Cultuurbeleid post-COVID: hoe pakken Europese landen het herstel aan?

Welke visie moeten sector en beleid vormen voor kunst, cultuur en de samenleving na de crisis, en dat zowel op korte als langere termijn? Wat kunnen we daarbij leren van andere Europese landen?

Toen corona toesloeg was de eerste reflex er één van acuut crisisbeheer: overbrugging, overleven en na de lockdown opnieuw opstarten. Intussen weten we dat de kaarten complexer liggen dan dat, meer nog: dat zomaar “terug naar vroeger” niet per se wenselijk is. 

Ook lang voor COVID zagen we eigenlijk al cracks in the system: ongezonde hyperactiviteit van precaire kunstenaars en kunstwerkers, gaten in de sociale vangnetten, het contrast tussen onze hypermobiliteit tegenover de restricties voor kunstenaars zonder de juiste papieren, de spanning tussen de noodzaak aan touren en de druk die dat legde op ons welzijn en leefmilieu. 

We moeten dus niet enkel herstellen, we moeten ons ook afvragen: welk herstel willen we? Welke output, welke jobs, welke werkwijzen en organisatievormen, welke gewoontes en impliciete verwachtingen? Ter inspiratie werpen we een blik op andere landen in Europa.

Verbeelding, experiment en vernieuwing

Terwijl de meeste landen zich aanvankelijk beperkten tot noodfondsen zette Denemarken meteen in op vernieuwing. Het Deense Ministerie lanceerde al in mei 2020 een programma (“samen voor kunst”) dat 71 projecten ondersteuning bood om in te zetten op nieuwe ruimtes (fysiek, digitaal), nieuwe formats en nieuwe kunstervaringen voor nieuwe publieken. Het programma wordt nu wegens succes verlengd.

Omdat individuele kunstenaars en kunstwerkers vaak tussen de mazen van het vangnet vallen, werd in Duitsland het programma Neustart Kultur opgezet. Het richt zich op kunstenaars en werkt in nauw overleg met kunstenaarsverenigingen. Deelprogramma’s draaien rond innovatie, ontwikkeling, mentoring en digitale vaardigheden. 

Het Mondriaan Fonds in Nederland biedt financiële ondersteuning aan kunstenaars om aan de slag te blijven en waar nodig hun praktijk te herdenken.

OCA in Noorwegen en Frame in Finland zetten in op de digitalisering van internationale netwerkevents voor kunstenaars, promotiefestivals en beurzen. Naast de kansen die dat biedt, helpt het de betrokken makers om digitale skills op te bouwen voor internationale netwerking.

In zijn advies ‘Onderweg naar overmorgen: naar een wendbare en weerbare culturele en creatieve sector’ benoemt de Nederlandse Raad voor Cultuur uitdagingen op artistiek, technologisch, ruimtelijk, financieel, maatschappelijk, sociaal en bestuurlijk vlak. De Raad adviseert de minister om interdisciplinaire fieldlabs te organiseren waar geëxperimenteerd kan worden met nieuwe werkwijzen en alternatieve verdienmodellen. Als budget wordt 5 miljoen euro voorgesteld.

Duurzaamheid en verbinding

Het Verenigd Koninkrijk lanceerde een herstelfonds (budget: 1,57 miljard GBP), dat de omzet van de cultuursector snel weer naar het peil van voor de crisis moet brengen, en dat verdere groei op termijn mogelijk moet maken. Het fonds mikt op organisaties die sterk afhangen van eigen inkomsten en heeft een economische insteek: 322.000 cultuurjobs vrijwaren. 

Daarnaast is er het tienjarenplan Let’s Create (2020-2030) van de Arts Council dat focust op de helende, sociale en verdiepende kracht van cultuur met als devies: “Culture. Bringing us together, happier, healthier. To excite, inspire, delight. To enrich our lives”. Het plan werd geschreven vóór COVID, maar heeft vandaag des te meer betekenis gekregen.

De Unesco-gids voor veerkrachtige creatieve sectoren pleit voor structurele verandering, met aandacht voor de gekende systeemproblemen en nieuwe trends die de kop opsteken naar aanleiding van de crisis. Ze adviseert beleidsmakers om creatieve sectoren een stevige plek te geven binnen sociale en economische herstelplannen.

Het netwerk Culture Action Europe (CAE) en de European Cultural Foundation adviseren de EU om een Cultural Deal uit te werken die inzet op betere en eerlijke werkomstandigheden voor  kunstenaars en kunstwerkers, op vrijheid van expressie, culturele diversiteit en de relaties tussen kunst, cultuur en andere sectoren. CAE pleit voor een structurele verhoging van de cultuurbudgetten tot 2% van het overheidsbudget (in Vlaanderen is dat momenteel ongeveer 1%) en voor meer aandacht voor cultuur binnen andere budgetten.

Quo vadis?

De vraag hoe men het veld post-COVID wil inrichten, is er één die peilt naar beleidsvisie, verbeelding en keuzes. De komende maanden houdt Kunstenpunt verder in het oog welke visie voor herstel en relance wordt uitgetekend, zowel in Vlaanderen als in Europa.