Cultuurindex 2017: Belgische artiesten in het buitenland

Een tijdje geleden opperde iemand dat Kunstenpunt inzicht moest krijgen over de “export” van Belgische live muziek. Dat kadert in de onderzoekslijn “reframing the international” van Kunstenpunt, waarmee we de internationalisering van de kunsten in kaart willen brengen. Het is uiteraard ook zowiezo relevant om muzikanten, managers en beleid te kunnen ondersteunen met praktische kennis over optredens in het buitenland.

Je hebt dus zowel een uitdaging voor onderzoekers als een mogelijkheid om het werkveld concreet te ondersteunen. Maar hoe begin je aan zoiets? Terwijl mijn collega’s van managers, en binnenkort ook van individuele muzikanten, interviews afnamen om waardevolle veldkennis op te bouwen, wierpen mijn collega Quinten en ikzelf het over een andere boeg. We namen het ambitieuze plan op om een overzicht op te bouwen van alle concerten in het buitenland van Belgische bands, en zijn daarmee “from scratch” beginnen met een hele nieuwe en moderne methodologie.

Het maken van zo een overzicht is een huzarenstukje. Ten eerste stoot je tegen de onmogelijkheid om volledig te zijn. Er is altijd wel ergens een band die je over het hoofd ziet met ooit een optreden buiten België, en bij de druk tourende bands is het ook niet evident om correcte lijsten van tourdata op te stellen. Dan spreken we nog niet over last-minute annulaties, verwarring door bands met dezelfde naam of naamswijzigingen, en slordige aankondigingen.

Naast die inhoudelijke uitdaging is het verzamelen van al die gegevens ook een complex technisch staaltje. Gebruik makend van open databanken, digitale platformen en hun APIs verzamelden we op enkele maanden bijna 200.000 concerten. Het oudste concert dateert overigens uit 1948, en jullie mogen straks gokken om welke artiest het gaat. In elk geval moest er na het verzamelen nog een heleboel logica geïmplementeerd worden om om te gaan met duplicaten, de idiosyncratische neigingen van de platformen, het uniform maken van de namen van steden, landen en speelplekken, en het detecteren van annulaties.

Het was erg prettig om helemaal in die inhoudelijke en technische moeilijkheden rond gegevensverzameling te duiken, maar het was ook een uitdaging om te blijven denken vanuit de vraag wat heeft de beleidsmaker, de artiest en de manager hier nu eigenlijk echt aan?

We doen daarom kwantitatief én kwalitatief onderzoek. We gebruiken de gegevens om voor de allereerste keer een cijfermatig overzicht te geven van waar Belgische muziek live te horen is in het buitenland. En we voerden kwalitatieve interviews met managers om de dynamieken achter internationaal touren beter te begrijpen. Op het niveau van concrete ondersteuning voor het werkveld werken we nu al concreet aan een webtool waarmee de gegevens ontsloten worden op zo een manier dat ze nuttige tips bieden aan muzikanten en managers. De bedoeling is om zo een zicht te krijgen op wat een duurzame internationale carrière kan zijn, waarbij “meer concerten” in “grotere venues” niet noodzakelijk “beter” betekent.

Ik kan door de korte tijd die ik maar heb niet in detail gaan, maar laat me drie voorbeelden geven van manieren waarop we met zulke gegevens en in-house expertise aan de slag gaan. Tegelijk tonen ze ook hoe we de balans nastreven tussen cijfermateriaal, diepgaande inzichten, praktische tips, en suggesties voor beleid.

Het eerste voorbeeld, gaat over het eerste kwantitatief inzicht dat we hadden. Van de om en bij 9000 Belgische bands die we in beeld hebben, zijn er ongeveer 1500 met buitenlandse concerten. En daarvan zien we dat er bijna 50 artiesten uitgebreid touren met meer dan 100 buitenlandse optredens tussen 2013 en 2017. Is het niet ongelooflijk dat er bijna 50 artiesten zo internationaal actief zijn? Kan u trouwens 50 Belgische bands opnoemen? Desondanks wil dat niet zeggen dat al deze artiesten kunnen leven van hun live activiteiten, noch dat ze zich comfortabel voelen bij de drukke agenda. Het is ook niet zo dat deze artiesten noodzakelijkerwijs met elkaar in concurrentie staan, omdat ze verschillende circuits bespelen. In de top 10 van internationale artiesten vind je voor de helft artiesten uit een niche genre, en voor de helft mainstream acts terug.

Met het tweede voorbeeld gaan we wat dieper in op zo een nicheact. Het diepte-interview met Aborted gebruikten we om de data rond hun concerten te contextualiseren. Aborted doet aan death metal. Uit interviews met meer mainstream acts, gesteund door onze gegevens, bleek al snel dat het ontwikkelen van een internationale carrière er heel anders uitziet voor zo een band in een nichegenre als Aborted. In vergelijking met een mainstream act zien zij lagere fees, kleinere venues, zijn hun concerten over een groter geografisch gebied gespreid, halen ze relatief grotere inkomsten uit merchandise, en bouwen ze geduldig een globale community op. Maar het belangrijkste contrast zit in het carrièretraject: een mainstream act streeft een steilere groeicurve na, en gaat die curve ook bewust plannen. De consequentie is dus dat managers en beleid een gedifferentieerde aanpak moeten ontwikkelen om artiesten op de juiste manier te ondersteunen en te begeleiden.

Het derde voorbeeld gaat over de eerste versie van onze webtool. Hiermee proberen we in te spelen op praktische problemen die we zien bij bands. Op welke speelplekken kan een Belgisch ensemble terecht om hun hedendaagse klassieke muziek op te voeren in Skopje? Met onze tool vind je de plekken waar dit genre al geprogrammeerd werd. Of aan wie kan je vragen hoe je een optreden in Zuid-Amerika organiseert? Met onze tool vind je de managers die al eens een optreden regelden in die contreien. Zo faciliteert onze tool een vorm van peer-learning. En tegelijkertijd is het ook een manier om je eigen traject aan een soort van reality check te onderwerpen. Noem het een benchmark, als je wil.

Je leest: Cultuurindex 2017: Belgische artiesten in het buitenland