Tweede ronde beurzen voor leertrajecten rond vakmanschap

Minister Gatz lanceert in 2019 een tweede oproep voor ‘meester-leerling-trajecten’. Die beurzen geven vakmensen ruimte om een aantal maanden tot twee jaar intensief samen te werken met iemand die bij hen in de leer wil gaan.

Vakmanschap wordt in dit beurzensysteem ook dit jaar weer breed opengetrokken: het kan gaan om ambachten of toegepaste kunsten, maar ook om podiumkunsten, vertel-of muzikale tradities of instrumentenbouw.

Vorig jaar kende Gatz voor een totaalbedrag van 1 miljoen euro de eerste 27 beurzen toe, o.m. voor edelsmeedkunst, borduren, wagensmeedwerk, craftbrewing, porseleinkunst, houten volksspelen, glasschilderkunst, baktechnieken, clown acts, enz. Ook vakmanschap dat migranten naar Vlaanderen meebrengen, zoals het Afghaans borduren of vocale tradities uit het Midden-Oosten, kwamen aan bod. Bekijk hier de resultaten van de eerste ronde.

Vakmanschap levend houden

Met deze beurs speelt minister Gatz verder in op de vernieuwde belangstelling voor oude beroepen en traditionele stielen. Het doorgeven van dit soort vakmanschap, vaak een intensief en tijdrovend proces, is een voorwaarde om het levend te houden. Daarom wil Gatz de nodige ondersteuning geven aan vakmensen die iemand een aantal maanden in de leer nemen en hem of haar de knepen van het vak leren. Door deze intense samenwerking kan vakmanschap worden doorgegeven en gaat het niet verloren.   

Met dit reglement voor het doorgeven van vakmanschap wil Vlaanderen een impuls geven aan het beleid rond immaterieel cultureel erfgoed. 

Over de aanvraagprocedure

Een beurs kan worden aangevraagd door partners die in een meester-leerling-traject vakmanschap willen doorgeven. Meester en leerling(en) vragen de beurs samen aan, voor maximaal twee jaar. Per maand kunnen de partners samen 2.000 euro krijgen als ondersteuning voor het leertraject, met een maximaal bedrag van 48.000 euro per traject.

Een aanvraag indienen kan tot 15 maart 2019Lees hier meer over de procedure.