‘We zijn nog iedere dag aan het onderzoeken wat ‘participatie’ precies is.’ Nieuwstedelijke Grond in Gent #4

17 juni 2019

‘Mijn mond konden ze me niet afpakken.’

We ontmoeten Serdi Alici, dé beatboxer van Gent, tijdens de buurtkeuken special van Campo die voor deze zomer editie in de openlucht plaatsvindt. Een (bijna) maandelijks rendez-vous waar Campo’s buurtbewoners samen eten en er onderwijl artistieke interventies plaatsvinden. Serdi is met name bekend als muzikant en beatboxer maar heeft ook veel theaterervaring. Hij speelde mee in verschillende voorstellingen van Union Suspecte en de KVS en is een van de begeleider bij het Brusselse collectief TransfoCollect. Alhoewel de buurtkeuken een gezellige luide aangelegenheid blijkt, lukt het Serdi mij in sneltreinvaart zijn levensverhaal te vertellen.

Serdi:

‘Het was thuis op z’n zachtst gezegd niet paradijselijk. Ik heb een aanzienlijk deel van mijn jeugd in een instelling gezeten. Alles werd daar aan banden gelegd, maar mijn mond konden ze me niet afpakken. Toen ik voor ‘t eerst iemand hoorde beatboxen dacht ik ‘dat wil ik ook kunnen’. Ik heb zes maanden non-stop geoefend tot ik het kon.’

‘Bij het jeugdhuis Habbekrats ging ik vaak chillen. Op een dag vroeg een begeleider daar aan mij en een vriend of we geen theater wilde maken. Zo ben ik in de wereld van de kunsten gerold. Niet veel later won ik de Kunstbende.

Ik mocht nooit worden wie ik wilde. Mijn broer zei me dat ik nooit een artiest zou zijn, dat ik mijn familie niet te schande moest brengen. Het theater bleek de enige plek waar ik mezelf kon zijn.’

‘Ik maak geen onderscheid tussen muziek, performance en theater, bij mij is alles één. Ik ben een entertainer. Mensen willen vermaak na hun werk. Wat ik doe bestaat altijd uit drie stappen: choqueren — iets verrassend doen dat niemand ziet aankomen -, dan een dikke zet doen — ze entertainen, energie geven en tot slot kan je dan doen wat je wilt. Als je een publiek eenmaal mee hebt, is alles mogelijk. Elk publiek is anders, je moet ze weten te bespelen. Als mensen mij zien, zien ze eerst een dikke Turk. Er is veel racisme hier in België. Maar overal waar ik opgetreden heb kijken de mensen uiteindelijk verliefd naar mij. Ik zie de gezichten tijdens een optreden veranderen.’

‘Ik werk graag met jongeren omdat ik weet wat het is om in de hel te zitten. Met 15 jaar zat ik als enige Turk in een jeugdgevangenis. Maar ik weet ook hoe je een paradijs in de hel kan creëren. Bij TransfoCollect zijn wij een grote familie. Het gaat niet alleen om samen werken, maar ook om samen eten en samen knuffelen. Wij gaan uit van de inbreng van de jongeren. Iedereen heeft talent maar niemand weet dat van zichzelf. Dat wil ik bij mensen naar boven brengen. En talent creëer je door hard te werken. Ik geloof dat iedereen kan worden wat hij of zij wil.’

18 juni 2019

‘We zijn nog iedere dag aan het onderzoeken wat ‘participatie’ precies is.’

Als we Manoeuvre binnenlopen in de dynamische Wondelgemstraat middenin de Rabotwijk zit er een grote groep vrouwen te werken in het atelier. Allen zijn ze met textiel in de weer. De vrouwen hebben uiteenlopende achtergronden en zitten in verschillende groepjes bij elkaar. Sommige luisteren, naast de handarbeid, naar muziek en drinken thee.

Chris Rotsaert, artistiek coördinator van Manoeuvre, vertelt over het project waar ze momenteel mee bezig zijn:

‘We zijn aan het werk rondom het thema ‘landschap’. We vroegen de deelnemers ‘wat is een landschap voor jullie?’ Toen zijn we mentale landschappen gaan borduren die nu wandelkaarten worden en haken we de verschillende vlakken. Ondertussen krijgt het project inhoud en vorm vanuit de verhalen tijdens het maken. Uiteindelijk wordt het een werk dat gaat over grenslijnen, dat we op locatie zullen activeren op Kunst & Zwalm, een tweejaarlijks beeldende kunst-event in Zwalm.’

Manoeuvre is, naast het open atelier een platform voor kunstenaarsresidenties. De residenties zijn gericht op het creëren van open samenwerkingsmodellen en het in dialoog gaan met de context van de plek. Manoeuvre richt zich op beeldend kunstenaars met co-creatieve ambities. Ze tonen en activeren het werk in ruimtes voor beeldende kunst of in de publieke ruimte. De focus ligt op relationeel werk waarin de interactie tussen publiek en makers centraal staat.

Manoeuvre beschikt over verschillende ateliers — van textiel tot zeefdruk, hout of lassen — maar start er ook nieuwe op vraag van residenten of vanuit de noodzaak of talenten uit de buurt.

Chris:

‘We zijn begonnen in de volkstuinen, daar zaten mensen van allerlei achtergronden te haken, daar wilden we iets mee doen. Manoeuvre is voortgekomen uit Made by Oya, een collectief van vrouwen met diverse achtergronden die samen aan een eigen collectie werkten met ontwerpers en Rocsa, die stond voor kunst in de publieke ruimte, gericht op tijdelijke invullingen. We worden ondersteund door het Kunstendecreet, Vlaamse Gemeenschap en door de stad Gent en Vooruit.’

‘Sinds drie jaar zitten we in dit gebouw. Eerder was het een bank. Helaas stond de kelder onder water dus het vergt veel onderhoud, maar draagt zijn steentje bij. We werken met langdurige residenties. We zijn niet geïnteresseerd in een ‘vluchtelingen-project’ of een ‘Turks project’, we zoeken naar een daadwerkelijke mix. We focussen ons op kunstenaars die willen samenwerken al zijn we nog iedere dag aan het onderzoeken wat ‘participatie’ precies is en kan betekenen. De residerende kunstenaars of collectieven zoeken tijdens hun residentie samen met het kunstenaarsteam van Manoeuvre en de participanten uit welke werkvorm gehanteerd wordt. Dit is altijd anders, er is geen formule. We werken ad hoc. We laten de kunstenaar vrij en streven naar een zo sterk mogelijke uitwisseling tussen makers, kunstenaars, denkers en publiek. We spelen in op de noden van de kunstenaars om co-creatief aan de slag te gaan. Zo startten we vorig jaar een nomadisch zeefdrukatelier op voor de events Coverslut met residente Grace Ndiritu (UK). Een aantal participanten reisde mee en zeefdrukte live op een event in de artist run gallery in Birmingham, we herhaalden dit met meerdere participanten op Poppositions in Brussel. Zo blijven veel van onze participanten betrokken gedurende gans het proces, van creatie, maken en tonen.’

‘We tonen momenteel het werk Hybrid Heads in het Design Museum. De expo activeert het open design boek in co-creatie met designer Daniela Dossi (IT). Onze samenwerking is een aantal jaren geleden met een klein project gestart. Dit is uitgemond in een langdurige residentie, een onderzoek met verschillende lagen. Het onderzoek kan puur textieltechnisch worden bekeken én het is ook een artistiek onderzoek, met politieke inslag. Hybrid Heads is een boek, enerzijds gemaakt vanuit en met de participanten, dat nu als open design tool terug participatief kan worden ingezet. Zo krijg je verschillende manieren van participeren die Manoeuvre onderzoekt.’

We lopen naar de binnenplaats achter Manoeuvre en gaan in de schaduw zitten met naast Chris ook Nathalie Maelfait die de zakelijke coördinatie doet:

‘We voelen ons aangetrokken tot de periferie. De kunstenaars die hier belanden voelen zich aangetrokken tot het sociale aspect. Uitwisseling staat dan ook centraal bij ons. De uitwisseling van skills, verhalen, andere gewoontes, manieren van kijken vanuit verschillende achtergronden, opleidingen, leefwerelden. Je bent bereid je in te leven en een open houding te hebben waar nieuwe invalshoeken zich aanbieden. Het kunstwerk groeit vanuit de samenwerking. De kunstenaars in residentie maken, zo lang ze hier zijn, deel uit van de organisatie. We selecteren niet via een open call, de dingen gebeuren organisch en intuïtief: soms ontstaat de samenwerking door een babbel op een opening van een tentoonstelling of we nodigen kunstenaars uit om ons atelier te bezoeken en van het een komt het ander. Een korte residentie mondt dikwijls uit in een langere. Het gaat niet om het vinden van grote namen, maar om kunstenaars die uit de residentie een meerwaarde halen voor hun verdere oeuvre. Tot nu toe zijn er nog niet zoveel deelnemers uit de buurt als resident gestart. Wel Hannelore van Dijck, een grote naam uit de buurt, waarmee we het project vlaggenveld hebben gerealiseerd. Natuurlijk wonen de residenten tijdelijk in de buurt en worden daardoor ook tijdelijk buurtbewoner, sommige blijven zelfs hangen. We hebben ook eens de vraag gekregen van een Syrische beeldhouwer of hij hier zijn atelier kon houden. Maar Manoeuvre faciliteert geen individuele maakprocessen, wel boden we hem aan hier in de zomer te komen werken en werkte hij mee met residente Grace Ndiritu. Samen met Ali G, een andere participant, zochten ze samen met ons naar een participatieve methode om te blokdrukken. Onze organisatie zou nog diverser mogen zijn, je zou hopen dat dat vanzelf gaat, maar we stimuleren dat nog steeds actief.’

‘We zijn nu aan het werk met het Wijkgezondheidscentrum hier in de buurt. Vanuit de vraag hun toekomstige nieuwe wachtruimte vorm te geven, gaven we de betrokkenen van het centrum een introductieworkshop met beeldend kunstenaar Veerle Michiels, zodat we elkaar beter leerden kennen. Samen dienden we een subsidieaanvraag in en Manoeuvre trekt nu het ontwerptraject met Veerle. Zo’n projecten zorgen voor een brede mix doordat het participanten aantrekt met verschillende motieven, waardoor de input veel rijker en uitdagender wordt.’

‘We stappen ook in wijkprojecten, zoals het vormgeven van de nieuwjaarsreceptie of een barbecue in de buurt. Dat soort dingen blijven we doen, om met onze voeten op de grond te blijven en bottom-up te blijven werken. Tegelijkertijd is het belangrijk dat we onszelf in deze wijkprojecten artistiek blijven uitdagen: we creëerden laatst een weefinstallatie tussen de tafels van een buurtfeest. Het is belangrijk dit in het bredere geheel blijven zien, zodat wat we doen, niet louter om versieren gaat.’

19 juni 2019 — ochtend

‘We zien Kunsthal Gent als een soort stad op zichzelf’

In meerdere gesprekken kwam het nieuwe project Kunsthal Gent voorbij. Als ik aanbel bij het monumentale veertiende-eeuws karmelietenklooster in het centrum van Gent doet artistiek coördinator Danielle van Zuijlen open. Tijdens de rondleiding sluiten ook zakelijk coördinator Tim Bryon en Sofie Joye aan.

In het weekend is Kunsthal Gent een tentoonstellingsruimte die gratis te bezoeken is. Op werkdagen is het een werkplek voor kunstenaars in residentie. De stad deed een open call voor eenieder die een artistiek concept voor het voormalige klooster, dat de jaren ervoor als museum met een privé collectie gefunctioneerd had, wilde ontwikkelen. Het kunstenaarscollectief 019 en de atelierwerking NUCLEO besloten samen te zitten en een plan te uit te werken. Aan tafel nodigde ze daarbij verschillende partners uit zoals Art Cinema OFFoff, de opleiding Curatorial Studies van de Gentse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) en de kunsteducatieve organisatie das Kunst. Deze organisaties huizen tegenwoordig allemaal in Kunsthal Gent, maar het is het vijfkoppige coördinatieteam van de nieuwe organisatie dat de artistieke werking van Kunsthal bepaalt.

Danielle en Tim: ‘We zien Kunsthal als een experimenteel kruispunt van verschillende disciplines dat wel vertrekt vanuit de beeldende kunsten. We hebben een grote interesse in de grensgebieden maar vinden het belangrijk dat er helderheid is over de referenties. Met Kunsthal willen we voorzien in de lacune die tussen kunstscholen en musea spelen.’

‘Toen we met 019 en NUCLEO samen zaten wisten we al snel dat we het niet alleen wilden doen, maar dat we wel de regie wilden. We nodigden verschillende organisaties uit om mee aan tafel te zitten. Die onderhandeling was niet altijd gemakkelijk en sommige organisaties zijn er dan ook al vroeg uitgestapt. We hadden veel bijeenkomsten nodig om de richtlijnen te bepalen. We zagen Kunsthal als een machine en zochten naar vormen waarop we die het beste in konden zetten om het veld mee te ondersteunen.’

Gebouw in gebouw Kunsthal

‘We creëerden vanuit 019 en vanuit NUCLEO een nieuwe organisatie. Bij het selecteren van de kunstenaars voor het residentieprogramma betrekken we ook telkens iemand van OFFoff en van das Kunst. In de samenstelling van het nieuwe team hebben we niemand specifiek voor de communicatie en de publiekswerking, dat hebben we nu opgedeeld tussen de verschillende mensen, maar je voelt dat de visie daarop nog niet helemaal is uitgewerkt. Ieder lid beschikt maar over 1 halve dag per week. Dat is natuurlijk veel te weinig, wat in de praktijk veel overuren betekent.’

‘We moeten nu voor onszelf kijken hoe we dit duurzaam kunnen maken. Deze ruimte is natuurlijk allereerst een grote kans, maar eronder schuilt veel fragiliteit. We zien op veel plekken dat mensen gratis werken. We realiseren ons dat Kunsthal de indruk wekt dat er veel geld is, dat komt door het grote gebouw en de grote dingen die we gebouwd hebben. We worden dan al snel vergeleken met het SMAK, maar de bedragen die wij krijgen zijn van een totaal andere orde.’

‘Het is in het programma belangrijk te blijven kiezen voor noodzaak. De vraag is hoe je je identiteit helder houdt. Er is veel collegialiteit met de andere organisaties in Gent maar we willen geen allegaartje worden. Wel is het onze ambitie om van betekenis te zijn voor het Gentse veld en ons gebouw met nog meer (tijdelijke) partners te delen. We werken naast onze vaste partners ook met diverse projectmatige partners, zoals de kunstscholen en externe curatoren. Met het ontwikkelingsprogramma willen we linken leggen met de andere organisaties in Gent. Zo reden we in het najaar met een busje naar Birmingham, met vertegenwoordigers van 7 kleinere artistieke organisaties uit Gent, naar een conferentie over artist-run spaces waar Kunsthal als spreker was uitgenodigd. En momenteel ontwikkelen we een concept om de vrijdagavonden te laten programmeren door andere organisaties met vooral artist talks, zodat de vrijdagavond een consequent moment wordt waarop je elkaar kan ontmoeten in Kunsthal.’

Tijdelijke expositie over grafisch ontwerp

‘We zien Kunsthal Gent als een soort stad op zichzelf, een plek die in voortdurende verandering is. We werken dan ook met een soort ‘stadsbouwmeester’, een architect die zorg draagt voor de ruimtelijke interventies in het gebouw. We hebben nieuwe ruimtes moeten bouwen om de hal bruikbaar te maken. We hebben ons geïnspireerd op het concept van de Endless Exhibition, een werk en statement van de Amerikaanse kunstenaar Prem Krishnamurthy. Dat betekent dat alle (grote) werken die worden gemaakt blijven staan. Zo groeien we telkens door. Daarnaast hebben we ook kleinere tijdelijke exposities.’

‘De kunstenaars met wie we werken zijn zowel opkomend als gevestigd, en zowel lokaal als internationaal. Die combinatie is best moeilijk voor een publiek. In de weekenden moeten we het vooral hebben van toevallige voorbijgangers en door de week juist van hele specifieke bezoekers.’

Kunstwerk van Nina Beier — Housbroken

‘We besteden veel aandacht aan wat een ‘tentoonstelling’ kan zijn. We willen voorbijgaan aan de tentoonstelling als logisch eindpunt. Hoe kan je op een andere manier cureren? We hebben interesse in het ontwikkelen van discours. De kunstenaars met wie we werken bouwen mee aan onze identiteit. Naast de tentoonstellingen proberen we met het Ontwikkelingsprogramma (zes residenties per jaar) een ruimte te creëren waar er geen druk ligt op het proces en het onderzoek. De nadruk ligt bij de residenties niet op het eindproduct, alhoewel er tegelijkertijd wel nood is aan een eindpunt. Dat formuleren we dan samen met de kunstenaar.’

19 juni 2019 — middag

Ik heb vrienden in alle soorten en maten en dus is mijn publiek ook altijd divers geweest. 

We ontmoeten Willem Vandesande in de Vooruit waar hij samen met de muziekprogrammator jaarlijks een eendaags indoor muziekfestival organiseert. We spreken Willem omdat hij de initiator is van All Eyes On Hip Hop, een van de eerste hiphop evenementen in Gent. Met een zekere ernst en opvallende openheid reageert Willem op onze vragen.

Lara Staal in gesprek met Willen Vandesande

Willem: ‘Ik was van jongs af aan geïnteresseerd in het organiseren van zaken. Zo zat ik bijvoorbeeld in het scholierenparlement. All Eyes On Hip Hop is ontstaan doordat ik als hobby ben begonnen met het organiseren van feesten met de muziek die ik zelf goed vond. Ik kwam in de hiphop terecht via een vriend. Hij heeft de passie voor die muziek op mij overgebracht.

Ik was geïnteresseerd in woordkunstenaars zoals FM Doom, maar ook Dokter Dre, Cypress Hill en Dilated People. Ik heb nooit van blingbling gehouden. Eerst hebben we samen dingen opgezet, later ben ik alleen verder gegaan. De eerste feestjes organiseerde ik in Hoogstraaten, waar ik vandaan kom, een stad met dorp allures. Later ging ik studeren in Gent. Toen ik begon uit te gaan ontmoette ik langzamerhand mensen met dezelfde muzieksmaak. De eigenaar van de club White Cat stond er wel voor open mij een feest te laten organiseren. Hiphopfeestjes hadden een slechte naam, die stonden bekend als plekken waar veel geblowd werd, niet gedanst en regelmatig gevochten werd.

All Eyes On Hip Hop heeft altijd veel vrouwelijke bezoekers gehad, in tegenstelling tot sommige andere hiphopfeesten. Veel evenementen lieten vrouwen gratis binnen vanuit de gedachte dat de mannen wel zouden volgen. Maar de dynamiek verandert dan, dan gaat het niet meer om de muziek maar om andere dingen. De hiphop die ik draaide was nooit denigrerend naar vrouwen toe. Die muziek heeft me nooit geïnteresseerd.

Als je iets organiseert dat gedreven wordt door de kwaliteit van de muziek trek je die agressiviteit van drugs en frictie niet aan.

All Eyes On Hip Hop in 2012

‘De feestjes in de White Cat werden een groot succes. De sfeer op een All Eyes On Hip Hop evenement was in Gent gekend als een plek waar je wilde zijn. Niet alleen hiphopfans kwamen er op af, maar ook muziekfans en fans van feesten in het algemeen. Op een gegeven moment werd het te vol, toen zijn we overgestapt naar de Charlatan waar we 800 man konden ontvangen.’

‘Ik denk dat ik goed heb kunnen communiceren waar hiphop om gaat: niet om blingbling, vrouwen en criminaliteit maar om positiviteit, groepsgevoel en om het innemen van een stem door groepen die niet gehoord worden. Het witte Vlaamse publiek heeft wellicht geen feeling met de jaren ’60, ’70 en ’80 in New York of Los Angeles. Kennelijk heb ik de vibe kunnen overbrengen naar een breed publiek. Dat is nooit de bedoeling of de opzet geweest. Ik wilde gewoon iets organiseren voor mijn vrienden die van dezelfde muziek hielden als ik. Mijn hobby is mijn werk geworden. Ik heb veel commerciële voorstellen afgeslagen en heb altijd puur vanuit mijn eigen smaak gewerkt. Mijn publiek is zo divers als Gent divers is. Iedereen is altijd welkom geweest, maar ik heb nooit mijn best gedaan bepaalde doelgroepen te bereiken. Ik wil geen subsidie aanvragen, want ik heb er moeite mee dat er dan altijd iets sociaals aan moet gekoppeld worden. Het moet kunnen draaien om de muziek. Door te focussen op het integreren van een bepaalde doelgroep mis je volgens mij je doel. Ik heb vrienden in alle soorten en maten en dus is mijn publiek ook altijd divers geweest. Wel heb ik altijd streng gelet op het beleid van de security, vaak zijn die onrespectvol naar vrouwen en mensen van kleur. Daar kon ik furieus van worden.’

© All Eyes On Hip Hop

‘Ik heb ook een aantal jaar als boekingsagent voor Green House gewerkt, die zijn samen met Live Nation de grootste organisatoren van festivals en concerten in België en Nederland. Na 2,5 jaar ben ik vertrokken en als zelfstandige verder gegaan, maar het is financieel niet makkelijk. De monopoliepositie van dat soort grote organisaties maken het heel moeilijk voor mij als kleine garnaal om er tussen te zwemmen.’

‘All Eyes on Hip Hop bestaat nu 14 jaar en ik ben me aan het heroriënteren met betrekking tot de toekomst. Ik ben ouder geworden en op de feesten die ik organiseer komen bijna geen bekenden meer af. Terwijl ik begonnen ben met het voor mijn vrienden te organiseren. Het is commerciëler geworden, soms heb ik daardoor geen voeling meer met de essentie. Tegelijkertijd kan ik All Eyes on Hip Hop niet doorgeven aan iemand anders, het blijft mijn kind dat nu aan het puberen is. Mijn droom is ooit een groot All Eyes on Hip Hop-festival te organiseren, maar dat kan ik niet alleen. Ik heb daarvoor financiële partners nodig.’

20 juni 2019

Ik heb een vreemde associatie bij het woord ‘nieuwstedelijk’, alsof het over ‘nieuwe’ mensen gaat, terwijl het gaat om het gebruiken van de capaciteit van de mensen die er al zijn.

We ontmoeten Bilal Abbas in De Meubelfabriek waar vroeger De Koer zat. Sinds kort is er een nieuwe tijdelijke invulling in de fabriek op de meibloemstraat gestart. Bilal is de oprichter van Masala vzw, een organisatie die een streeft voor meer diversiteit in de kunst en cultuur omdat net daar de beeldvorming tot stand komt. Diversiteit in de breedste zin; van mensen met lage inkomens tot ouderen in tehuizen. Daarvoor heeft Masala tools ontwikkeld zodat burgers zelf hun verhaal kunnen vertellen.

Rondleiding door De Meubelfabriek door Bilal

Masala is een mediaplatform voor burgers met alle mogelijke achtergronden. Het platform organiseert interactieve en educatieve activiteiten voor kinderen, jongeren en volwassenen zoals mobile journalism, programmeren en het maken van films en muziek. Op deze manier zet Masala zich in voor een samenleving waar diversiteit extra gestalte krijgt.

De rondleiding door De Meubelfabriek is indrukwekkend, we passeren projecten en activiteiten als: indoor voetbal, een fietsatelier, meubels en decoratie bouwen met recupmateriaal, een metaalatelier, een buurtkeuken, repetitieruimtes, een boksplek, yogalessen, een coworking space, een jeugdhuis, stadslandbouw en een tweedehandswinkel …

Tweedehandswinkel in de Meubelfabriek waar alles €1 kost

De ruimte van Bilal zelf, waar Masala huist, is simpel maar prachtig vormgegeven. Bilal legt ons uit dat alles zo is ingericht dat alle materialen gemakkelijk uit elkaar kunnen worden gehaald voor hergebruik en dat 70 procent van de materialen gerecycleerd zijn. De inrichting is, aldus Bilal, gebeurd door een groep vrienden, die geloven dat verandering mogelijk is.

Bilal:

‘Ik was al lang op zoek naar een ruimte voor Masala en informeerde bij de stad naar de plannen voor De Meubelfabriek. Er zou een open call komen waar ik toen op heb gereageerd. Het wordt nu geleid door een groep mensen die allemaal iets verschillend doen maar wel geloven in een gemeenschappelijk doel, namelijk een pluralistische samenleving waarin een ieder zijn eigenheid kan en mag bewaren. De focus ligt niet op integratie maar op contributie. Wat kan een individu bijdragen in plaats van hoe goed kan iemand zich aanpassen.

We hebben een maandelijks parlement en iedere resident heeft stemrecht. Mensen uit de buurt zullen op lange termijn kunnen aansluiten en hebben dan ook inspraak. Dat is wel niet eenvoudig moet ik zeggen, (lachend), democratie zorgt voor veel vertraging, volgende keer zou ik misschien voor een semi-dictatuur kiezen. Het samen delen van een ruimte creëert veel uitdagingen, zoals wie gaat de wc’s schoonmaken? In het begin maakte ik de wc’s schoon omdat ik niet wilde dat meisjes die naar de workshop komen zich ongemakkelijk zouden voelen. Een site met zo’n omvang heeft nood aan propere wc’s. Godzijdank is ons toilet-gate nu opgelost.’

Masala vzw

‘Masala is ontstaan vanuit de wens en noodzaak interculturele televisie te maken. Na jaren van tv kijken, debatten en lezingen volgen, werd het mij duidelijk dat veel mensen spreken over de islam of over migratieachtergrond zonder te weten waar ze het over hebben. Veel oudere mensen willen niet vliegen omdat ze op tv altijd neerstortende vliegtuigen zien. Als je enkel migranten als gevaarlijk laat zien, dan krijgen de mensen vanzelf angst. Ruwweg 30% van de bevolking in België heeft een migratieachtergrond.’

‘Ik heb verschillende aanvragen gedaan, maar nooit iets toegekend gekregen. Het werd me duidelijk dat ik niet alleen een goed concept moet hebben, maar ook over een netwerk moet beschikken. Ik ben met de tijd business-minded geworden: logo’s, netwerk, pr… Dat alles is nodig om je een plek te verwerven.’

‘Ik heb een vreemde associatie bij het woord ‘nieuwstedelijk’, alsof het over ‘nieuwe’ mensen gaat, terwijl het gaat om het gebruiken van de capaciteit van de mensen die er al zijn. ‘Diversiteit’ wordt nog steeds omgeven door gimmick-denken, het wordt gezien als iets extra. Bij veel instellingen mag je wel een residentie doen, maar als je echt om middelen vraagt kan het eigenlijk nooit. Ik krijg dan vaak te horen ‘jullie zijn wel heel ambitieus’. Men wil wel diversiteit, maar het moet altijd in het plaatje passen. De goede bedoelingen houden werkelijke progressie tegen. In het theater zie ik veel diverse groepen theater maken die nooit een diverse gemeenschap bereiken. Men wil diversiteit omdat het hip is maar de subsidie systemen laten helemaal geen nieuwe stemmen toe. Jongeren hebben helemaal geen zin om formulieren in te vullen. Het theaterveld wordt nog steeds door de anciens geleid.’

‘Arabisch en shariawetgeving heb ik in de avondschool geleerd. Hoe meer ik leerde hoe meer ik besefte hoe weinig mensen kennis hebben over de islam, ook moslims niet. De hoogste vorm van aanbidding binnen de islam is dat men zaadjes plant en als men er niet meer is en mensen nog steeds van de vruchten kunnen plukken van jouw “goede” werk. Masala vzw is in zekere zin een zaadje dat ik heb geplant en ik hoop dat mensen er iets aan hebben, ook als ik er niet meer ben.’

‘De focus van Masala ligt op digital storytelling, het aanleren van technieken. We moeten onze eigen verhalen kunnen vertellen. Het probleem is dat mensen met een laag inkomen geen toegang krijgen tot de tools die nodig zijn. Het is op de lange termijn essentieel om de televisie en mediawereld binnen te dringen. Een eigen platform kan voor een tegenwicht zorgen. De reacties van het middenveld zijn vaak het meest demotiverend: “dat klinkt wel erg ambitieus.” “Je bent met zoveel dingen tegelijkertijd bezig, je moet beter focussen.” “Je moet de dingen stap voor stap doen, niet alles tegelijkertijd.” Een jaar lang heb ik daar naar geluisterd en ben ik er niet uit geraakt. Toen heb ik een jaar niet geluisterd en wonder boven wonder, het werkt.”

Ontspanningsruimte in De Meubelfabriek

‘Masala bestaat nu twee jaar. De middelen zijn nog wel een probleem. De jongeren die al aan ons verbonden zijn maken de beste reclame. Nu we de meubelfabriek als locatie hebben, gaat het bereiken van anderen makkelijker worden. Via brugfiguren, andere organisaties en workshops op scholen hopen we steeds meer jongeren te bereiken. Masala moet uiteindelijk ook een productiehuis worden voor het maken van films. Masala gaat over lessen in mondigheid en zelfredzaamheid maar vooral over samenwerking’

Je leest: ‘We zijn nog iedere dag aan het onderzoeken wat ‘participatie’ precies is.’ Nieuwstedelijke Grond in Gent #4