Kunst en wereld/verslag gesprekstafel A Fair New World

Auteur Arundhati Roy ziet de pandemie als portaal naar een nieuwe wereld: wat laat je achter, wat neem je mee? Op zoek naar antwoorden ontwikkelde Bruno Latour een set handzame vragen. Welke moeten de prioriteiten, de basiswaarden, de principes en de voornemens zijn voor het kunstenveld, vandaag en in de toekomst?

HOE ZIET DE OUDE WERELD ERUIT EN WAT HOUDT DIT IN STAND?

·  BEGRIPPEN ZOALS excellentie, prestige, exclusiviteit (deze drie begrippen lijken veel dingen te blokkeren en zijn terug te vinden in verschillende gelederen van de kunsten)

Wat houdt het in stand:

  • Subsidiecriteria
  • Publiek ( kickt op namen)
  • De medeplichtigheid van de sector

·  Permanente tijdelijkheid, Politieke recuperatie, Selectiviteit van urgenties

we zitten vast in een constant kortetermijndenken – wat opgebouwd wordt in één beleidsperiode, kan na 5 jaar weer afgebouwd worden en dat is funest voor de continuïteit.

De urgenties in de sector zijn niet dezelfde. Besparing kan er één zijn, maar de positie van de kunstenaar, of inclusie, kan een andere zijn. Die urgenties kunnen elkaar tegenspreken of tegenwerken

·  Top-down constructies, Hiërarchie in het denken, ons kent ons

structuren, ministers, commissies, programmatoren, artistieke leiders

·  De éénzijdige definitie van Kunst en Hokjes

hoort bij top-downconstructies en poortwachters. “dit is kunst. dit is dans, dit is participatie, dit is muziektheater…dit is een kunstenaar, dit is een relevante kunstenaar, deze niet.”

·  De populariteitsrun, de macht van enkele gatekeepers, media: oppervlakkige promo, communicatie en kunst

hoort bij excellentie, publiek en gatekeepers als “wat het systeem in stand houdt”.

·  Precariteit, Blaming the Victim, KVR

De precariteit van de kunstenaar is al een heel bekende, vaak moet hij/zij het zelf oplossen.

Werden hier ook genoemd als dingen die het in stand houden: de KVR, het kortetermijndenken, de hierarchiën en het feit dat de kunstenaar het ook graag zelf wil (cfr. later the down side van dit argument: blaming the victim, “je moet maar geen kunstenaar willen worden”. Gevolg: artiest moet vaak creatief zijn voor niet-artistieke zaken.

·  Fairness, Correctheid en Gelijkheid

over deze definities bestaat verwarring in de sector.

het is belangrijk om ze te ontdubbelen om in de goede richting te kunnen gaan

·  Hegemonie, Economische Logica

dit is de naam die we gaven aan onze conclusie: zo lang we niet beseffen dat onze hegemonie een economische logica heeft, kunnen we niet doen alsof KUNST en FAIR PRACTICE onze achterliggende doelstelling is.

Waar zien we duurzame praktijken ontstaan en hoe kunnen we ze versterken?

Hoe verbeelden we de toekomst?

  • we vinden dat kunstenaars de macht hebben om de URGENTIE van deze crisis helder te verbeelden (maar ook dat moet geen voorwaarde zijn om kunst te mogen maken)
  • we zien verandering in eigenaarschap
  • we volgen het debat over basisinkomen, maar wel één dat vertrekt vanuit de juiste definitie van gelijkwaardigheid
  • we zien de blik op kunst veranderen, verbreden
  • we zien heil in grassrootsinitiatieven, commons en coöperaties
  • we zien veel in de analogie met het veld als ecologie
  • we vinden het nodig om meer mensen betrekken bij de definitie en productie van kunst
  • we willen het beeld van de ondernemende kunstenaar scheiden van dat vd ondernemer
  • we willen een diversere waardering van talenten en een meervoudige def. van kwaliteit
  • we willen blijven spelen
  • we willen niet IK maar WIJ in het gedachtenpatroon, zo kun je meer mensen betrekken.

Hoe ziet de oude wereld eruit?

  • ongelijkheid
  • de perceptie van KUNST
  • consumptiedwang (alleen NIET consumeren is eigenlijk echt DUURZAAM).
  • gebrek aan continuïteit
  • constante GROEI
  • racisme
  • schaarste (en diens gevolg, concurrentie)
  • tunnelvisie
  • Angst voor kwetsbaarheid

Wat houdt dit in stand?

  • individualisme en ‘scapegoatism’
  • negatieve perceptie van ‘falen’ OF het gewicht van succes
  • de financiële gevolgen van er niet bij horen (EN DUS HET BELANG VAN ERBIJ HOREN)
  • wegwerpmentaliteit
  • denken dat je er alleen voor staat en dat je dus niets kunt veranderen
  • reclame (dit komt overeen bij wat in groep 1 werd benoemd onder Excellentie)

voorbeelden als:

Hoe kunnen we ze versterken?

  • door ze draagvlak te geven
  • door sectoroverschrijdend te werken
  • door continuïteit te zoeken en te bieden
  • door te investeren in deeleconomieën als tegengewicht voor de constante consumptienood. Hier werd het briljante voorbeeld van de boren genoemd. Hoe vaak in een jaar heb je nu echt een boor nodig? En hoeveel huishoudens hebben er één?
  • we moeten leren denken in termen van GENOEG. dit sluit aan op consumptie’dwang’
  • we moeten het basisinkomen verder onderzoeken.
  • we moeten een eigen discours opleggen
  • we moeten af van HOKJES
  • er is wél geld. We moeten af van de gedachte van schaarste, en kijken naar waar wel in wordt geïnvesteerd.
  • kunsten moeten aantonen dat ze onmisbaar zijn
  • streven naar leven en niet overleven