Reflecties rond mannelijkheid

Circusartiest, coach en beeldtherapeut Hugo Mega nam ongeveer een jaar geleden contact op met Engagement Arts om de idee te bespreken van een ruimte waar mannen zouden kunnen bijeenkomen rond het thema mannelijkheid.

Hij had het over een project dat mannen wil aanmoedigen om meer in contact te komen met hun mannelijkheid en te begrijpen wat het betekent om als mannen verbonden te zijn in een patriarchale samenleving vanuit een therapeutisch, transformatief en feministisch perspectief.

Engagement, een door kunstenaars geleide beweging die zich bezighoudt met seksuele intimidatie, seksisme en machtsmisbruik in het Belgische kunstenveld, was onmiddellijk geïnteresseerd in dat voorstel. Kevin Fay, een uitvoerend kunstenaar die onderzoekt hoe taal in en op het lichaam werkt op het vlak van genderidentiteit en -uitdrukking, sloot zich aan bij het gespreksitem. 

Engagement gelooft dat feminisme over, voor en met mensen van elk geslacht gaat, waaronder ook mannen. Of, zoals bell hooks in haar boek The Will to Change – Men, Masculinity and Love schrijft: “Doordat we er niet in slagen om de slachtofferrol van mannen te onderzoeken, begrijpen we het manzijn niet en kunnen we de ruimte van verbondenheid niet blootleggen die ertoe kan leiden dat meer mannen op zoek gaan naar feministische transformatie.Hooks’ denkwijze inspireerde Ilse Ghekiere – bezieler van Engagement – en haar team om ideeën uit te wisselen met Hugo en Kevin. 

Inmiddels vonden er meer dan 30 Circles on Masculine Identities plaats in RoSa, Kunsthal Gent en de Beursschouwburg (meer info onderaan). Tijdens de periodes met COVID-19-beperkingen werden de Circles online voortgezet. In het najaar ontving Kevin een subsidie van de Vlaamse overheid om online performatieve leeskringen aan te bieden die zich richten op feministische literatuur en het onderwerp mannelijkheid. Tijd om met Hugo en Kevin samen te zitten en te reflecteren. 

* We zijn ons ervan bewust dat ‘mannen’ een binaire term is en een brede waaier aan genderidentiteiten zou kunnen uitsluiten. Toch hopen we dat iedereen zich welkom voelt om te praten over een wereld die nog steeds gedomineerd wordt door binaire logica. 

Ilse Ghekiere: Kun je ons iets meer vertellen over hoe je projecten ontstaan zijn? 

Hugo: “Na lange tijd van ‘werken aan’ en in het reine komen met mijn vrouwelijke kant (of wat ik beschouwde als mijn vrouwelijke energie, aspecten en kwaliteiten), realiseerde ik me dat er altijd al van mij werd verwacht dat ik een man was. Ik ben geboren als cisgender man en wist of begreep niet wat mijn mannelijke kant was of wat die kon worden. Op een gegeven moment werd het me duidelijk dat ik met andere mannen wilde werken rond het thema mannelijkheid. Maar deze openbaring was angstaanjagend, omdat ik me niet op mijn gemak voelde bij andere mannen.”

“Twee jaar later, tijdens een yogafestival op Bali, had ik de kans om deel te nemen aan een geweldige mannenkring met ongeveer 40 mannen van alle leeftijden en achtergronden. Tegen die tijd had ik veel genezend werk verricht rond mijn eigen mannelijke energie, en ik voelde me op mijn gemak bij de man die ik was.”

“In die kring kon ik getuigen, luisteren en mannen begrijpen op een manier die nieuw voor mij was. Ongeacht hun ervaring, omstandigheden of seksuele geaardheid, verlangden deze mannen naar een diepere verbinding met zichzelf, met andere mannen, hun vaders, en om anders te zijn binnen een patriarchale samenleving.”

“Welnu, dit opende mijn ogen en bevestigde wat ik vermoedde. Dit was een doorslaggevende ervaring, en toen ik minder dan een maand later naar België terugkeerde, zag Male Identities het daglicht en leidde ik met de steun van Engagement Arts mijn eerste mannenkring.”

Hugo Mega

Kevin: “In zekere zin ging mijn project in 2016 van start toen ik in België aankwam. Ik verhuisde in augustus van dat jaar, en na de verkiezing van Donald Trump als president in november was ik helemaal van slag, verdrietig, doodsbang en in de war. Andere mensen die ik ken deelden dit gevoel, en nu zitten we, ondanks de sprankeltjes hoop, in onstabiele tijden.”

“Als we de verkiezingen evenwel buiten beschouwing laten – ik ben opgegroeid in de buurt van Washington D.C. als blanke man in een bepaalde economische klasse en liep er school op elitaire privéscholen – weet ik hoe mannen worden opgevoed en klaargestoomd in de Verenigde Staten. Als persoon die zich niet kan vereenzelvigen met de heersende patriarchale machtsstructuren, kwam ik in 2016 op een diepgaande, persoonlijke manier tot het inzicht dat ik moet uitzoeken hoe ik werd wie ik ben en hoe ik nu sta tegenover anderen.” 

“Terwijl ik tot dat inzicht kwam, heb ik gelukkig jou (Ilse Ghekiere, de coördinator van Engagement, nvdr) ontmoet in het kader van redactiewerk. Dankzij haar heb ik een aantal sessies met Engagement gevolgd, en begon ik het patriarchaat in mezelf te ontleden.”

“Met de bevestigende hoorzittingen voor Brett Kavanaugh in 2018 werd de zaak wat mij betreft op de spits gedreven omdat Brett Kavanaugh naar een elitaire secundaire pivéschool in Maryland was gegaan die ik heel goed ken, want ik ging er bijna zelf naartoe! Hoe dan ook, terwijl ik zijn bevestigende hoorzittingen aan het volgen was en meer te weten kwam over het geweld dat hij anderen had aangedaan, voelde ik, op de een of andere manier, dat mijn beeld van de plaats waar ik was opgegroeid in duigen viel.”

“Toen hij ondanks de getuigenis van Christine Blasey Ford werd bevestigd als rechter van het Hooggerechtshof, was ik enorm teleurgesteld. En dat ben ik nog steeds. Ik schaam me over hoe giftige, manipulatieve en gevaarlijke mannen zoals hij posities met ongelofelijk veel macht bekleden in de regering van mijn thuisland. Het gebeurt veel, en nog steeds – vooral nu.” 

“Hoe dan ook, terwijl dit allemaal aan de gang was, wisselde ik van gedachten met Hugo over zijn ideeën voor Male Identities. Tegelijk nam mijn beste vriendin van de middelbare school een rol op als begeleidster in de katholieke jongensschool die ik had bezocht in Washington D.C. Het leek wel serendipiteit!”

“Ik was plots verbonden met mensen die net op eenzelfde manier belang hechten aan mannen en mannelijkheid als ik, en op een bijzondere manier is het dankzij deze mensen dat ik op dit moment doe wat ik doe. Ik bedoel dat het van mijn kant planning, voorbereiding en reflectie vergde, maar met de steun van mensen die erom geven en advies van mensen die het weten, ben ik op weg om de kruispunten van feminisme, mannelijkheid, taal en het lichaam te onderzoeken.”

“Ik had het geluk dat ik voor dit werk ook een beurs heb gekregen van de Vlaamse overheid. Hiermee en met de steun van RoSa vzw ben ik online leessessies beginnen aanbieden onder de naam ‘converseren met mannelijkheid’. In deze sessies lezen we fragmenten uit feministische teksten en bevindingen van onderzoekers naar mannelijkheid, en gebruiken we ideeën die ik ontwikkel om poëzie, slaapliedjes, interviews en tekeningen te creëren in een continue, collectieve inspanning om nieuwe soorten kennis te produceren.”

“Ik dacht altijd dat feminisme een vrouwenstrijd was (voor gelijkheid). Toen ik er meer over te weten kwam, begreep ik dat het feminisme veel complexer en breder is dan ik had verwacht. Ik leerde dat er voor mij als man een plaats is in het feminisme.”

Hugo Mega

Wat maakte het voor jou noodzakelijk om je te richten op het onderwerp mannelijkheid vanuit een feministisch perspectief?

Hugo: “Het is belangrijk om te begrijpen dat het patriarchale systeem een systeem is dat ook mannen opsluit en gevangenhoudt. Beseffen dat ik niet alleen was met mijn frustratie en afkeer van de ‘onzichtbare’, genormaliseerde gevolgen van het patriarchaat was echt een belangrijke verschuiving in mijn perceptie en in mijn leven.”

“Ik dacht altijd dat feminisme een vrouwenstrijd was (voor gelijkheid). Toen ik er meer over te weten kwam, begreep ik dat het feminisme veel complexer en breder is dan ik had verwacht. Ik leerde dat er voor mij als man een plaats is in het feminisme, en dat ik, al was het maar op een bescheiden manier (bijvoorbeeld door mijn perspectief en mijn gedrag in onderdrukkende systemen te veranderen), kan bijdragen aan de strijd voor ieders gerechtigheid.”

“Het is dit systeem waar feministen tegen vechten. Toen ik dit begreep, leek het alsof ik al die tijd had geslapen en mij niet bewust was van wat me conditioneerde. Ik herinner me dat ik dacht: ‘Wow! We moeten allemaal deze realiteit onder ogen zien!’”

“Als dit ontwaken zo’n positieve invloed had op mij en mijn persoonlijke genezing, op mijn mannelijkheid, mijn relatie met mijn vader en andere mannen, dan mocht ik mijn verlangen om anderen in hetzelfde proces te steunen niet tegenhouden. Op die manier kon ik immers dit bewustzijn en de hoop verspreiden dat als meer mannen dit doen, onze toekomst helemaal anders kan zijn!”

Kevin: “Eerlijk gezegd had ik het erover hoe ik me voelde toen ik met Eleanor Bauer in Bochum aan een stuk werkte, en Emily Gale, een collega, me lectuur en een film aanraadde. Ze is Canadese, maar ze zei dat Michael Kimmel, Jackson Katz, en bell hooks een goed begin voor mij zouden zijn in de zoektocht naar informatie over wat er in mij omging als blanke, Amerikaanse man die getraumatiseerd is door de achteruitgang van de politiek in zijn land.”

“Na het lezen van bell hooks’ The Will to Change: Men, Masculinity, and Love (De wil om te veranderen: Mannen, Mannelijkheid en Liefde), was ik bijzonder enthousiast. Ik had nooit eerder werk van haar gelezen, en nu ik wil alles lezen wat ik kan vinden. Haar bondigheid en helderheid inspireren mij.”

“Nadat ik haar werk had ontdekt, wist ik dat ik nog meer op zoek moest gaan naar feministische schrijvers en denkers – vooral omdat bell hooks verwijst naar intersectionele kwesties die voortkomen uit een kolonialistische, kapitalistische, validistische, heteroseksuele, blanke suprematistische patriarchie. We zijn allemaal ingebed in systemen die zoveel dingen tegelijk betekenen.”

“Dat gaf me het gevoel dat ik veel kan (her)leren. Het stimuleerde mij om perspectieven te ontdekken waar ik het mee eens ben, ook al zie ik steeds meer dingen die bestaan uit een breed spectrum. Bovendien vraagt het werk van verandering en gerechtigheid tijd. Nu ik dit besef, voel ik de noodzaak om dit werk voor de rest van mijn leven te doen. “

Kevin Fay

Waarom is het belangrijk om te proberen ‘mannelijkheid’ op een andere manier te begrijpen, zowel politiek als sociaal? 

Hugo: “Bij mannen en mannelijkheid lijkt er een dualiteit te bestaan, die bij mannen gevoeligheid of kwetsbaarheid doet overkomen als iets dat verborgen of privé moet worden gehouden. Tegelijk worden mensen steeds meer gefragmenteerd, verdeeld en in hokjes geduwd door complexe kapitalistische constructies en onbereikbare, geïdealiseerde levensstijlen die nu door sociale media worden opgehemeld en zelfs genormaliseerd.”

“Om een voorbeeld te geven: in veel heteronormatieve koppels (ongeacht de seksuele geaardheid van het koppel) kan er het gevoel heersen ‘in mijn relatie kan ik mijn gevoelige, kwetsbare, gekke zelf zijn, maar wanneer ik met vrienden ben, moet ik die andere, meer traditionele, sociaal aanvaardbare persoonlijkheid aannemen’. Deze dualiteit genereert een gedragsmatige scheiding: ‘Thuis gedraag ik me op een bepaalde manier en in het openbaar op een andere manier.'”

“Als we alles in één realiteit kunnen samenbrengen, zoals ‘Ik kan elke dag volledig uiting geven aan mijn gevoel voor humor en mijn kwetsbaarheden.’, dan resulteert dit in een andere man – een andere en complete persoon. “

“Als mens zijn we opgebouwd uit ingewikkelde patronen, die allemaal ergens in onze kindertijd wortelen. Naarmate we groeien, kunnen we deze patronen transformeren en uiteindelijk oplossen door zelfbewustzijn en onderzoek. Dit is een van de belangrijkste missies van de kringen – ruimte openhouden voor dit werk.”

“Er zijn veel volwassen mannen die worstelen met hun mannelijkheid door te weigeren om volwassen te worden. Ik heb dit onlangs leren kennen door het Jungiaanse perspectief op de jongens- en mannenpsychologie. In het debat over volwassen mannelijkheid moeten wij als mannen dringend trachten te begrijpen op welke manieren we worden getriggerd in onvolwassen gedragspatronen, zoals de performatieve kleedkamerpraat over het objectiveren van anderen of de keuze om volledig afhankelijk te zijn van werkloosheid en niet op zoek te gaan naar een baan.”

“Of nog: de onwetendheid van gebreken die je meeneemt in je eigen intieme relaties. Zelf-sabotage, onverantwoordelijke praat of keuzes zonder enig verantwoordelijkheidsbesef: dit is meestal hoe ik onvolwassen gedragspatronen bestempel.”

“Bovenal stel je het patriarchale systeem zelf in vraag als je je relatie als man ten opzichte van de mannelijkheid en je eigen mannelijkheid begrijpt. De vraag stellen op welke manieren ik mezelf of facetten van mijzelf onderdruk en op welke manieren ik onderdrukt word of anderen onderdruk, houdt in dat ik persoonlijke gedragspatronen begrijp. Ik vraag me af hoe het inzicht in iemands persoonlijke patriarchale constructie onze politici menselijker of meer integer zou kunnen maken en de huidige politieke systemen zou kunnen verbeteren.”

“We zitten in de huidige crisissen omdat te veel mannen niet wilden investeren in strategieën die respect tonen voor de natuur, de historisch onderdrukten, de gekoloniseerden, en te veel andere mensen in onze wereld die niet blank, mannelijk of bevoorrecht zijn.” 

Kevin Fay

Kevin: “We zitten momenteel wereldwijd in een crisis. We zijn op dit punt aanbeland, denk ik, omwille van hoe destructief, arrogant, ambitieus en gewelddadig mannen kunnen zijn als ze op zoek zijn naar macht of voordeel dat hen door patriarchale systemen is beloofd.”

“We zitten in de huidige crisissen omdat te veel mannen niet wilden investeren in of een kans wilden geven aan strategieën of systemen die voorrang geven aan of respect tonen voor de natuur, de historisch onderdrukten, de gekoloniseerden, en te veel andere mensen in onze wereld die niet blank, mannelijk of bevoorrecht zijn door structuren die in stand houden wat bell hooks “blanke suprematistische kapitalistische patriarchie” noemt.” 

“De domeinen van ons leven die worden beïnvloed door ‘mannelijkheid’ zoals dit conventioneel wordt begrepen, zijn talrijk, maar ik denk dat dit ook versterkend werkt. In The Master’s Tools Will Never Dismantle the Master’s House schrijft Audre Lorde over de betekenis van ‘defining’ (omschrijven) en ‘empowering’, en voor mij zijn benoemen en omschrijven noodzakelijke onderdelen van het werk – zelfs al kan omschrijven problemen opleveren.” 

“Misschien kunnen we in onze aanpak van problemen omschrijven strategieën en instrumenten ontdekken om beter te communiceren over de problemen waar we voor staan.”

Waarom zou je blijven stilstaan bij de status-quo als een groot deel van het feministische en queer discours net probeert om verder te kijken dan deze genderbinairen? 

Kevin: “Dit is een zeer goede vraag. Ik word hoe langer hoe bozer over de status quo, maar omdat er zoveel mensen in de wereld zijn die zich eraan houden (en misschien niet de tijd, energie en het voorrecht hebben om dit in vraag te stellen en aan te vallen), voel ik me verantwoordelijk om ermee aan de slag te gaan.”

“Op die manier, met taal uit de status-quo als gespreksonderwerp in het feministische en queer discours, kan het werk dat ik doe inclusief zijn in veel opzichten. Tenslotte leeft niemand van ons – zoals we nu heel goed zien – in een vacuüm. We leven samen, en op dit moment leven we samen op een beschadigde planeet die onze aandacht nodig heeft.”

“We bestaan hier, op een beschadigde plek, in relatie tot elkaar en tot niet-menselijke anderen, en terwijl binairen constructies zijn die mensen uitsluiten van de status quo, moeten we – als we de status quo willen veranderen en werelden willen opbouwen waar diversiteit, rechtvaardigheid en inclusie hun rechtmatige plaats hebben – onze relatie tot de status quo begrijpen en ermee bezig zijn in ons werk (en ervoor vechten).” 

Hugo, je werk en je interesse lijken vaak hun oorsprong te hebben in de psychologie. Hoe zie je de correlatie tussen activisme en psychotherapie? 

Hugo: “Ik heb het vaak over ‘spiritueel activisme’. Voor mij is de keuze om onszelf te genezen al een activistische actie. Door onszelf te genezen, zorgen we voor meer genezing. Als we onze eigen reis aanvatten, merken we misschien dat familie en vrienden om ons heen veranderen, alsof we het perspectief van onze hele omgeving verschuiven.” 

“Genezing van het Zelf zal ook leiden tot een groter bewustzijn in het activisme dat we beleven. Als we ons niet bewust zijn van de diepe patronen die bepalen hoe we handelen en reageren, dan laten we ons onderbewustzijn het voortouw nemen. Met andere woorden, onze bagage en het ‘gewonde Zelf’ sturen onze activistische strijd.”

“Misschien verklaart dit waarom er vaak zoveel geweld is binnen activistische bewegingen. Als we onze woede niet hebben verwerkt, dan gebruiken we die vaak om te reageren in plaats van in te gaan op de behoefte aan verandering. Maar als we eenmaal onze woede hebben verwerkt, kunnen we verandering zoeken zonder dat we boosheid als motor hoeven te gebruiken, en zonder terug te vallen op verdedigingsmechanismen. Effectieve verandering is wellicht de verandering die van diep vanbinnen komt, van ons ware, bewuste Zelf.” 

Jullie werken beiden met en in de kunst? Kunnen jullie ons iets vertellen over jullie ervaringen in de respectievelijke kunstgebieden met betrekking tot ‘mannelijkheid’ en de verwachtingen van het manzijn?

Kevin: “Nou, mijn eerste baan na school was in een balletgezelschap, en de verwachtingen daar waren hooggespannen voor mij als man. Eerst en vooral was de aandacht voor de manier waarop ik eruit zag extreem. Van alle leden van het gezelschap werd verwacht (maar het was niet verplicht) dat we lid waren van een fitnessclub, en we werden allemaal getergd of geplaagd om naar de fitness te gaan als bleek dat we dat niet deden.”

“De verwachtingen van de artistieke staf voor mij als man waren dat ik beresterk, stoer of zelfs fors was (bijvoorbeeld met brede, vierkante schouders). Ik kon het niet geloven. Het leek me helemaal bizar en willekeurig, en ik paste gewoon niet in het plaatje. Ik bedoel, ik werkte hard toen ik in de studio was, en ik ging naar de fitness om er dingen te doen die ik graag doe (zoals stretchen), maar ik wilde zijn zoals ik al was, én ik wilde dansen. Punt uit.”

“Ik wilde de manier waarop mijn lichaam eruit zag niet veranderen, zodat ik een betere (lees mannelijke of macho) partner of een geloofwaardiger (lees held) personage op het podium zou kunnen neerzetten. Het was gek, en met pijn in het hart moet ik zeggen dat mijn keuzes mijn casting hebben beïnvloed. Als ik al niet ieders doublure was, speelde ik ‘Moeder Ginger’ in De Notenkraker.”

“Mocht je het niet weten, in die rol worden mannen soms gecast om als drag op te treden, als een soort van ‘komische opluchting’. Ik amuseerde me omwille van wie ik ben (en omdat ik niet ontslagen wilde worden), maar het stak wel omdat ik in die rol een oppervlakkig, flamboyant stereotype bevestigde, en ik had de techniek die ik op school had geleerd daarvoor niet nodig.” 

“Ik moet ook wel meegeven dat ik daar toen een van de twee homomannen was in een gezelschap van 20. De heteroseksuele mannen in het gezelschap hadden of allemaal vriendinnen of ze waren getrouwd met heteroseksuele vrouwen van het gezelschap. Zelfs al waren de mensen aardig en had ik een goede baan op het vlak van sociale zekerheid en salaris, het voelde op de een of andere manier aan als archaïsch, beklemmend en incestueus. Gelukkig werd de andere homoseksuele man een zeer goede vriend van mij.” 

“Daarnaast was er een duidelijke voorkeur voor mannen die uitblonken in “mannenpassen” (bijvoorbeeld pirouettes à la seconde, meervoudige pirouettes, tours en l’air, beats, tricks, enz.). Hoewel de verwachting dat mannen moeten uitblinken in mannenpassen overal in het ballet ingebakken zit, heb ik mij daar nooit in verdiept. Dus ben ik er na een jaar vertrokken om mijn werk in de hedendaagse dans voort te zetten.” 

“In de hedendaagse dans wist ik dat ik als mannelijke danser in New York City makkelijker een baan kon vinden. Ik bedoel, er zijn daar in de eerste plaats niet veel betalende jobs en de concurrentie om die te krijgen is hevig. Maar als je een man bent, dan is er soms vraag naar omdat er sowieso minder mannen beschikbaar zijn voor dit werk. Dit gezegd zijnde, mijn ervaring in New York was eigenlijk meer dat dezelfde mensen (pakweg 10 mensen) voortdurend alle opdrachten kregen, en dat de rest daar onmogelijk werk kon vinden.” 

Hugo: “Mijn artistieke reis in de klassieke dans begon al vroeg in mijn kindertijd. Als ik nu terugkijk, kan ik begrijpen hoe dit een ervaring was van patriarchale en viriele conditionering – zowel binnen het danssysteem waar ik studeerde als in mijn omgeving, waar je met de keuze om een danscarrière na te streven “gedoemd” bent om te behoren tot degenen die niet voldoen aan de mannelijke normen die zo typerend zijn voor mijn Portugese opvoeding.”

“Willen mannen als normaal of sociaal aanvaardbaar worden beschouwd, dan moeten ze een scheiding maken tussen hoe ze zich gedragen en eruitzien, en wie ze zijn en hoe ze zich voelen. Ik vraag me af hoe anders mijn ervaring zou zijn geweest als feministisch onderwijs en bewustwording deel hadden uitgemaakt van het leerplan.” 

Hugo Mega

“Ironisch genoeg vind ik het schokkend hoe binair de klassieke dans vandaag kan zijn: als je een man bent, dan is het oké om gevoelig en verwijfd te zijn, zolang je danst ‘als een man’. Toen ik na mijn dansperiode circuskunsten ging studeren, waar artistieke expressie kan worden verkend aan de hand van verschillende toestellen en specialiteiten, werd ik opnieuw geconfronteerd met het binaire van mannelijk – vrouwelijk.”

“Uiteindelijk koos ik ervoor om mij te verdiepen in alles wat in de lucht hangt. Ik kwam er al snel achter dat dit door een of andere onzichtbare norm als lyrisch en dus vrouwelijk werd ervaren, wat betekende dat dit dus voorbehouden was voor vrouwen. Met mijn sterke dansachtergrond voelde ik mij in deze specialiteit op mijn gemak. Het was letterlijk dansen in de lucht.”

“Omdat ik de conditionering van het ballet had overleefd en grenzen wilde verleggen, besloot ik me te gaan toeleggen op luchtacrobatiek met zijde, iets wat als een vrouwelijke specialiteit werd beschouwd. Voor mij was dit een voor de hand liggende keuze – vooral toen ik doorhad dat je in een circus respect kunt verdienen en toestemming krijgt om het toestel van je keuze te beoefenen als je trucs kunt uitvoeren of een bepaald technisch niveau beheerst dat niet alleen je talent, maar ook je deskundigheid, moed en kracht bewijst.”

“Dit leidde ertoe dat ik mezelf en mijn lichaam tot het uiterste dwong. Ik stemde hiermee in om zo het respect en de macht of hiërarchie van anderen te verdienen, en de prijs hiervoor was dat ik afstand deed van mijn lichaam. Nu zie ik dit als een duidelijk gevolg van viriele constructies die in stand worden gehouden door systemen of tradities van vergelijking en concurrentie.”

“Ik zie hoe mijn situatie slechts een variatie is op een oud thema dat wereldwijd wordt getoond in artistieke en andere sociale en professionele domeinen. Mannen worden op zeer jonge leeftijd van hun lichaam gescheiden, misschien al van vóór ze tieners zijn, wanneer we beginnen te begrijpen dat, willen we als normaal of sociaal aanvaardbaar worden beschouwd, we een scheiding moeten maken tussen hoe we ons gedragen en eruitzien en wie we zijn en hoe we ons voelen. Ik vraag me af hoe anders mijn ervaring in artistiek onderwijs zou zijn geweest als feministisch onderwijs en bewustwording deel hadden uitgemaakt van het leerplan op mijn scholen.” 

Praktisch en concreet, wat maakt een kring tot een kring? En hoe wordt de online leesgroep georganiseerd? 

Hugo: “Praktisch gezien zitten we eigenlijk in een kring, zodat we elkaars gezicht en ogen kunnen zien. Oogcontact is dus belangrijk. Wat er ook een kring van maakt is ons ‘onzichtbare contract’ van kwetsbaarheid. We beseffen allemaal dat we samen zijn om te praten over iets dat betrekking heeft op onszelf en onze privé-ervaringen. Mensen komen naar de kringen omdat ze verandering zoeken, gehoord willen worden en connectie zoeken. In de kringen moeten mensen zich veilig voelen om verandering aan te pakken. Dat maakt een kring tot een kring.”

“Ik faciliteer de kringen, maar het is in feite een groepsuitwisseling. Toen de kringen online georganiseerd moesten worden om te voldoen aan de lockdownmaatregelen in het voorjaar, was er een snelle energieverschuiving. Ik besloot al gauw om de theorie en het delen van tools te laten vallen, en koos ervoor om op therapeutische beelden over te stappen.”

“Elke kring begon dus met een beeldoefening en richtte zich daarna op de reacties op deze oefening. (Een beeldoefening is een korte meditatie over iemands interactie met onderbewuste beelden). Als gevolg van een ontspannen, organische soort structuur begonnen we elkaar gezamenlijk tools door te geven, aangezien de inzichten op natuurlijke wijze ontstonden door het delen en uitwisselen van persoonlijke perspectieven.”

Kevin: “Officieel heb ik tot nu toe maar één leeskring gehad, en dat was vlak voor de lockdown in maart. Hoewel ik persoonlijk hoop dat de groepsactiviteiten in de toekomst weer veilig zullen kunnen plaatsvinden, heb ik sinds begin oktober online leessessies georganiseerd die vrijwel dezelfde structuur volgen: we loggen in, we stellen ons voor, en dan lezen en schrijven we.”

“Terwijl we lezen, schrijven we woorden en zinnen op die meteen iets oproepen. We letten op onze eigen eerste indrukken, en de regel is gewoon dat je iets verrassends schrijft, iets vreemds, iets gewelddadigs, iets moois, iets hoopvols, iets verwarrends. Er kan van alles in de woordenlijst staan, maar wat er in staat, moet rechtstreeks uit de lezing komen. Persoonlijke aantekeningen of interpretaties maken geen deel uit van de ervaring (hoewel die natuurlijk wel welkom en prachtig zijn).”

“Na ongeveer een uur met ten minste drie verschillende uittreksels stoppen we met lezen en spelen we een spelletje met onze woordenlijsten. Persoonlijk ben ik geïnteresseerd hoe afstand en nabijheid zich verhouden tot woorden die betrekking hebben op het lichaam. Op dit punt hebben de spelletjes meestal te maken met het gaan van een uitgestrekte, overweldigende of overbelaste plaats naar iets dat geconcentreerd, beknopt of kort is, en dit op een manier die zacht de aandacht trekt (bijvoorbeeld haiku, tekenen, slaapliedje, etc.).”

“Er is ruimte voor persoonlijke gedachten of gevoelens over de onderwerpen die in elk van de sessies aan bod komen, maar de klemtoon ligt voor mij op het zoeken naar nieuwe soorten kennis tussen, achter of met woorden die we (leren) gebruiken om ideeën als feminisme, mannelijkheid en het patriarchaat te verwoorden.” 

Zoals bij alle identiteiten kan mannelijkheid zich op een intersectionele as bevinden. Hoe zou je bijvoorbeeld een focusgroep over homoseksuele mannelijkheid aanpakken? Wat kan er gedaan worden omtrent mannelijkheid binnen de homomannengemeenschap? 

Hugo: “Als mensen hebben we allemaal een wonde die moet genezen. We moeten alleen begrijpen hoe we die kunnen genezen. Maar het is niet zoiets als ‘We zijn gebroken. We moeten dit herstellen.’ Nee. We zijn gewond, dus we hebben tijd, aandacht en groei nodig om te genezen. Er is een boek met de titel The Velvet Rage (Fluwelen woede) van Alan Downs.”

“In zijn boek onderzoekt Downs de homoseksuele mannelijkheid door drie stadia van het omgaan met schaamte te definiëren. Ik voel me echt geïnspireerd door dit boek om mannelijkheid en homoseksuele mannelijke identiteit in het bijzonder te bestuderen. Downs gaat echt diep in op gedragspatronen: hij heeft een uitgebreide checklist die je makkelijk kunt gebruiken als materiaal voor een kring. De auteur suggereert zelfs aan het einde van het boek hoe je kringen kunt vormen en vasthouden. Toen ik het boek las, had ik zoiets van ‘Ja, ik ken die kerel, ik ben die kerel geweest.’ Het was voor mij heel makkelijk om homomannelijkheid te herkennen.” 

“Ik denk dat homoseksuele mannelijkheid in crisis is. Als mannelijkheid (ongeacht de geslachten en seksuele geaardheid) in crisis verkeert, voeg daar dan in het geval van mannelijke homo’s de onderdrukking aan toe die iedereen ervaart wanneer hij schaamte voor homoseksualiteit en de hiërarchische dynamiek tussen mannen internaliseert.” 

“In haar boek Le mythe de la virilité ontrkacht Olivia Gazalé het idee van hiërarchie in het patriarchaat, waarbij de man boven de vrouw staat en superieur is tegenover iedereen staat die “minder dan” een man is. In principe is het zo dat hoe dichter iemand bij het vrouwelijke staat, hoe lager die in de hiërarchie komt in de ogen van viriele mannen (en vrouwen die instemmen met viriele, patriarchale constructies).”

“In de homocultuur vind ik meer en meer een parallel waarbij de viriele, onbereikbare man wordt verafgood. Dit zet ons als homomannen ertoe aan het hiërarchische systeem binnen homomilieus in stand te houden en een destructieve machtsdynamiek te creëren op basis van beperkende, archetypische labels als passief en actief of boven en onder, en uiteindelijk homomannen te plaatsen in groepen die variëren van sociaal aanvaardbare, “macho” normen tot flamboyante, verwijfde mannen die niet altijd welkom zijn.” 

“Persoonlijk ben ik erg enthousiast om dit aan te pakken en er uit te leren, want dat is de reis. Ik leer zoveel van kringen op het gebied van mannelijkheid door er zelf deel van uit te maken, samen met de deelnemers. Ze blijven me zaken bijbrengen over mannelijkheid en hoe ermee om te gaan.”

Kevin: “Ja. Het is waar. Mannelijkheid bevindt zich op een intersectionele as, en ik denk nu aan de uitdaging die mij te wachten staat om in België leeskringen in het Engels te organiseren. Ik bedoel, de Engelse taal is een koloniserende kracht waarop vertrouwd wordt in de internationale communicatie, en voor mij is daar iets mannelijks aan. Uiteraard erken ik de noodzaak dat mensen in een geglobaliseerde economie (of wereld) communiceren op manieren die het mogelijk maken om zich verstaanbaar te maken.”

“Maar als ik denk hoe Amerika is ontstaan en hoe Amerika zich momenteel gedraagt in de internationale politiek, erken ik de arrogantie waarbij wordt aangenomen dat mensen wel Engels zullen spreken omdat iedereen hoe dan ook Engels zou moeten spreken en begrijpen. Voor wat het waard is: ik schrijf het niet toe aan de logica die van Engels een officiële taal maakt voor internationale communicatie, maar als student en niet-vloeiende spreker van zowel Spaans als Frans weet ik dat ik slachtoffer ben van het vooroordeel dat het Engels in stand houdt in onze wereld.” 

“Enfin, soit. Mannelijkheid ligt op een intersectionele as, en het is ingewikkeld als je het uit die positie verwijdert om de bezorgdheden van een specifieke groep of categorie mensen zoals ‘homo’s’ aan te pakken. Ik weet eigenlijk niet of het mogelijk is. Kan dit? Misschien wel. Ik denk dat het bij leeskringen afhangt van wat de lezingen bij een bepaalde groep oproepen.”

“Taal kan erg gendergebonden zijn, en het kan zwaar ontoereikend zijn om te communiceren wat we voelen en uitdrukken als mensen. (Godzijdank bestaat er kunst.)”

Kevin Fay

“Los daarvan ligt mijn interesse in het werk dat ik doe in de ruimtes tussen wat er wordt gevoeld en wat er wordt gekozen. In de beweging tussen voelen en uitdrukken zijn woorden zelf immers voorgedefinieerde dragers of constructies die besmet zijn met binairen, en het idee om te experimenteren in de leeskringen houdt in dat mensen worden uitgenodigd om te gaan met beperkte, vooraf bepaalde opties voor taal over lichamen. Concreet gezien kies ik voor lezingen die bepalend zijn voor de woorden die we in onze spelletjes gebruiken, en onze collectieve uitholling van die woorden kleurt de gesprekken die we voeren.” 

“Los van de onderzoeksprojecten kan taal erg gendergebonden zijn, en het kan zwaar ontoereikend zijn om te communiceren wat we voelen en uitdrukken als mensen. (Godzijdank bestaat er kunst.) Niettemin, in mijn poging om verbinding te maken met gevoel en expressie in academische of intellectuele uitwisselingen, waarbij woorden van Audre Lorde, bell hooks, adrienne maree brown, Monique Wittig, Sara Ahmed, en anderen betrokken zijn, vind ik het interessant en belangrijk om te onthouden dat we vertrouwen op woorden om van binnenuit te communiceren, ook al komen de woorden tot ons via de buitenwereld.”

“En de buitenwereld, waar we opgegroeid zijn, speelt een zeer grote rol in welke taal we gebruiken voor welke gevoelens. Dus, om je vraag te beantwoorden, ik zou waarschijnlijk elke specifieke groep of categorie van mensen die geïnteresseerd zijn in een leeskring een selectie van teksten voorleggen die zogezegd van toepassing zijn op hun demografie en zien wat eruit voortkomt.”

“We zijn immers allemaal altijd verantwoordelijk voor de manier waarop we onze woorden gebruiken. Als ik tot nu toe iets geleerd heb in dit werk, dan is het wel dat we allemaal uniek zijn, en alle gemeenschapswerk begint bij individuen die het belangrijk genoeg vinden om hun posities en relaties in vraag te stellen.” 

En jij, Kevin: Hoe denk jij over intersectionaliteit in het onderzoek dat je doet? 

Kevin: “Intersectionaliteit vind ik ook boeiend, maar ik moet zeggen dat ik me er zeer bewust van ben dat ik een blanke, Amerikaanse man ben die van de Vlaamse overheid een beurs kreeg om mijn favoriete onderwerpen te onderzoeken, en ik beschouw dat als een voorrecht. Zou ik dit werk doen zonder financiële steun? Ja, maar het zou waarschijnlijk een ander ritme en een andere vorm aannemen.”

“Hoe dan ook, aangezien ik doe wat ik doe, vind ik het erg noodzakelijk om met zoveel mogelijk verschillende mensen in gesprek te gaan. Ik doe zo’n onderzoek niet alleen, en ik denk niet dat ik dat zou moeten doen (omdat een geïsoleerde, intellectuele man die investeert in zijn eigen onderzoek naar mannelijkheid een stereotype in stand houdt en misloopt wat het feminisme te bieden heeft, nietwaar? Ik denk het in ieder geval).”

“Ik begin eigenlijk te denken dat de leeskring een netwerk van gesprekspartners moet worden die elkaar empathie en ruimte bieden om in vraag te stellen hoe taal in en op lichamen functioneert in gesprekken over genderidentiteit en -uitdrukking. Ik ben tenslotte een gevoelig persoon, en ik beschouw wat ik doe als iets gevoeligs, en dat ‘iets’ zou wel eens krachtig kunnen zijn voor anderen, vooral als het één op één gebeurt.”

“Ik bedoel, moet ik taal in vraag stellen in relatie tot mij en mijn persoon in het bijzijn van andere mensen, in een groep die misschien vreemden voor elkaar zijn, terwijl ik me misschien ook zelfbewust voel over mijn Engelse taalvaardigheid of mijn kennis van de feministische theorie en sociologisch onderzoek? Ik denk dat dat veel is.”

“Ik bedoel maar: voor mij is dat veel, en ik doe het met opzet: stel een verscheidenheid aan feministische stemmen voor ten opzichte van stemmen van mannelijke onderzoekers, en gebruik alleen fragmenten van die stemmen om snel en misschien onvolmaakt haiku’s, slaapliedjes, tekeningen of anonieme, één-op-één gesprekken te componeren.”

“Het is een poging om de essentie te distilleren uit wat er gebeurt als mensen luisteren naar stimulerende of provocerende lezingen, maar uiteindelijk is de intersectionaliteit enorm, en hoewel het nodig is om dat in gedachten te houden, ga ik stap voor stap, en richt ik mijn aandacht op de individuen die voor me staan en de woorden die tussen ons bewegen.”

Meer informatie

Circles on Male Identities door Hugo Mega:

Reading Circles Conversing with Masculinity door Kevin Fay:

Je leest: Reflecties rond mannelijkheid