaties van deze geluiden. Die worden tijdens een concert opnieuw gespatialiseerd door een orkest van luidsprekers. Dit soort concerten wordt onder andere ten hore gebracht tijdens de Belgische Ontmoetingen voor Elektroakoestische Muziek (BOEM) georganiseerd door de componist en geluidskunstenaar Dirk Veulemans.

In 1999 studeerde de elektroakoestische componiste Charo Calvo af bij Annette vande Gorne aan het Conservatorium van Brussel. Ze ontwikkelde haar eigen praktijk in multichannel composities voor onder andere de podiumkunsten. Ze creëerde onlangs de soundscape voor de voorstelling Hands do not touch your precious Me (2020) in samenwerking met Wim Vandekeybus (Ultima Vez). 

Het Kortrijkse festival Happy New Ears was van 1996 tot 2008 één van de eerste geluidskunstfestivals in Europa. Onder leiding van curator Joost Fonteyne vormde het een belangrijke katalysator voor de lokale scène, met residenties, internationale uitwisselingen, coproducties en een expo met geluidskunst in de publieke ruimte. Happy New Ears evolueerde nadien naar het Festival van Vlaanderen Kortrijk en de werking van Wilde Westen, met de tweejaarlijkse expo Klinkende Stad. Kortrijk was zo één van de plekken waar het internationale veld via uitwisseling ingang vond in het lokale landschap. 

Tussen 2010-2014 vond het Europese project Resonance plaats. [13] Als een vervolg op het internationale werk No Music – Ear Pieces (een reeks composities voor de oren) ontwikkelde kunstenaar David Helbich in het kader van dit residentieprogramma zijn eerste in een belangrijke reeks audiowalks: een begeleide wandeling doorheen de publieke ruimte waarin verschillende manieren van luisteren en de sensoriële ervaring ervan centraal staan. 

We proberen hier content te tonen van YouTube.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op YouTube

In diezelfde periode verkende ookgeluidskunstenaar Franziska Windisch wandelen als een kunstvorm in een reeks werken met krijtlijnen, geluid en het verkennen van gebouwen of braakliggend terrein. Geluidskunstenaar Els Viaene ondernam in 2009 The Mamori Expedition, een wandeling in het Braziliaanse Amazonewoud die nadien werd vertaald naar een houten installatie met geluiden van de rivier die ze volgde tijdens de expeditie.

Verschillende organisaties uit het landschap vandaag, zoals BNA-BBOT, Overtoon, Q-O2, Jubilee, Beursschouwburg en Soundtrackcity ontwikkelden in 2021 Tracks, een platform en interactieve kaart met artistieke geluidswandelingen in en rond Brussel. 

Naast de bovengenoemde plaatsen werd ook in Netwerk Aalst en Kunstencentrum Vooruit (met programmator Eva De Groote) geluidskunst geprogrammeerd als onderdeel van tentoonstellingen of de muziekprogrammatie. 

In de jaren ‘90 en de eerste twee decennia van 2000 vormden zich zo tegelijkertijd verschillende nieuwe plaatsen en publieken rond de praktijk van een bepaalde kunstenaar(groep) of curator. Hun visie en benadering van geluidskunst heeft een bepaalde cultuur van luisteren vormgegeven die nadien sterk typerend werd voor elke organisatie of ruimte. 

Kenmerkend voor deze periode is wat Linnea Semmerling ‘the rehearsal’ of ‘oefening’ [14] noemt: elk evenement, onderzoek of experiment lijkt wel een oefening met de parameters en eigenschappen van een bepaalde ruimte, publiek, manier van luisteren en verschillende auditieve media. Dit oefenen en herhalen evolueerde langzaamaan naar een professionalisering en de bestendiging van een meerstemmig ecosysteem. 

We proberen hier content te tonen van Vimeo.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op Vimeo

Nieuwe dynamiek in Brussel

De draaischijf van het landschap vandaag is de Brusselse werkplaats voor experimentele muziek en geluidskunst Q-O2. De organisatie groeide van een ensemble-werking in de jaren ‘90 uit tot een dynamische kunstenorganisatie, die sinds 2006 op een oude industriële site huist in Brussel. Het is een plaats waar elke Vlaamse geluidskunstenaar in zijn loopbaan wel eens neerstrijkt en ondersteund wordt, en die ook internationaal welbekend is. 

Muzikante, curator en coördinator Julia Eckhardt creëert er samen met een team van andere kunstenaars (Ludo Engels, Henry Andersen, Caroline Profanter) een plek voor de ontwikkeling en presentatie van geluidskunst, met een focus op het artistieke proces. Ze voorzien het hele jaar door kunstenaarsresidenties met daaraan gekoppeld maandelijkse presentaties en het jaarlijkse Oscillation Festival

Q-O2 – Oscillation Festival 2022 (c) Nikolaj Jessen

Vanuit internationale projecten zet de organisatie in op reflectie en speelt Q-O2 een stimulerende rol in het veld. Met podcastreeksen over o.a. gender en muziek of via publicaties van hun eigen uitgeverij umland zetten ze diversiteit binnen de sector op de agenda. De organisatie initieerde verschillende Europese projecten met lokale weerklank zoals bv. Sounds of Europe (met een focus op field recording) [15] en SoCCoS (rond uitwisseling en residenties in een bepaalde context) [16] . Een belangrijk festival was Tuned City Brussels, dat eenmalig plaatsvond in 2013 en zich entte op de auditieve identiteit van de grootstad. 

Een tweede organisatie in Brussel die zich richt op ontwikkeling en productie is het platform Overtoon, opgericht door de kunstenaars Christoph De Boeck en Aernoudt Jacobs in 2013. Doorheen de jaren gaf Overtoon belangrijke impulsen aan het veld van installatie- en mediakunst, wat resulteerde in internationale monumentale kunstwerken zoals bv. de installatie Heliophone (2015) van Aernoudt Jacobs die zonlicht omzet in geluid of Behind the Tune (2020) van geluidskunstenaar en field recordist Dominik ‘t Jolle,een samenwerking met het hersenonderzoekscentrum BRAI3N rond het fenomeen van tinnitus. 

We proberen hier content te tonen van Vimeo.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op Vimeo

Overtoon focust zich op onderzoek, productie en distributie van geluidskunst. Het platform ontstond vanuit de noodzaak om structurele kaders te creëren rond de ontwikkeling en productie van geluidskunst, voor zowel jonge als mid-career kunstenaars. Overtoon gaat langlopende samenwerkingen aan met kunstenaars die gebruik kunnen maken van een werkruimte, productiemiddelen, technische expertise, artistieke feedback, administratieve en financiële steun.

Hiernaast kunnen research-residents voor een kortere periode een plek vinden in de studio’s om een aspect van hun werk te onderzoeken dat aan geluid gerelateerd is. Het productieplatform heeft ook een breed internationaal netwerk, dat kunstenaars met curatoren verbindt in programma’s en tentoonstellingen. Vandaag is er bv. het internationale uitwisselingsprogramma Oscillations, dat de spanning tussen akoestische en visuele kunstvormen onderzoekt vanuit een makersperspectief [17] .

Mede gevoed door deze twee organisaties vormt het epicentrum van het geluidskunstlandschap zich in de kosmopolitische cultuur van onze hoofdstad; daar waar de meeste opleidingen in geluid zich bevinden en internationale kunstenaars zich vestigen om te werken, vaak in tijdelijke gedeelde atelierruimtes. 

We proberen hier content te tonen van YouTube.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op YouTube

Een voorbeeld van zo’n artist-run plek is Brasserie Atlas in Anderlecht, waar een groep kunstenaars sinds 2016 woont en werkt, en waar residenties en evenementen plaatsvinden. Ook de webradio Lyl bouwt er (naast Marseille en Parijs) zijn Brusselse tak uit samen met dj en geluidskunstenaar Mika Oki.

De grootste kracht van deze plek is volgens bewoner en geluidskunstenaar Amber Meulenijzer de ruimte die er is voor experiment en vernieuwing, maar ook de mogelijkheid om in verschillende stadia het werk te tonen op een informele manier en hierover met anderen in gesprek te gaan. Dat gebeurt in de grotere structuren moeilijker, hoewel er binnen het landschap een grote nood toe is. Het oude brouwerijgebouw is bovendien één van de weinige plaatsen waar het Franstalige en Nederlandstalige veld samenkomen, tevens een uitdaging voor het Vlaamse veld. 

Het geluid en de chaos van de miljoenenstad is voor velen een grote inspiratie. Een reactie op de geluidsvervuiling van de stad is bijvoorbeeld Stilte/ruimte, een prikkelvrije ruimte die inzet op bewustwording rond het belang van stilte. [18]

Dit thema komt ook terug in het werk van Brusselse field recordisten zoals Joost van Duppen en Stijn Demeulenaere. Die laatste maakte samen met filmmaker Jan Locus de film MurMur (2020) gebaseerd op field recordings tijdens dawn chorus in het moeras van Ganshoren in Brussel.

We proberen hier content te tonen van Vimeo.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op Vimeo

Sinds januari 2011 stelt de Week van de Klank van Brussel elk jaar een reeks evenementen voor die draaien rond klank en geluid. Het doel is het publiek een betere kennis van geluid bij te brengen en alle betrokkenen in de maatschappij te doen inzien hoe belangrijk een geluidsomgeving is. 

De rol van kunsthuizen: productie en presentatie

Een belangrijke stap is dat recent enkele grote kunsthuizen op een organische manier geluidskunst hebben opgenomen als deel van hun werking.Dit heeft onder meer te maken met het grote publieksbereik van deze hybride kunstvorm, die in vergelijking met beeldende kunst op een heel directe en ervaringsgerichte manier publiek aanspreekt. 

Geluidskunst is een fysieke, sensoriële ervaring die door haar immersieve en meditatieve karakter in staat is om een breed publiek op een laagdrempelige manier in beweging te brengen. Het is niet verwonderlijk dat de discipline net nu zo explosief groeit en door het publiek omarmd wordt.

Maanden van lege concertzalen tijdens de corona-epidemie maakten van geluidskunst één van de weinige mogelijke vormen van live belevingscultuur. Muzikanten uit de elektronische muziek gingen experimenteren met installatiekunst of organisaties gaven opdrachten om artistiek werk te maken met geluid voor de publieke ruimte.

STUK, huis voor dans, beeld en geluid bouwt sinds 2015 haar werking rond geluidskunst uit. In enkele jaren tijd breidde programmator Gilles Helsen de muziekwerking uit tot een hybride en levendige concert- en residentiewerking waarin geluid zelf het vertrekpunt is. 

Met avontuurlijke muziek en toegankelijke luisterformats weet STUK een voornamelijk jong publiek te verenigen dat elkaar vindt in de ervaring van het luisteren en de verkenning van onbekende klanken uit de hedendaagse muziek en geluidskunst. Het laatste decennium kreeg geluidskunst een groter aandeel binnen het programma met naast performance-avonden ook expo’s in de publieke ruimte. STUK is ook co-producent van verschillende nieuwe creaties en biedt in het kader hiervan kortere ontwikkelingsresidenties aan. Hun programma richt zich tot verschillende publieken: van kinderen en families tot kunstliefhebbers, maar ook tot (pre-)professionele kunstenaars via workshops en trajecten. 

Zo is er de reeks Beyond Music, voor performatieve geluidskunst en muziek in een ruimtelijke context. Het biedt een laboratorium voor makers en muzikanten die zich bewegen tussen disciplines door geluid in relatie te brengen met beeld, beweging, ruimtelijkheid, muzikale betekenis en mentale projecties.

Hear Here 2022 (c) Joeri Thiry / STUK kunstencentrum

STUK heeft ook verschillende festivals zoals Artefact en Hear Here met geluidskunst expo’s en performance. STUK, Q-O2, Musica en C-TAKT organiseren jaarlijks Showcase Emerging Sound, een traject voor jonge beloftevolle geluidskunstenaars in België met een expo-parcours in STUK. De showcase toont de diversiteit van het Belgische geluidslandschap en geeft de volgende generatie van geluidskunstenaars een duwtje in de rug.

Ook de kunstinstelling Concertgebouw Brugge kondigde in november 2021 aan dat naast muziek en dans ook geluidskunst een hoofddiscipline wordt binnen hun werking. De bijzondere architectuur van het gebouw herbergt al enkele jaren Circuit, een interactief parcours met geluidskunstwerken zoals de permanente installatie Poème Electronique van Edgar Varèses en een luistermaquette van het gebouw, gemaakt door Nu Architecten en componiste en kunstenares Heleen Van Haegenborgh. Een ander onderdeel hiervan is ook de wandgrote tijdslijn met de Europese geschiedenis van geluidskunst, waardoor het publiek dat wat ze ervaren ook in een (kunst)historische context kan plaatsen. 

Door geluidskunst binnen te brengen in de concert- en expowerking daagt Concertgebouw organisatoren, publiek en makers uit om hun grenzen te verleggen en elkaar op een laagdrempelige manier te inspireren tot een diepgaandere kunstbeleving. De instelling geeft bijvoorbeeld opdrachten aan kunstenaars: van installatie, geluidswandeling of performance tot de ontwikkeling van nieuw werk met een muzikale en onderzoeksmatige benadering van geluid.

Deze worden onder meer gepresenteerd als onderdeel van de Deep Listening Days. Maar ook in de stad kan je sinds 2021 luisteren naar The sound of cobblestones van Duobaan XL, een muzikaal en audiovisueel parcours over het geheugen van Brugge. De organisatie creëert in hun educatieve werking vernieuwende formats en nieuwe netwerken tussen kunstorganisaties, geluidskunstenaars en socio-culturele verenigingen en hun publieken.

Geluidskunst in publieke ruimte: praktijken en spelers

In heel België kan je op verschillende, vaak onverwachte plaatsen geluidskunst in de publieke ruimte ervaren. Er ontstond rond deze praktijk zelfs een subveld van kunstenaars, organisaties en (tijdelijke) initiatieven. 

In het verlaten duinlandschap van het natuurreservaat Zwin in Knokke-Heist vind je zo de permanente installatie Listening Dune (2016) van geluidskunstenaar Els Viaene en de internationale field recordist Chris Watson (UK). In de Wijk Krottegem in Roeselare vond het internationale project Sounds of our Cities: geluidskunst en stedelijke context (2020-2021) plaats [19]. 

De relatie tussen geluid, stedelijk landschap en architectuur komt ook aan bod in het werk van de Brusselse kunstenaar en onderzoeker Caroline Claus (KULeuven). In haar boek Studio_L28Sonic Perspectives on Urbanism (2018) verkent ze verschillende manieren om geluid te integreren in een ​​stedenbouwkundig planningsproces en de rol van sonische trillingen in de ontwikkeling van de openbare stedelijke ruimte. 

Radiomaker en geluidskunstenaar Anna Raimondo bevraagt met het project Q(ee)R Codes – Nouvelles frontières BXL (2021) de aanwezigheid en ervaring van cis, trans, queer vrouwen en non-binaire personen in steden.

We proberen hier content te tonen van SoundCloud.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Sinds 2000 bouwt de organisatie Musica Impulscentrum in Pelteen collectie geluidskunst in openlucht uit in en rond het Provinciaal Domein Dommelhof: Het Klankenbos bestaat uit een twintigtal permanente geluidskunstwerken van internationale kunstenaars zoals Hans Van Koolwijk, Pierre Berthet en AnneMarie Maes

De collectie – uniek in Europa door haar omvang – wil het publiek aanzetten tot bewust luisteren en actief interageren met klank en de akoestische omgeving. Daarnaast organiseert Musica ook workshops, een residentiewerking (met C-TAKT) en festivals zoals het tweejaarlijkse OORtreders Festival, met een geluidskunstexpo in de publieke ruimte en een performance-programma.

In samenwerking met internationale partners als Intro In Situ en Soundtrackcity ontwikkelde voormalig directeur, componist en onderzoeker Paul Craenen in 2014 Klankatlas: een online geluidskaart die muzikaal erfgoed in de openbare ruimte zichtbaar en hoorbaar maakte en waarvoor nieuwe composities werden gemaakt. De organisatie is vandaag projectleider van het Europese project Sounds Now [20] , rond het cureren van diversiteit in geluidskunst en hedendaagse muziek.

Naast permanente installaties is er vandaag ook een groeiende belangstelling om geluidskunst in al haar vormen op te nemen in kunstenparcours, kunstwandelingen en festivals. Een voorbeeld hiervan is de geluidskunstexpo Hear Here van STUK, een wandeling waarbij geluidskunst wordt gepresenteerd op verschillende erfgoedlocaties in de Leuvense binnenstad. 

Radio, verhalen, documentaire: praktijken en spelers

Geluidskunst die zich ontwikkelde in de zijlijn van de documentaire radio floreert vandaag in een heel eigen scene van broedplaatsen, productiestudio’s en festivals. Creatieve radio vormde lange tijd een tegenhanger voor de eenheidscultuur van de publieke omroep en poogde deze aan te vullen door het creëren van unieke vormen van collectiviteit en alternatieve stemmen. Vaak experimenteren ze met de fundamenten van het medium zelf zoals elektromagnetische golven, narratieve structuren, radio tools, sonificatie en participatie [21].

Sinds 2000 beoefent de tweetalige organisatie Bruxelles Nous Appartient –Brussel Behoort Ons Toe (BNA-BBOT) zo de kunst van het hoorbaar maken. Ze documenteert participatief en co-creatief de meerstemmigheid van de stad Brussel. Hun verzameling van verhalen en geluiden is permanent toegankelijk via een online databank en de Brussels Soundmap, waar iedereen geluiden kan beluisteren of aan kan toevoegen.

Met meer dan 24.000 opnames vormt de verzameling het grootste participatieve geluidsarchief wereldwijd en geeft het een etnografische inkijk in het meerstemmige leven van de grootstad. Het materiaal vormt een bron van sociale, culturele en historische kennis en wordt o.a. gebruikt voor documentaire radio-creaties. Met workshops en een eigen opnamestudio voorziet de organisatie ruimte en begeleiding voor iedereen die aan de slag wil rond de sociale en documentaire aspecten binnen geluidskunst. In 2022 cureerde de organisatie het Brussels Podcast Festival.

Samen met BNA-BBOT, transformeerde mediakunstenaar Marthe van Dessel de Sint-Anna fontein in Brussel om tot een radiozender en -ontvanger (2021). Met een pomp, zout water, en het water dat tot een bepaalde hoogte de lucht in schiet, is de fontein een antenne waarmee beeld (SSTV) en geluid (FM) wordt uitgezonden. Een publieke ruimte wordt zo een gemeenschappelijke en autonome interface voor translokale telecommunicatie.

Radiomaker, componist en vocalist ​​Aurélie Nyirabikali Lierman is geboeid door de verhalende kracht van abstract geluid en muziek. Ze werkte aanvankelijk als radiomaker en presentator bij VRT, maar wijdde zich nadien aan haar artistiek werk dat balanceert tussen radio, installatie, performance en stemkunst. Centraal staat haar ruime collectie aan field recordings en soundscapes uit landelijk en stedelijk hedendaags Oost-Afrika. Ze won verschillende prijzen voor haar radiowerk zoals de 1ste prijs op Monophonic 2014 (Brussel) voor Anosmia (een radiocompositie rond het thema van de Rwandese Genocide) en de prijs vanCTM Radiolab 2019 in Berlijn.

We proberen hier content te tonen van YouTube.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op YouTube


Hoewel creatieve radio lange tijd groter was in het zuiden van België vormt er zich vandaag ook in Vlaanderen een heel levendig veld, verbonden in platformen zoals Klankverbond [22] of het presentatieplatform Luyster en gelinkt aan de opleidingen radio aan het RITCS (Brussel), Woord (Conservatorium Antwerpen) en het Postgraduaat Podcasting (Arteveldehogeschool) met kunstenaars zoals Eva Moeraert, Lucas Derycke, Wederick De Backer en Katharina Smets.

Naast haar artistieke praktijk is deze laatste ook docente audio storytelling aan het Koninklijk Conservatorium (Brussel), oprichter van In The Dark Belgium en curator van onder andere Oorzaken Festival, een festival voor verhalende audio en podcasts in het Vlaamse cultuurhuis Brakke Grond in Amsterdam. 

Deze grens wordt onder meer ook afgetast in het Nieuwstedelijk, dat zich in Hasselt en Leuven vestigt. De organisatie zet in op zelfstandige audio en maakt van hieruit de brug naar theater. Met hun wildcards ondersteunen ze jaarlijks twee jonge makers, waaronder Lotte Nijsten en Gillis Vanderwee en in het verleden Lucas Derycke die de theatervoorstelling Hangar (2021) ontwikkelde.

Raakvlak tussen installatie, performance en nieuwe media

Myriam Van Imschoot zet de theatrale kracht van geluid in om de verbeelding aan te spreken in geluidspoëzie, vocale stukken en video- en geluidsinstallaties. Een voorbeeld is de voorstelling What Nature Says (2015), een vocale performance voor zes performers die enkel door middel van hun stem en lichaam hun natuurlijke omgeving nabootsen. Van Imschoot richtte in 2021 de artist-run organisatie Newpolyphonies op voor transdisciplinaire vocale kunst en artistieke stempraktijken. 

Ook Tuning People, met onder andere geluidskunstenaar Wannes Deneer, ontwikkelde geluidsinstallaties die nadien deel kunnen worden van een theatervoorstelling en exploreert zo de mogelijkheden van geluidskunst in theater. Tuning People kondigde in 2022 aan dat het collectief ontbindt en de drie leden elk hun eigen weg zullen gaan.

Er bestaat nog een heel ander veld dat geluidskunst als performance zelf benaderd. Een voorbeeld is de performance Volta van Yann Leguay, die een instrument ontwikkelde uit een krachtige plasma-luidspreker en een elektrische boog van ongeveer 50 kV ontwikkelt en het geluid produceert tussen twee elektroden. De boog werkt als een elektrische snaar met stemmingsinstellingen, waardoor harmonieën en resonanties ontstaan zo krachtig dat ze magnetische storingen veroorzaken. De performance raakt aan de dematerialisatie van geluid als geluidsgolf en als een krachtig middel van verzet en controle. Geluid als ruimte voor verzet of net beïnvloeding van bovenuit staat hier centraal.

We proberen hier content te tonen van YouTube.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op YouTube

Ook kunstenaar Lukas De Clerck creëert geluidsperformances via installaties en de (her)uitvinding van instrumenten. Zo bouwde hij met Abruit een schuilplaats met tal van aders die het centrale hart verbinden met klankobjecten verspreid in de ruimte. Het resultaat is een gespatialiseerd multi-instrument dat zich situeert tussen installatie en performance. 

Participatie: cocreatie en educatie: praktijken en spelers

De geschiedenis van opgenomen geluid is nauw verbonden met de vraag: welke stemmen versterken we en welke niet? Er is een groeiende interesse in de sociale rol van geluid, als een verbinding tussen verschillende personen en plaatsen, maar ook als een ruimte voor zelfontwikkeling en de ontwikkeling van bepaalde vaardigheden. Het gaat hier niet alleen om iets hoorbaar maken, maar ook om de eigenheid van het luisteren zelf, naar een veelheid van stemmen, perspectieven en narratieven die gelijktijdig naast elkaar bestaan.

Dit idee wordt conceptueel vaak gelinkt aan polyfonie of meerstemmigheid. Musica Impulscentrum (zie eerder) begeleidt kunstenaars, deelnemers, organisatoren en curatoren in een artistieke muziekbeleving via participatieve en educatieve projecten rond geluid en muziek. De organisatie ontwikkelde verschillende kunsteducatieve formats rond Het Klankenbos, waarin zij de lokale bevolking (van de allerkleinsten tot volwassenen), amateurs en professionelen stimuleren om deel uit te maken van artistieke creatieprocessen. In 2020 werd een nieuw participatief kunstwerk toegevoegd aan de collectie: Doors of Listening.

We proberen hier content te tonen van YouTube.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op YouTube

Ook Bruxelles Nous Appartient –Brussel Behoort Ons Toe (BNA-BBOT) werkt onder leiding van de Brusselse filosofe Séverine Janssen en field recordist Flavien Gillié al 21 jaar participatief en multisectoraal rond geluid: met, voor en door de bewoners van de stad. Hun missie bestaat er iedereen de mogelijkheid te geven om het woord te nemen, als vorm van zelfredzaamheid en als basis voor artistieke creatie rond meerstemmigheid.

De organisatie initieert langlopende projecten en workshops in wijken, stadsdelen, scholen en rond bepaalde thema’s waarin zij de bewoners en actoren in Brussel motiveren hun eigen (al dan niet fictieve) geschiedenissen, verhalen en toekomsten te documenteren en zich uit te drukken in geluid.

De publicatie De methode zoals ze soms is, misschien was of zou kunnen zijn reflecteert over deze methodieken rond participatie en co-creatie met geluid en stem binnen een grootstedelijke context. Een andere belangrijke functie van BNA-BBOT is haar rol als archivaris van participatieve processen en stemmen uit het kunstenveld, om zo de vaak verborgen meerstemmige realiteit binnen kunstprojecten te vatten.

In 2003 startte KONGvzw met Traject, een educatief uitwisselingsproject tussen Nord Pas de Calais en Vlaanderen  waarbij kinderen auditief reflecteren over hun dagelijks traject van huis naar school. In 2005 verzelfstandige Martine Huvenne samen met geluidskunstenaar Stijn Dickel het project tot de structurele kunstenorganisatie aifoon. 

aifoon benadert het luisteren als een kritisch en co-creatief middel om tot een artistieke, sociale en culturele dialoog te komen. Ze onderzoeken verschillende methodes om een via een co-creatief proces een breed publiek te betrekken bij de vele facetten van luisterkunst. 

Als reactie op de visuele gedomineerde wereld wil aifoon mensen auditief prikkelen en stappen zetten naar een rijke, actieve luistercultuur. Als nomadische kunstenorganisatie ontsluiten ze samen met andere partners de artistieke mogelijkheden van luisteren en wat die met iemands verbeelding en creativiteit kunnen doen. Ook onderzoekt aifoon participatief hoe je actief kan deelnemen aan en ingrijpen op je luisteromgeving. 

Met het project Phonorama bijvoorbeeld worden bewoners en passanten van een bepaalde wijk uitgedaagd om waardevolle en fascinerende stadsgeluiden op te nemen. Als eindpunt kiest de buurt 20 geluiden die in een tijdscapsule begraven worden in de publieke ruimte. Na 20 jaar zullen de capsules opnieuw geopend en beluisterd worden door de luisteraars van de toekomst.

Geluidskunst is overal

Daarnaast zijn er andere organisaties zoals het productie en ontwikkelingsplatform ChampdAction dat sinds 1988 tot en met 2022 gevestigd was in kunstencentrum deSingel in Antwerpen. Geïnitieerd door Serge Verstockt ensamen met Ann Andries ondersteunde ChampdAction naast hedendaagse muziek ook geluidskunstenaars. 

Steeds meer is geluidskunst een discipline die deel uitmaakt van de transdisciplinaire praktijk van kunstenaars en de hybride of meerzijdige plaatsen waar kunst wordt getoond aan of in interactie met een publiek.Waar geluidskunst een tijd lang probeerde weg te blijven uit het vaarwater van muziek, zien we vandaag nieuwe tussenvormen zoals tussen geluid, elektronische muziek en nightlife. Geluidskunst als hybride kunstvorm vindt steeds meer haar plaats bij mainstream en niche festivals en in venues die een breed publiek aanspreken zoals Beursschouwburg, Ear To The Ground (Bijloke), Pukkelpop, Kraak Festival, Horst Festival, Eastern Daze, Courtisane, Lunalia, Zindering Festival, Ruiskamer (Vooruit & Miry), Schiev Festival, Kunstenfestivaldesarts, GLUON, Plan B, iMAL, Argos, Het Bos, Middelheim, SMAK, Recyclart, KANAL Centre Pompidou, Z33, Les Ateliers Claus, STORMOPKOMST, Kaap of artist-run organisaties als De Nor en Pleasure Island. 

Kansen voor een groeiende discipline

Het ecosysteem verbindt zich in overlegorganen als het Platform voor Audiovisuele en Mediakunsten (PAM) en kenmerkt zich door de vele organisaties, met elk hun eigen oorsprong en een veelheid aan presentatie-formats. 

Hoewel geluidskunst vandaag overal is, liggen er nog vele kansen op het vlak van diversiteit, gender en dekolonisering van deze kunstvorm. Het narratief van haar ontstaansgeschiedenis start immers vaak vanuit de Westerse kunstgeschiedenis en/of kapitaal en politiek georiënteerde technologische ontwikkelingen. Een kunstwerk dat dit bijvoorbeeld bevraagt is Johari Brass band van beeldend kunstenaar Sammy Baloji dat bestaat uit twee reusachtige sculpturen, opgesteld aan weerszijden van de blauwe zaal in deSingel (tot juni 2022).

Johari Brass Band van Sammy Baloji in deSingel, met een backdrop van Malene Bach. De stille sculpturen, in de vorm van een sousafoon en een Franse hoorn, zijn geïnspireerd op de instrumenten die het Franse leger in de 19e eeuw achterliet toen zij hun koloniale nederzettingen in de huidige Verenigde Staten en Midden-Amerika verlieten. De instrumenten werden teruggevonden door slaven die ze gebruikten om Brass Bands te vormen, een traditie die vervolgens in New Orleans sterk is gegroeid. De instrumenten hebben littekens, die verwijzen naar de traditionele tatoeëer-techniek van de Congolezen, een cultureel gebruik dat tijdens de kolonisatie werd onderdrukt. De metalen structuren waarin de instrumenten zijn opgesteld, zijn formeel gebaseerd op de contouren van de mineralen die in Katanga worden gedolven en die tot op de dag van vandaag de ongelijkheid in de wereld in stand houden.

Nu steeds meer geluidskunst wordt geproduceerd en dit op organische wijze een onderdeel vormt van tentoonstellingen en de artistieke werking van kunstinstellingen, gaat één van de vragen van de toekomst over de conservatie ervan. Hoe bewaren we geluidskunst en hoe archiveren we haar verloop? Een moeilijkheid daarbij is de specifieke mediakennis die nodig is en niet overal voorhanden. 

In museumcollecties is geluidskunst vandaag ondervertegenwoordigd, maar ook hier is een groeiende interesse. M HKA kocht bijvoorbeeld in 2021 de sculpturale installatie met keramieken geluidsobjecten from bow to ear van kunstenares Maika Garnica aan als onderdeel van de stadscollectie in Antwerpen. Vijf bogen markeren de ruimte en dragen keramische instrumenten in het geluidswerk. Op gezette tijden wordt de performatieve installatie geactiveerd door de kunstenares, die door het gebruik van contactmicrofoons haar aanraking laat resoneren. 

Het museum Z33 lanceerde onlangs de podcast in echo over de relatie tussen kunst, makers en geluid. Ook SMAK heeft enkele geluidskunstwerken van voornamelijk beeldende kunstenaars in haar collectie waaronder bv. 166 Betten – Peace and Noise (1998) van Susanne Tunn. Het werk bestaat uit 166 onverzettelijke bedden die “stil als het graf” kunnen zijn, maar toch een vreemde muziek uitstralen. Deze bedden in een kerk zijn als grafkelders misschien klaar om in de grond te worden gestopt, een hedendaagse evocatie van anonieme, massale dood veroorzaakt door politieke en sociale onrust.

Het medium is tot vandaag weinig gesubsidieerd en een gevolg hiervan is dat veel projecten gebonden zijn aan een beperkte tijdspanne voor onderzoek. De zelfreflectie binnen het medium, vanuit een lokaal perspectief maar internationaal gekaderd, staat hierdoor nog in haar kinderschoenen. 

Er is een tekort aan atelierruimtes en bij kunstenaars en organisaties is er een groeiende behoefte om zich te verenigen en ervaringen, feedback en processen uit de wisselen, in formele en informele kaders (cfr. de vergelijking met de theaterwereld).

In Vlaanderen is geluidskunst opgenomen in verschillende kunstopleidingen. Zo kan je in de opleiding Radio aan het RITCS audio-ateliers volgen bij geluidskunstenaars-radiomakers als Jeroen Vandesande en Dieter Van Dam. Hier staan meer artistieke vormen van radio centraal en verkennen ze het veld tussen radio en geluidskunst. Aan Sint-Lucas, LUCA School of Arts in Gent kan je in de opleiding Mixed Media ook ateliers volgen waarin de focus op geluid ligt. Daarnaast is er aan KASK, School of Arts in Gent het opleidingsprogramma EPAS, een Europees postgraduaat voor geluid binnen de kunsten, opgericht door onderzoeker Martine Huvenne. Een echte bachelor of masteropleiding ontbreekt vandaag, waardoor de studie in geluidskunst gefragmenteerd is, en jonge studenten op een heterogene manier toegang vinden tot de kunstvorm. 

Verschillende organisaties ontwikkelen trajecten voor pre-professionele en net afgestudeerde kunstenaars om hen te begeleiden naar een professionele kunstenaarspraktijk. Hier wordt opgemerkt dat er nauwelijks organisaties zijn die inzetten op het management en verkoop van geluidskunst, vaak zinvol voor jonge kunstenaars. 

Ten slotte is het landschap in Vlaanderen en Brussel steeds meer verbonden met organisaties in de Franse en Duitstalige Gemeenschap, zoals bijvoorbeeld Meakusma en gaan ze ook steeds meer internationale samenwerkingen aan via langlopende Europese samenwerkingsprojecten.

We proberen hier content te tonen van Vimeo.

Kunsten.be gebruikt minimale cookies. Om inhoud te zien die afkomstig is van een externe site, kan die site bijkomende cookies plaatsen. Door de inhoud te bekijken, aanvaard je deze externe cookies.
Lees meer over onze privacy policy.

Bekijk de video op Vimeo

Voetnoten

[1] Volgens onderzoeker en curator Linnea Semmerling (IMAI – Inter-media Art Institute, Düsseldorf) kan sound art of geluidskunst begrepen worden als: “een artistieke praktijk waarbij geluid als medium wordt ingezet, die conceptueel gezien aan geluid gewijd wordt of waarbij geluid of ideeën over geluid gepresenteerd worden op een manier die tegen de traditionele presentatie in een concertzaal ingaat.” uit: L. Semmerling, Sing a Song: gedurfde geluidskunst, in: Metropolis M, No.5, 2017.

[2]  S. Goodman, Sonic Warfare, Sound, Affect, and the Ecology of Fear, Massachusetts Institute of Technology, 2010.

[3] L. Maes, M. Leman, Defining Sound Art, In: The Routledge Companion to Sounding Art, Routledge, New York, 2017, pp. 27-41. en doctoraat Sounding Sound Art: A study of the definition, origin, context, and techniques of sound art behaald in 2013 in de musicologie aan de Universiteit Gent, onder begeleiding van Marc Leman en Godfried-Willem Raes. 

[4]  L. Maes, M. Leman, Defining Sound Art, In: The Routledge Companion to Sounding Art, Routledge, New York, 2017, pp. 27-41. 

[5] Gebaseerd op een quote van componist Morton Feldman. 

[6] Met beeldend kunstenaars Arnaud Eeckhout en Mauro Vitturini.

[7] L. Semmerling, Luisteren na Pauline, De Missie van Deep Listening, in: Metropolis M, No. 1, 2020, p.60.

[8] Deze landschapsschets geeft slechts een heel korte inleiding tot deze geschiedenis van geluidskunst. Meer informatie is te vinden in A. Light, Sound Art: Beyond music, between categories, 2007, Rizzoli International Publicatio, New York en D. Kahn, Douglas Kahn: Noise, Water, Meat: A History of Sound in the Arts, 1999, MIT Press, Cambridge.

[9] MATRIX Componistenfiche Karel Goeyvaerts, laatst geraadpleegd op 14 mei 2022.

[10] In het archief van componist Louis De Meester bevindt zich een schat aan niet gedigitaliseerde tapes met field recordings die dienden als muzikaal materiaal of inspiratie voor zijn artistieke praktijk. 

[11] Baudouin Oosterlynck, From Solitude to Accompanied Monody, in: Documenta Belgicae, vol. II: Music, Archennes, PMA-Co-editions, 1985, pp.134-154.

[12] In navolging van INA GRM in Parijs. 

[13] Een Europese samenwerking tussen Stichting Intro/In Situ (Maastricht, NL), Le Bon Acceuil (Rennes, FR), Lydgalleriet (Bergen, NO) en Festival van Vlaanderen Kortrijk. Geassocieerde partners zijn Audio Art Festival (Krakow, PO) en Skanu Mezs (Riga, LV).

[14] L. Semmerling, Transformations of the Audible: Rehearsing Sensory Repertoires, online lezing gepresenteerd door West Den Haag, Institute of Sonology (Koninklijk conservatorium Den Haag) en de Universiteit van Leiden, 2019. 

[15] Sounds of Europe is een project dat aandacht heeft voor de recente uitbreiding van field recording in muziek, kunst en wetenschap. Het project werd gelanceerd door Q-O2 in samenwerking met MTG (Music Technology Group/Universiteit van Barcelona) / Sons de Barcelona, IRZU (Instituut voor onderzoek in geluidskunst/Ljubljana) en CRISAP (Creative Research in Sound Arts Practice /Universiteit van Londen).

[16] SoCCoS (Sound of Culture – Culture of Sound) is een netwerk van residenties en onderzoek binnen verkennende muziek, geluidskunst en -cultuur. Het creëert residentiemogelijkheden via de uitwisseling van kunstenaars, culturele medewerkers en theoretici. In samenwerking met: Hai Art (FI), Binaural/Nodar(PT), DISK Berlin (DE), A-I-R Laboratory (PL) and Q-O2 (BE). Associated partners zijn Bambun (IT), MoKS (EE), Kumaria/Medea Electronique (EL) en De School van Gaasbeek (BE).

[17] In samenwerking met Intro In Situ (Maastricht), bb15 (Linz) en Lydgalleriet (Bergen)

[18] Een organisatie, opgericht door Lilith Geeraerts & Anna Van Hoof, die Brussel voorziet van een stille, prikkelvrije ruimte en inzet op bewustwording rond het belang van stilte.

[19] Een Europese samenwerking onder leiding van de Stad Roeselare samen met de organisatie Idensitat in Barcelona.

[20] ONASSIS STEGI (GR), Huddersfield Contemporary Music Festival (UK), Ultima Oslo Contemporary Music Festival (NO), November Music (NL), SPOR FESTIVAL (DE), Time of Music (FI), Transit Festival – Festival 2021 (BE), Wilde Westen (BE).

[21] B. LaBelle, Radio Territories, Errant Bodies Press, Berlin, 2007.

[22] Klankverbond verenigt en verdedigt iedereen die ‘iets met audio’ doet en vestigt zich in Passa Porta.

Bibliografie

A. Engström, A. Stjerna, Sound Art or Klangkunst? A reading of the German and English literature on sound art. 

A. Licht, Sound Art: Beyond Music, Between Categories, 2007, Rizzoli International Publications, New York.

B. LaBelle, S. Roden (eds.), Site of Sound: Of architecture and the ear. Los Angeles, Errant Bodies Press/Smart Art Press, 1999.

B. LaBelle, Radio Territories, Errant Bodies Press, Berlin, 2007. 

C. Bishop, Artificial Hells: Participatory Art and the Politics of Spectatorship, Verso, Brooklyn, 2012. 

C. Claus, Studio_L28Sonic Perspectives on Urbanism, Umland, Brussel, 2018. 

C. Lane, A. Carlyle, In the field, Uniform Books, 2013. 

D. Kahn, Noise Water Meat: A history of sound in the arts. Cambridge, MIT Press, 1999.

E. Coussens, Hoor, de paprika ontkiemt: een interview met Stijn Dickel van aifoon, aifoon.org, 2020. Laatst geraadpleegd op 02.05.2022.

E. Venrooy, On the Process of Becoming Silent and Listening, 2015.

E. Venrooy, Audio Topography-on the Interaction of Sound, Space and Medium, LUCA/KULeuven, 2013. 

F. Blume, Doors of Listening, Pelt, 2021. 

H. Andersen, C. Profanter, J. Eckhardt (eds.), The Middle Matter, Sound as Interstice, Umland, Brussel, 2019. 

I. Devriendt, Stroomopwaarts: Maika Garnica – Gevoelsmatig communiceren, in: OKV, 2021. 

J. Croonen, Geluidskunst, Berlijn in het Leuvense stadspark, In: De Standaard, 22 april 2021. 

J. Eckhardt, Grounds For Possible Music, Umland, Brussel, 2018/ 

L. Maes, M. Leman, Defining Sound Art, In: The Routledge Companion to Sounding Art, Routledge, New York, 2017, pp. 27-41. 

L. Semmerling, Sing a Song: gedurfde geluidskunst, in: Metropolis M, No.5, 2017.

L. Semmerling, Luisteren na Pauline, De Missie van Deep Listening, in: Metropolis M, No. 1, 2020.

L. Semmerling, Transformations of the Audible: Rehearsing Sensory Repertoires, online lezing gepresenteerd door West Den Haag, Institute of Sonology (Koninklijk conservatorium Den Haag) en de Universiteit van Leiden, 2019. Laatst geraadpleegd op 02.05.2022. 

M. Delaere, Een Kleine Muziekgeschiedenis van Hier en Nu, Pelckmans Pro, Kalmthout, 2020.

M. Delaere, R. Diependaele, V Verspeurt, Contemporary Music in Flanders: Tape music since 1950, Matrix, Leuven, 2010. 

M. Chion, Sound: An Acoulogical Treatise, vertaald door James Steintrager. Durham: Duke University Press, 2016.

M.P. Wright, Listening After Nature: Field Recording, Ecology, Critical Practice, Bloomsbury, New York, 2022. 

S. Goodman, Sonic Warfare, Sound, Affect, and the Ecology of Fear, Massachusetts Institute of Technology, 2010.

S. Janssen, M. Seuntjens, De Methode, hoe die soms is, misschien was of zou kunnen zijn, Brussel, 2017. 

Interviews met: Floris Vanhoof, Amber Meulenijzer, Jan De Moor, Gilles Helsen, Esther Venrooy, Julia Eckhardt, Matteo Marangoni, Guy Van Belle en Iris Paschalidis

Met dank aan: Ward Bosmans, Christoph Deboeck, Jan De Moor, Dirk De Wit, Julia Eckhardt, Gilles Helsen, Martine Huvenne, Aernoudt Jacobs, Sarah Rombouts, Esther Ursem, Jannis Van de Sande, Frederic Van De Velde

Je leest: Geluidskunst in Vlaanderen: een groeiende discipline